Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Nijboer en Ploumen over een wegverzakking in Kerkrade
Vragen van de leden Nijboer en Ploumen (beiden PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de wegverzakking in Kerkrade (ingezonden 31 juli 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 8 september
2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Woningen in Kerkrade ontruimd na wegverzakking»?1
Antwoord 1
Ja, ik ken het bericht.
Vraag 2
Kunt u toelichten hoe de verzakking door een mijnschacht heeft kunnen plaatsvinden
wanneer er juist onderzoek werd gedaan naar oude mijnschachten?
Antwoord 2
Ik begin mijn antwoord met een toelichting op het lopende onderzoek naar historische
schachten en daarna zal ik ingaan op de recente wegverzakking.
In de periode van 2014 tot 2016 heeft een consortium van bedrijven en kennisinstellingen
in mijn opdracht onderzoek gedaan naar de aard, omvang en risico’s van de na-ijlende
effecten van de voormalige steenkolenwinning in Zuid-Limburg. Op 15 december 2016
is uw Kamer per brief2 geïnformeerd over de resultaten van dit onderzoek en de maatregelen die naar aanleiding
hiervan zijn afgesproken met de regio. Het onderzoek en het pakket van maatregelen
is vervolgens op 15 februari 2017 met uw Kamer besproken.
De voormalige steenkolenwinning in Zuid-Limburg kent twee perioden. Beginnend bij
de historische steenkolenwinning, die loopt van de allereerste winning (meerdere eeuwen
geleden) tot aan het einde van de negentiende eeuw. De tweede periode wordt de industriële
steenkolenwinning genoemd en betreft de periode vanaf het einde van de negentiende
eeuw tot aan de sluiting van de laatste mijn in 1974. Tijdens de industriële periode
is op grote schaal steenkool gewonnen en zijn de ondergrondse werken zorgvuldig in
mijnkaarten vastgelegd. Dit was echter anders tijdens de historische steenkolenwinning.
De historische winningen en schachten brengen tot op de dag van vandaag specifieke
risico’s met zich mee, omdat in veel gevallen niet bekend is waar de schachten exact
liggen en op welke wijze de schachten destijds zijn achtergelaten.
Tijdens het bovengenoemde onderzoek zijn, met behulp van mijnkaarten en archiefstukken,
59 historische schachten in kaart gebracht. Deze liggen allemaal in de gemeente Kerkrade.
De door onderzoekers gebruikte oude mijnkaarten en overzichten met de coördinaten
van de historische schachten zijn echter niet altijd betrouwbaar en nauwkeurig. Het
is in bepaalde gevallen ook niet zeker of een bepaalde historische schacht ook daadwerkelijk
bestaat. Naar aanleiding van het onderzoek is met de regio afgesproken dat een programma
wordt opgezet om de exacte locatie van deze schachten nauwkeurig te bepalen. Nadat
de locatie is vastgesteld, kan het saneren van de schacht van start gaan. Hierbij
geldt dat de sanering van de desbetreffende historische schacht een uitvoerbare en
proportionele maatregel moet zijn die nodig is om de veiligheid van de leefomgeving
te waarborgen. Met de regio is afgesproken dat het lokaliseren van de historische
schachten en de sanering daarvan wordt uitgevoerd door de gemeente Kerkrade. Mijn
ministerie voorziet in de financiering van dit programma.
Op dit moment zijn 18 historische schachten gelokaliseerd. Hiervan zijn tot op heden
drie schachten gesaneerd, twee schachten worden op dit moment gesaneerd en spoedig
zal men starten met de sanering van de schacht die mogelijk aanleiding heeft gegeven
tot de recente wegverzakking in de Franciscanerstraat (Kerkrade).
Het lokaliseren van historische schachten en de recente wegverzakking
Het onderzoek naar historische mijnschachten bestaat uit twee stappen. In de eerste
stap wordt met behulp van lichte apparatuur tot 5 meter onder het maaiveld gezocht
naar kenmerkende afwijkingen van de natuurlijke bodemopbouw. Daar waar een schacht
is aangelegd, is de natuurlijke bodemopbouw verstoord. Indien een dergelijke verstoring
wordt aangetroffen dan wordt ter plaatse dieper, tot circa 10 meter onder maaiveld,
de bodemopbouw bekeken op afwijkingen. Als vervolgens blijkt dat het aangetroffen
bodemmateriaal bijmenging vertoont van niet-natuurlijk voorkomend materiaal, maar
bijvoorbeeld stukjes steenkool, kolengruis, hout, puin of andere specifieke bijmenging
bevat, dan is het aannemelijk dat dit de historische mijnschacht in kwestie is.
In de tweede stap wordt met een grotere boorstelling de gelokaliseerde schacht schuin
aangeboord op grotere diepte (ca. 40 meter onder maaiveld). Aan de hand van deze boring
wordt onderzocht of en met welk materiaal de historische schacht is opgevuld. Ook
wordt aan de hand van de boring de feitelijke afmeting van de schacht bepaald.
In mei 2020 is een historische schacht nabij de Franciscanerstraat in Kerkrade gelokaliseerd.
Het betreft de historische schacht genaamd DOM-37. Op 22 juli 2020 zijn ter plaatse
twee schuine boringen verricht tot een diepte van respectievelijk 39 en 54 meter.
Daarbij is het materiaal uit de schacht verzameld en ook de afmeting ervan bepaald.
Nadat deze boringen zijn uitgevoerd en voldoende informatie hadden opgeleverd, is
de boorstelling ingepakt en stond deze klaar voor vertrek. De volgende ochtend trof
men echter de verzakking in het wegdek aan. De verzakking heeft zich in de avond of
nacht na afloop van de boorwerkzaamheden gemanifesteerd. Het is mogelijk dat de boorwerkzaamheden
van invloed zijn geweest op de stabiliteit van de schacht en dat dat aanleiding is
geweest tot het ontstaan van de verzakking.
Tijdens het aanboren van de reeds 18 gelokaliseerde historische schachten heeft zich
dat niet eerder voorgedaan. Men is wel bekend met kleine zettingen tijdens de sanering
van historische schachten. Mogelijk wordt tijdens het saneren van de DOM-37 schacht
en wegverzakking informatie verkregen waaruit de oorzaak van de verzakking kan worden
bepaald.
Vraag 3
Welke voorzorgsmaatregelen zijn er getroffen om het verdere onderzoek en het stutten
van de mijnschacht veilig uit te voeren? Waren deze voorzorgsmaatregelen voldoende
om de betrokkenen te behoeden voor onveilige situaties? Zo ja, kunt u uitleggen waarom
een bouwvakker gewond is geraakt toen een kraan in het verder ingezakte gat is gegleden?3
Antwoord 3
Het betreft hier twee gebeurtenissen die ter plaatse zijn voorgevallen. De eerste
gebeurtenis is het ontstaan van de verzakking. Kort na deze verzakking is de grond
provisorisch gestabiliseerd met cement-emulsie. De tweede gebeurtenis is dat een paar
dagen later, op het moment dat een boorstelling in gereedheid werd gebracht om te
beginnen met het saneren van de schacht, de boorstelling door een ondeugdelijke constructie
in de bestaande verzakking is geschoven.
Om het saneren veilig te kunnen uitvoeren wordt de boorstelling boven de schacht geplaatst
op een zogenoemde «veiligheidsbühne». Dit is een metalen/houten constructie die ervoor
dient te zorgen dat, mocht een schacht gaan verzakken, de boorstelling op zijn plek
blijft. In dit geval is de veiligheidsbühne tijdens het plaatsen van de boorstelling
boven de bestaande verzakking bezweken. De boorinstallatie schoof daarbij in de verzakking
waarbij één boormedewerker gewond is geraakt. De provisorisch gestabiliseerde grond
in de verzakking bleek gelukkig voldoende draagkracht te hebben. De verzakking boven
de schacht is daarbij niet dieper geworden. De Inspectie SZW heeft in afstemming met
SodM onderzoek verricht. Op grond van de Arbowet is de werkgever verplicht te zorgen
voor veilige en gezonde werkomstandigheden. De Inspectie SZW houdt toezicht op de
Arbowet. Dit doet zij risicogericht en programmatisch.
Vraag 4
Op welke manier wordt momenteel voorkomen dat er meer gewonden vallen en schade wordt
aangericht op de plek van de wegverzakking?
Antwoord 4
Op grond van de Arbowet is de werkgever verplicht om de risico’s te inventariseren
en bijbehorende maatregelen te treffen. De Inspectie SZW houdt toezicht op de Arbowet.
Vraag 5
Wat betekent de instorting van deze mijnschacht voor het beleid aangaande soortgelijke
historische en instabiele mijnschachten in regio? Ziet u hierin een rol voor de rijksoverheid?
Antwoord 5
In mijn antwoord op vraag 2 heb ik het bestaande beleid toegelicht. Dit beleid is
in overeenstemming met de aanbevelingen van het destijds uitgevoerde onderzoek2. Conform het opgezette programma zoekt de gemeente Kerkrade naar de historische schachten
en worden deze gesaneerd. Ik voorzie in de financiering daarvan. Voor zover bekend,
zijn er geen instabiele schachten in Zuid-Limburg. Indien een instabiele schacht wordt
aangetroffen dan zal deze met voorrang worden gesaneerd.
Met de gemeente Kerkrade is afgesproken om na de sanering van de DOM-37-schacht met
de betrokken partijen te overleggen of deze gebeurtenis aanleiding geeft tot aanpassingen
in het programma. Tijdens dit overleg zal besproken worden op welke wijze bij het
lokaliseren en saneren van schachten de mijnbouwkundige risico’s vooraf beter in kaart
gebracht kunnen worden zodat de veiligheid geborgd kan worden. SodM adviseert mij
hierbij over de mijnbouwkundige aspecten.
Ik ben met SodM in overleg over de nazorg aangaande de voormalige mijnbouw in Nederland.
SodM heeft aangegeven mij hierover voor het einde van het jaar te adviseren.
Vraag 6
Hoe worden de circa 80 personen die hun huis uit moesten opgevangen, mocht het onderzoek
nog langer voortduren? Is het buurthuis een houdbare oplossing of moet er naar andere
plekken worden gezocht?
Antwoord 6
Er is geen sprake meer van opvang van personen in een buurthuis. Dit heeft enkel plaatsgevonden
gedurende korte tijd na het ontstaan van de verzakking. Op dit moment is één woning
in de straat gesloten. Deze woning is op dit moment en was ten tijde van de verzakking
niet bewoond.
Vraag 7
Hoe en binnen welk tijdsbestek wordt de financiële schade van de omwonenden gecompenseerd?
Antwoord 7
Voor zover er redelijkerwijs sprake is van geleden financiële schade door omwonenden
zal deze in afstemming tussen betrokken overheden worden afgehandeld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.