Schriftelijke vragen : Het afschalen van het bron- en contactonderzoek voor covid-19 door de GGD’en in opdracht van het ministerie van VWS
Vragen van de leden Hijink en Van Gerven (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het afschalen van het bron- en contactonderzoek voor covid-19 door de GGD’en in opdracht van het Ministerie van VWS (ingezonden 8 september 2020).
Vraag 1
Is het juist dat op 28 juni 2020 door uw ministerie een dienstverleningsovereenkomst
met de GGD’en in Nederland is gesloten waarin u de opdracht heeft gegeven de basiscapaciteit
voor bron- en contactonderzoek van 850 fte te verlagen naar 550 fte?1
Vraag 2
Is het volgende door de GGD’en gegeven antwoord aan onderzoeker Reinier Tromp van
Argos hieromtrent juist: «Als opdrachtnemer spreken we natuurlijk regelmatig met VWS.
Zo hebben we gemeld dat er in die periode, door het beperkte aantal besmettingen,
veel mensen op de bank zaten (en weg gingen) doordat we hen niet konden laten werken
of zelfs opleiden. Naar aanleiding van die update heeft het ministerie ons gevraagd
om te verkennen of we het oorspronkelijke aantal (850 basiscapaciteit) konden verlagen.
Wij hebben aangegeven dat op basis van de besmettingen op dat moment een basiscapaciteit
van 550 mogelijk was (met de mogelijkheid van opschaling zodra nodig). VWS heeft ons
vervolgens de formele opdracht gegeven om de basiscapaciteit te verlagen naar 550»?2
Vraag 3
Is het juist dat een van de redenen om dit te doen het temperen van de kosten was?
Vraag 4
Hoe verklaart u deze opstelling in het licht van de door u gedane uitspraken dat de
GGD’en «carte blanche» hebben om op te schalen?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u deze afschaling van de basiscapaciteit in het licht van de grote
capaciteitsproblemen bij de GGD’en in Amsterdam en Rotterdam waardoor adequaat bron-
en contactonderzoek bemoeilijkt werd?
Vraag 6
Waarom heeft u de Kamer niet op de hoogte gesteld van de afschalingsplannen die kennelijk
waren gemaakt?
Vraag 7
Kunt u de dienstverleningsovereenkomst openbaar maken? Zo neen, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.