Schriftelijke vragen : Het bericht ‘NWO lijkt haar jonge onderzoekers te zijn vergeten’
Vragen van de leden Van der Molen (CDA), Wiersma (VVD), Paternotte (D66) en Bruins (ChristenUnie) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «NWO lijkt haar jonge onderzoekers te zijn vergeten» (ingezonden 8 september 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het opinieartikel «NWO lijkt haar jonge onderzoekers te
zijn vergeten»?1
Vraag 2
Bent u het met de mening eens dat onderzoekservaring in het buitenland vaak essentieel
is voor het opbouwen van een wetenschappelijke carrière in Nederland?
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat door de coronacrisis Nederland een generatie jonge, excellente
onderzoekers, die deze buitenlandse onderzoekservaring net op hebben gedaan, dreigt
te verliezen? Hoe ziet u de toekomst van de wetenschap in Nederland nu deze generatie
mogelijk moet kiezen voor een andere loopbaan?
Vraag 4
In hoeverre voelt u zich verantwoordelijk voor de carrièreperspectieven van Rubicon-laureaten
die met een Nederlandse NWO-beurs in het buitenland onderzoek doen?
Vraag 5
Klopt het dat veel onderzoeksfinanciers in het buitenland (zoals de Zwitserse SNF,
de Britse Wellcome Trust, de Duitse DFG) hebben toegezegd dat wetenschappers op door
deze financiers gefinancierde projecten vanwege de coronacrisis 3 tot 6 maanden extra
financiering kunnen ontvangen, om deze projecten volwaardig af te kunnen ronden?
Vraag 6
Klopt het dat u heeft gezegd dat het eenmalig reserveren van 0,45% loonruimte in de
CAO van de VSNU om gevolgen van de coronacrisis te ondervangen – bijvoorbeeld de verlenging
van tijdelijke contracten van onderzoekers aan Nederlandse instellingen – een mooi
symbool van solidariteit is van deze partijen?
Vraag 7
Bent u het met de mening eens dat jonge onderzoekers in het buitenland op door NWO
gefinancierde onderzoeksprojecten (specifiek de NWO Rubiconbeurs) tussen wal en schip
vallen omdat ze enerzijds buiten deze maatregelen van Nederlandse kennisinstituten
vallen (in de regel zijn zij niet verbonden zijn aan een Nederlandse instelling) en
anderzijds kunnen de buitenlandse instellingen niet financieel verantwoordelijk gehouden
worden voor deze onderzoekers (omdat zij deze onderzoekers nu ook niet financieren)?
Vraag 8
Klopt het dat er momenteel ongeveer 100 Rubicon-laureaten in het buitenland actief
zijn? En dat zij volgens de call for proposals (Rubicon 2020) een basisbedrag van
63.000 euro per jaar ontvangen en dat dit betekent dat de totale kosten om alle laureaten
3 maanden te compenseren vanwege vertragingen door de coronacrisis ongeveer 1.575.000
euro zouden zijn?
Vraag 9
Bent u met de mening eens dat er een financiële oplossing gevonden dient te worden
om te voorkomen dat de laureaten in deze overmachtssituatie de kosten van de verlening
zelf moeten dragen? Welke mogelijkheden heeft u hiervoor binnen uw begroting? Welke
mogelijkheden zijn hiervoor binnen de begroting van NWO? Bent u het met de mening
eens dat desnoods in principe één (nog uit te geven) NWO vici-beurs gebruikt zou kunnen
worden om de opgelopen projectvertragingen van Rubicon-laureaten als gevolg van de
coronacrisis op te vangen? Bent u, indien NWO vanwege oormerking, subsidievoorwaarden
of anderszins niet zelfstandig tot een dergelijke of een andere oplossing kan besluiten,
maar uw toestemming nodig zou hebben, bereid deze te verlenen?
Vraag 10
Is het mogelijk om deze vragen te beantwoorden voor het algemeen overleg onderwijs
en corona van 7 oktober a.s?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. van der Molen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.E.W. Bruins, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.D. Wiersma, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Jan Paternotte, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.