Nota van wijziging : Nota van wijziging
35 374 Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets
Nr. 19
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 7 september 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel III wordt na «te bepalen tijdstip» toegevoegd «, dat voor de verschillende
artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld».
Toelichting
Het ingediende amendement van de leden Peters (CDA) en Bruins (CU) stelt voor om gemeenten,
het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Sociale Verzekeringsbank
(SVB) in de uitvoering van de socialezekerheidswetten de mogelijkheid te bieden om
met betrekking tot «fraudevorderingen» (vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht)
medewerking te laten verlenen aan minnelijke schuldenregelingen tegen finale kwijting,
tenzij er vastgesteld is dat sprake is van opzet of grove schuld.1 De betrokken uitvoeringspartijen (gemeenten, SVB en UWV) zijn nog niet geconsulteerd
over de wetswijzigingen die met dit amendement beoogd worden. De impact op de uitvoering
is zodoende nog niet in beeld gebracht. Er is dus ook nog niet in beeld wat er in
de uitvoering nodig is om de wetswijzigingen goed te kunnen uitvoeren. Dat is in het
kader van zorgvuldige implementatie en behoorlijk bestuur wel van belang. Het uitvoeren
van gedegen uitvoeringstoetsen kost tijd. De betrokken partijen moeten zich daarnaast
ook goed kunnen voorbereiden, zodat de wetswijzigingen doeltreffend kunnen worden
uitgevoerd. Daarom wordt met deze nota van wijziging de ruimte geboden om de inwerkingtredingsdatum
voor de verschillende artikelen en onderdelen van het wetsvoorstel verschillend vast
te stellen.
Indien het amendement wordt aangenomen en meer (of minder) voorbereidingstijd nodig
blijkt te zijn om het amendement te kunnen uitvoeren, biedt de inwerkingtredingsbepaling
van het wetsvoorstel de mogelijkheid om de inwerkingtredingsdatum voor de verschillende
artikelen en onderdelen van het wetsvoorstel verschillend vast te stellen. Vanwege
het publieke belang van de beoogde wetswijzigingen, zullen alle artikelen en onderdelen
van het wetsvoorstel (inclusief amendement) zo spoedig mogelijk in werking treden,
in afwijking van de vaste verandermomenten voor nieuwe regelgeving. De artikelen en
onderdelen waar het amendement op ziet, zullen in het belang van betrokkenen zo spoedig
mogelijk in werking treden. Hierbij kan worden afgeweken van de minimuminvoeringstermijn
van drie maanden voor nieuwe regelgeving.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van ’t Wout
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.