Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Markuszower over het bericht ‘Geadopteerden ontevreden over onderzoek’
Vragen van het lid Markuszower (PVV) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Geadopteerden ontevreden over onderzoek» (ingezonden 3 augustus 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 4 september 2020). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3760.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving over geadopteerden en deskundigen die geen vertrouwen
hebben in de commissie «Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het verleden» die u in
2018 heeft ingesteld?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de commissie die onderzoek doet naar illegale interlandelijke
adopties in het verleden en specifiek de rol van de overheid hierin, zou moeten bestaan
uit mensen die niet eerder een rol hebben vervuld bij diezelfde overheid? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 2
Deze mening deel ik niet. De leden van de Commissie zijn gevraagd vanwege hun deskundigheid
en ervaring en hun vermogen als commissie tot een onafhankelijk oordeel te komen.
Zij hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last en
ruggenspraak.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de voormalig landsadvocaat, die in grote zaken de staat juist
verdedigde niet geschikt is en voldoende vertrouwen wekt om de rol van de overheid
kritisch en onafhankelijk te onderzoeken? Zo nee, waarom niet? Bent u bekend met de
kritiek op de overige leden van de commissie en wilt u ingaan op deze kritiek?
Antwoord 3
Deze mening deel ik niet. Zoals ik bij vraag 2 ook al aangaf, zijn de leden van de
Commissie gevraagd vanwege hun deskundigheid en ervaring. Zij hebben zitting op persoonlijke
titel en oefenen hun functie uit zonder last en ruggenspraak. Ik realiseer mij terdege
dat het onderzoek van de Commissie van groot belang is voor geadopteerden en kan mij
voorstellen dat door het wachten op de uitkomst de bezorgdheid – en daarmee mogelijk
ook de kritiek – toeneemt. Ik heb echter het volle vertrouwen in de leden van de Commissie
en het werk dat zij doet.
Vraag 4
Bent u bekend met de enquête onder geadopteerden en de twijfels die zij en deskundigen
hebben over de insteek van het onderzoek en de onafhankelijkheid van de commissieleden?
Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit vertrouwen te herstellen?
Antwoord 4
De Commissie heeft mij in kennis gesteld over het vragenlijstonderzoek dat de Commissie
heeft laten uitvoeren door het Centraal Bureau voor de Statistiek. De Commissie heeft
de vrijheid dergelijke keuzes te maken. Ik vind het belangrijk af te wachten hoe de
uitkomsten hiervan landen in het rapport. Om betrokkenen goed te informeren heeft
de Commissie de veel gestelde vragen over het vragenlijstonderzoek verzameld en beantwoord
op haar website. Ook staat de Commissie rechtstreeks in contact met geadopteerden
en belangenorganisaties. Zoals aan uw Kamer toegezegd, laat ik een bijeenkomst organiseren
met belangenorganisaties in verband met het onderzoek van de Commissie.
Vraag 5
Hoe kan het dat in sommige gespreksverslagen volstrekt onjuiste informatie staat,
bijvoorbeeld dat een geadopteerde «veel vertrouwen» heeft in de onderzoekscommissie,
terwijl hij dit nooit gezegd heeft? Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de betreffende
geadopteerden, waar het tenslotte om gaat, zich wel kunnen vinden in de gespreksverslagen?
Antwoord 5
De commissie pleegt in alle gevallen hoor en wederhoor ten aanzien van de conceptgespreksverslagen.
Als daarin onjuistheden staan, worden deze hersteld voordat de verslagen schriftelijk
worden vastgesteld.
Vraag 6
Bent u bereid ervoor te zorgen dat de essentiële fouten uit de gespreksverslagen worden
gehaald? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zoals ik in de beantwoording van vraag 5 heb aangegeven, pleegt de commissie in alle
gevallen hoor en wederhoor. Ik vertrouw erop dat de verslaglegging van de commissie
op deze manier zorgvuldig tot stand komt.
Vraag 7
Waarom heeft de commissie slechts vier geadopteerden gehoord en niet meer?
Antwoord 7
Het is aan de commissie om te bepalen wie zij hoort. Het onderzoek is bovendien nog
in uitvoering. Derhalve is het niet aan mij hierover op dit moment uitspraken te doen.
Vraag 8
Waarom is er nooit iets gedaan met het strafrechtelijk onderzoek in de Brazil Baby
Affair zaak, waarin een Nederlandse juriste heeft verklaard dat zij als vertaalster
meewerkte aan illegale adoptiepraktijken op verzoek van de Nederlandse ambassade?
Bent u bereid ervoor te zorgen dat dit ook in het onderzoek wordt meegenomen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 8
Informatie over mogelijke misstanden bij de adoptie van baby’s uit Brazilië in de
jaren zeventig en tachtig was voor mij aanleiding een onafhankelijke commissie in
te stellen. De toenmalige Rijkspolitie heeft begin jaren tachtig onderzoek gedaan
naar illegale adopties van Braziliaanse baby’s en de mogelijke strafbaarheid van de
betrokken Nederlandse echtparen. In 42 Braziliaanse gevallen heeft de Rijkspolitie
geconstateerd dat er sprake is geweest van strafbaar handelen. Het onderzoek van de
commissie moet uitsluitsel geven over de verdere omvang.
Vraag 9
Klopt het dat u in een persoonlijk gesprek aan één van de betrokken geadopteerden
heeft beloofd documenten vrij te geven waaruit de betrokkenheid van Nederlandse ambtenaren
bij strafbare feiten blijkt? Zo ja, bent u bereid alsnog op korte termijn deze documenten
vrij te geven? Zo nee, waarom niet? En waarom belooft u dit dan wel in een persoonlijk
gesprek?
Antwoord 9
In een persoonlijk gesprek heeft betrokken geadopteerde gevraagd of inzage kon worden
gegeven in meer informatie dan was verstrekt naar aanleiding van een verzoek op grond
van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Naar aanleiding van mijn toezegging dat
na te gaan, heb ik geconcludeerd dat dit niet mogelijk is. Het verzoek betrof voornamelijk
persoonsgegevens. Het zwaarwegend belang deze te beschermen, is een weigeringsgrond
op grond van de Wob. De advocaat van betrokkene is over deze uitkomst geïnformeerd.
Vraag 10
Klopt het dat u deze zelfde betrokkene een vaste contactpersoon heeft beloofd maar
dat u dit nog niet geregeld heeft? Zo ja, bent bereid dit alsnog te regelen?
Antwoord 10
De betrokken persoon heeft een contactpersoon binnen mijn departement en is hiervan
op de hoogte.
Vraag 11
Bent u bereid ervoor te zorgen dat de betrokken adoptieouders, die de baby’s valselijk
als hun eigen kind hebben opgegeven, door de commissie te laten horen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 11
Ik benadruk dat het de opdracht is van de commissie om onderzoek te doen naar de feitelijke
gang van zaken bij interlandelijke adopties in het verleden en de rol van de Nederlandse
overheid daarbij. Het is aan de commissie om te bepalen wie zij moet horen ten behoeve
van de uitvoering van deze opdracht.
Vraag 12
Wilt u alle hierboven gestelde vragen en subvragen separaat beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.