Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Van Raak over het bedreigen van agenten
Vragen van de leden Van Nispen en Van Raak (beiden SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bedreigen van agenten (ingezonden 8 juli 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 september
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3630.
Vraag 1
Kent u het bericht «Agent wil vervolging afdwingen van man die hem bedreigde met fysiek
geweld»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Als de juridische haalbaarheid ontbreekt voor het vervolgen voor het bedreigen met
fysiek geweld van een politieagent, in het bijzijn van zijn vrouw en kinderen, door
een vuurwapengevaarlijke man die zich al eerder misdragen had, wat zegt dit dan volgens
u over de wet? Waarom is bedreigen met (zogenoemde «eenvoudige«) mishandeling nu niet
strafbaar?2
Snapt u het gevoel bij de politievakbonden dat het onverteerbaar is «dat een politieman
in zijn privétijd belaagd en bedreigd kan worden vanwege zijn werk zonder dat daar
strafrechtelijke consequenties aan zitten»?
Antwoord 2 en 3
Elke vorm van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak, waaronder
ook politiemensen, is onacceptabel. Incidenten van agressie en geweld tegen mensen
met een publieke taak worden, indien er aangifte gedaan is, door het Openbaar Ministerie
behandeld en hoog opgenomen. Indien er sprake is van een strafbare gedraging worden
daaraan ook strafrechtelijke consequenties verbonden. Zoals ik ook op de vragen van
de leden Van Wijngaarden en Yeşilgöz-Zegerius over ditzelfde onderwerp antwoordde,
kan ik mij goed voorstellen dat een sepot voor politieambtenaren teleurstellend kan
zijn. Het huidig strafrechtelijk instrumentarium biedt een ruime mogelijkheid aan
strafbaarstellingen. Het is uiteindelijk aan het Openbaar Ministerie om te bepalen
of een feitencomplex daarbinnen valt. Het is voor de betrokkene teleurstellend wanneer
dat het geval is, zeker na een belangrijke stap als het maken van een melding of het
doen van aangifte. Voor die teleurstelling heb ik alle begrip maar daar is uiteindelijk
toch de afweging door het OM – of in vóórkomend geval de rechter – beslissend. De
juridische haalbaarheid van een veroordeling van bedreiging is tegelijkertijd van
meerdere factoren afhankelijk. Bedreiging is strafbaar gesteld in artikel 285 van
het Wetboek van Strafrecht. Bedreiging is een misdrijf tegen de persoonlijke vrijheid.
De bedoeling van de strafbaarstelling is om te voorkomen dat iemand door de bedreiging
onder druk wordt gezet en daardoor wordt beperkt in zijn bewegingsvrijheid of in zijn
doen en laten. Tegen de achtergrond van deze doelstelling worden aan de zwaarte van
het misdrijf waarmee wordt gedreigd eisen gesteld. Ook wordt verlangd dat de bedreiging
van dien aard is en onder zulke omstandigheden is gedaan dat deze in het algemeen
de redelijke vrees kan opwekken dat het misdrijf waarmee is gedreigd ook zou worden
gepleegd. Een bedreiging met eenvoudige mishandeling is tegen de achtergrond van de
beschreven doelstelling, niet strafbaar. Dit geldt overigens ook voor een poging tot
(eenvoudige) mishandeling (artikel 300, vijfde lid, Wetboek van Strafrecht).
Vraag 4
Deelt u de mening dat iedere bedreiging met geweld tegen politieambtenaren strafbaar
zou moeten zijn? Zo niet, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om dat te bereiken?
Antwoord 4
Ik vind elke vorm van agressie en geweld tegen politieambtenaren onacceptabel. Het
huidig strafrechtelijk instrumentarium biedt dan ook een ruime mogelijkheid aan strafbaarstellingen.
Het is uiteindelijk aan het Openbaar Ministerie om te bepalen of een feitencomplex
daarbinnen valt. Ik verwijs u naar de beantwoording van de vraag van de leden Van
Wijngaarden en Yeşilgöz-Zegerius over ditzelfde onderwerp waar ik inga op de seponeringsgronden
van het Openbaar Ministerie in deze zaak.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.