Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Markuszower en Wilders over het bericht ‘Neonazi Heerlen’
Vragen van de leden Markuszower en Wilders (beiden PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Neonazi Heerlen» (ingezonden 24 juli 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 september
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3727.
Vraag 1
Bent u bekend met deze berichten?1 2
Antwoord 1
Ja, ik heb daar kennis van genomen.
Vraag 2
Bent u van mening dat personen of organisaties die uitingen doen zoals «Tod allen
Juden» zich schuldig maken aan het oproepen tot geweld en vervolgd en gestraft zouden
moeten worden?
Antwoord 2
Of een uiting of een handeling een strafbaar feit is betreft een juridische beoordeling,
waarbij feiten en omstandigheden worden getoetst aan het Wetboek van Strafrecht en
relevante jurisprudentie. Deze beoordeling wordt gemaakt door het Openbaar Ministerie.
Vraag 3
Kunt u uitleggen waarom Fadi J., de Duits-Irakese nazi, en/of zijn nazi partij, de
afgelopen jaren niet vervolgd is/zijn door het Nederlandse openbaar ministerie (OM)
voor het oproepen tot geweld?
Antwoord 3
Het OM heeft een eigenstandige bevoegdheid om strafrechtelijke vervolging in te stellen.
In deze specifieke zaak is door OM en de politie samengewerkt met de Duitse rechtshandhavingsautoriteiten.
Op 16 juli jongstleden heeft dit, na een door Duitsland gedaan overleveringsverzoek,
geleid tot de arrestatie van J. De Nederlandstalige website van J. is inmiddels niet
meer bereikbaar.
Vraag 4
Bent u bereid deze Duits-Irakese nazi alsnog te laten vervolgen voor het oproepen
tot geweld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het is aan het OM om dergelijke beslissingen te nemen, niet aan mij als Minister van
Justitie en Veiligheid.
Vraag 5
Bent u bereid deze Duits-Irakese nazi ons land uit te knikkeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het is aan de rechter om iemands verblijfrecht in Nederland te bepalen, niet aan mij
als Minister van Justitie en Veiligheid.
Vraag 6
Bent u van mening dat zolang u Duits-Irakese nazis zoals Fadi J., die oproepen tot
het doden van alle Joden, niet keihard aanpakt, u oogluikend toestaat dat Joden ook
daadwerkelijk slachtoffer van geweld worden?
Antwoord 6
Nee, ik ben van mening dat een dergelijke algemene conclusie niet kan worden getrokken
op basis van een individuele casus. Ik verwijs u hierbij ook naar het antwoord op
vraag 3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.