Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Slootweg en Omtzigt over mensen die van tafel en bed gescheiden zijn, dezelfde mantelzorgregels van toepassing voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) als op mensen die niet getrouwd zijn
Vragen van de leden Slootweg en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over mensen die van tafel en bed gescheiden zijn, dezelfde mantelzorgregels van toepassing voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) als op mensen die niet getrouwd zijn (ingezonden 10 augustus 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 4 september
2020).
Vraag 1 en 2
Zijn op mensen die van tafel en bed gescheiden zijn, dezelfde mantelzorgregels van
toepassing voor de AOW als op mensen die niet getrouwd zijn?
Kunt u precies aangeven welke regels omtrent samenwonen van toepassing zijn op mensen
die van tafel en bed gescheiden zijn? Kunnen zij aanspraak maken op de tweewoningenregeling
in het besluit «Besluit regels hoofdverblijf in dezelfde woning AOW»?
Antwoord 1 en 2
De hoogte van de AOW die iemand ontvangt is afhankelijk van de leefvorm waarin iemand
woont. Een alleenstaande krijgt 70% van het netto referentieminimumloon en gehuwden
krijgen 50% van het netto referentieminimumloon. Twee niet gehuwde personen die een
gezamenlijke huishouding voeren worden gelijkgesteld aan gehuwden en ontvangen een
AOW volgens de gehuwdennorm. Binnen de AOW is geen sprake van mantelzorgregels. Wel
wordt op basis van de feitelijke situatie beoordeeld welke AOW-norm van toepassing
is op de betreffende leefsituatie. Mensen die van tafel en bed gescheiden zijn wonen
niet meer bij elkaar, maar zijn formeel nog gehuwd. Voor gehuwden geldt dat als men
duurzaam gescheiden van elkaar leeft men als ongehuwd wordt aangemerkt. Door de SVB
wordt beoordeeld of de feitelijke toestand uitwijst dat beiden een afzonderlijk leven
leiden alsof er geen huwelijk was. Hierbij is het feit dat men op twee verschillende
adressen woont niet doorslaggevend.
Voor ongehuwden geldt de twee-woningen regel en dit houdt in dat als twee mensen ieder
een eigen woning hebben die hen vrij ter beschikking staat, er geen andere mensen
staan ingeschreven of feitelijk bij hen inwonen en zij ieder de eigen kosten van die
woning dragen, er geen sprake is van een gezamenlijke huishouding. Er wordt dan een
AOW voor alleenstaanden uitgekeerd. De twee-woningenregel is alleen van toepassing
op ongehuwden.
Ik onderken dat het stelsel van leefvormen binnen de AOW complex is en niet altijd
aansluit bij de beleving van AOW-gerechtigden. Dat is ook in de beleidsdoorlichting
van artikel 8 van de begroting SZW (oudedagsvoorziening) geconstateerd. Ik heb aangekondigd
dat ik naar aanleiding van de constateringen in de beleidsdoorlichting een ambtelijke
verkenning uit zal laten voeren naar de mogelijkheden die er zijn om het stelsel van
leefvormen in de AOW fundamenteel te vereenvoudigen en te moderniseren om tot een
oplossing van de geconstateerde knelpunten te komen. In deze ambtelijke verkenning
zal onderzocht worden welke verschillende opties mogelijk zijn om het stelsel van
leefvormen in de AOW voor de burger begrijpelijk en voor de uitvoering eenvoudiger
vorm te geven. Het beleid omtrent duurzaam gescheiden leven maakt onderdeel uit van
deze verkenning. Ik verwacht dat de voor het einde van dit jaar zal worden afgerond.
Vraag 3
Is u opgevallen dat in het «Besluit regels hoofdverblijf in dezelfde woning AOW» in
artikel 2, lid 1, geen onderscheid gemaakt wordt tussen gehuwd en ongehuwd gepensioneerden
en dat de regeling dus van toepassing is op beide categorieën?
Antwoord 3
Het Besluit regels hoofdverblijf in dezelfde woning AOW» bevat regels ten aanzien
van de uitleg van het begrip «hoofdverblijf in dezelfde woning als bedoeld in artikel
1, vierde en vijfde lid, van de AOW». Artikel 1, vierde en vijfde lid, van de AOW
heeft uitsluitend betrekking op ongehuwden. Voor gehuwden is de vraag naar het hoofdverblijf
niet van belang. Artikel 2, eerste lid, van het Besluit, gelezen in onderlinge samenhang
met de hiervoor genoemde bepalingen, is dan ook alleen van toepassing op ongehuwden.
Dat de twee-woningenregel uitsluitend van toepassing is op ongehuwden wordt bevestigd
en gerechtvaardigd geacht door de Centrale Raad van Beroep (uitspraak van 14 februari
2017, ECLI:NL:CRVB:2017:583).
Vraag 4
Herinnert u zich nog dat u schreef: «Nader wordt bezien of de voorlichting op de website
voldoende duidelijk is op dit onderwerp. [duurzaam gescheiden leven]»1
Antwoord 4
Ja. Sinds juli 2020 is de informatie over duurzaam gescheiden leven op de website
van de SVB uitgebreid.
Expliciet wordt vermeld dat het ieder op een eigen adres wonen onvoldoende is om als
duurzaam gescheiden leven te worden aangemerkt. Tevens is toegevoegd dat de SVB onderzoek
uitvoert om te beoordelen of er sprake is van duurzaam gescheiden leven en welke aspecten
door de SVB in het onderzoek worden betrokken. Daarnaast geeft de SVB nu twee voorbeelden:
een voorbeeld waarbij sprake is van duurzaam gescheiden leven en een voorbeeld waarbij
geen sprake is van duurzaam gescheiden leven.
Vraag 5
Klopt het dat er geen enkele informatie over het onderwerp «gescheiden van tafel en
bed» op de website staat, terwijl u wel aangeeft sinds 2016 projectmatig alle mensen
die zo leven, te onderzoeken? Zou het u dus niet sieren de informatie voor die mensen
gewoon binnen twee weken heel helder op de website te zetten?
Antwoord 5
Sinds de wet partners niet meer verplicht om tijdens het huwelijk samen te wonen,
komt deze vorm van scheiden – gescheiden van tafel en bed – steeds minder voor. Dat
is aanleiding geweest geen informatie over gescheiden van tafel en bed op de website
van de SVB op te nemen. Om misverstanden te voorkomen wordt op de website van de SVB
verduidelijkt dat personen die gescheiden zijn van tafel en bed wettelijk gezien nog
steeds getrouwd zijn. Zij worden dus op dezelfde wijze als gehuwden getoetst of zij
duurzaam gescheiden leven.
Vraag 6
Kunt u een overzicht geven van alle zaken over de tweewoningenregeling en de AOW waarover
de Centrale Raad van Beroep geoordeeld heeft?
Antwoord 6
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft uitspraak gedaan in tien zaken die betrekking
hebben op de tweewoningenregel. In vier zaken wordt inhoudelijk op de tweewoningenregel
in gegaan.
Deze vallen allen terug op één zaak in het bijzonder, en dat is de CRvB uitspraak
van 14 februari 2017 ECLI:NL:CRVB:2017:583.
De overwegingen van de CRvB in deze zaak waren samengevat:
Het enkele feit dat de wetgever bij de totstandkoming van de twee-woningenregel niet
uitdrukkelijk heeft gemotiveerd waarom die regel alleen geldt voor ongehuwden en niet
voor gehuwden, maakt niet dat sprake is van een ongerechtvaardigd onderscheid tussen
gehuwden en ongehuwden.
Het Besluit beoogt uitsluitend uitleg te geven aan het begrip «hoofdverblijf in dezelfde
woning als bedoeld in artikel 1, vierde en vijfde lid, van de AOW», dat uitsluitend
ziet op ongehuwd samenwonenden.
Er is geen sprake van een schending van de discriminatieverboden die zijn opgenomen
in artikel 14 van het EVRM, artikel 1 van het Twaalfde Protocol bij het EVRM en artikel
26 van het IVBPR.
Er bestaat een redelijke en objectieve rechtvaardiging voor het verschil in behandeling
in het kader van de twee-woningenregel omdat bij een huwelijk een wettelijk afdwingbare
zorgverplichting ontstaat, terwijl dat voor ongehuwden niet het geval is.
De zaken die verwijzen, danwel identiek zijn aan deze uitspraak betreffen:
ECLI:NL:CRVB:2017:4459
ECLI:NL:CRVB:2017:1330
ECLI:NL:CRVB:2017:584
Vraag 7
Is er een evaluatie gemaakt van het project van de controle van alle mensen op samenwonen?
Zo ja, kunt u die met de Kamer delen?
Antwoord 7
Er is geen evaluatie van de aanpak van controle van duurzaam gescheiden leven beschikbaar.
Vraag 8
Kunt u deze vragen een voor een en binnen 3 weken beantwoorden?
Antwoord 8
Ik streef ernaar u de beantwoording zo snel mogelijk te doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.