Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Diertens over de adviezen van de Europese Commissie over de aanstaande griepgolf ten tijde van COVID-19
Vragen van het lid Diertens (D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de adviezen van de Europese Commissie over de aanstaande griepgolf ten tijde van COVID-19 (ingezonden 22 juli 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 3 september 2020). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3697.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht van de Europese Commissie «Coronavirus: Commission
strengthens preparedness for future outbreaks» van 15 juli 2020?1
Antwoord 1
Ik onderschrijf het doel van het treffen van maatregelen om zo goed mogelijk voorbereid
te zijn op een volgende uitbraak. Ik heb om die reden dan ook ruim een half miljoen
extra griepvaccinaties ingekocht voor het Nationaal Programma Grieppreventie.
Vraag 2
Welke risico’s ziet u als een tweede golf van COVID-19 tegelijkertijd aanwezig is
met een (ernstige) griepgolf?
Antwoord 2
Het tegelijkertijd voorkomen van een griepgolf en een tweede golf kan impact hebben
op de kwetsbare mensen in onze samenleving en daarnaast een risico vormen voor de
patiëntveiligheid en de zorgcontinuïteit, zowel vanwege de extra instroom van patiënten
als vanwege de extra uitval van zorgpersoneel. Om die reden is het extra belangrijk
dat we ons goed voorbereiden en dat mensen de griepprik dit jaar gaan halen.
Vraag 3
Bent u het eens met de stelling van de Europese Commissie dat het uitbreiden van de
doelgroep voor de griepprik en nu al anticiperen op een griepvaccinatiecampagne kan
zorgen voor minder druk op de zorg in het griepseizoen, zeker omdat er al veel druk
op de zorg staat vanwege het coronavirus?
Antwoord 3
Ongeveer de helft van de huidige doelgroep haalt de griepprik. De opkomst voor de
griepprik laat na een flinke daling in de periode 2008–2018 de afgelopen twee jaar
een lichte stijging zien en ik hoop van harte dat de opkomst dit jaar weer een flink
stuk hoger zal zijn. Er is wereldwijde schaarste in de hoeveelheid beschikbare vaccins.
Ik heb desondanks maximaal ingezet om dit jaar extra vaccins in te kopen en de huidige
hoeveelheid extra vaccins zet ik bij voorkeur in om de opkomst binnen de huidige doelgroep
te verhogen, omdat de huidige doelgroep de meest kwetsbare doelgroep is. Uitbreiding
van de doelgroep zou effectief ervoor kunnen zorgen dat de meest kwetsbaren relatief
gezien minder gevaccineerd kunnen worden. Uiteraard zijn zorgmedewerkers ook een belangrijke
doelgroep voor de griepvaccinatie, zie voor de inzet voor die doelgroep mijn antwoord
bij vraag 4. Overigens heb ik de Gezondheidsraad om advies gevraagd om de huidige
doelgroepen van het Nationaal Programma Grieppreventie tegen het licht te houden.
Dit advies verwacht ik in conform de werkagenda van de Gezondheidsraad in 2021.
Vraag 4
Kunt u ingaan op elk van de afzonderlijke maatregelen zoals omschreven in hoofdstuk
II, paragraaf 6 «Reducing the burden of seasonal influenza» van de «Short-term EU
health preparedness for COVID-19 outbreaks» en of u van plan bent deze maatregelen
te implementeren? Zo ja, op welke wijze?2
Antwoord 4
Op basis van historische data van de griepepidemieën in Nederland lijkt vervroeging
van de griepprik niet zinvol. We zien in Nederland vaak pas een griepepidemie vanaf
week 52. Influenza circuleert dus maar zeer beperkt in de maanden september tot november.
De timing van de uitvoering van de griepprik is zo gekozen is dat die aansluit op
de verwachting van het moment van de griepgolf in Nederland. De vaccinrespons neemt
namelijk na vaccinatie eerst toe, maar neemt vervolgens ook weer af. Bij vervroegd
vaccineren is het waarschijnlijk dat de vaccinrespons bij gevaccineerde mensen niet
meer optimaal is op het moment dat in Nederland daadwerkelijk een griepepidemie heerst.
Mensen zijn dan minder goed beschermd op het moment dat dit het meeste nodig is. Wat
betreft uitbreiding van de doelgroep, zie mijn antwoord op vraag 3. Het RIVM heeft
in mijn opdracht ruim een half miljoen extra griepvaccins ingekocht. Verder heb ik
me nog tweemaal aangemeld voor gezamenlijke inkoop van griepvaccins op Europees niveau.
Dit heeft helaas niet tot extra inkoop van vaccins geleid vanwege de wereldwijde schaarste.
Huisartsen bereiden zich voor op een andere organisatie van de griepvaccinatiecampagne
dan normaal vanwege de coronamaatregelen. Het NHG en de LHV hebben in afstemming met
het RIVM en de SNPG een handleiding geschreven die huisartsenpraktijken kunnen gebruiken
bij het inrichten van hun vaccinatiespreekuren waarbij rekening gehouden wordt met
de coronamaatregelen. Verder heb ik gemeenten gevraagd zonder vergoeding hun medewerking
te verlenen als de huisartsen de griepvaccinatie niet in hun eigen praktijk kunnen
organiseren, door bijvoorbeeld een sporthal beschikbaar te stellen.
Ook heb ik en mijn collega VWS bewindspersonen jaarlijks aandacht besteed aan het
belang van de griepprik. Volwassenenvaccinatie is een van de thema’s binnen de vaccinatiealliantie.
De vaccinatiealliantie is op 31 augustus jl. bijeengekomen en zal de komende periode
nogmaals bijeenkomen. Het verhogen van de vaccinatiegraad van de griepprik is daarbij
onderwerp van gesprek.
Ten slotte ben ik in gesprek met zorgkoepels over het verhogen van de griepvaccinatiegraad
onder medewerkers in de zorg. De zorgkoepels zijn doordrongen van de risico’s van
een lage vaccinatiegraad en zetten zich in om deze te verhogen. Ik heb Uw Kamer op
29 januari jl.3 geïnformeerd over mijn inzet op dit thema en ik zal in gesprek blijven met deze partijen
om de griepvaccinatiegraad onder medewerkers te doen stijgen.
Vraag 5
Aangezien de Europese Commissie aanbeveelt deze maatregelen tijdens de zomer (juli
en augustus) al uit te voeren, welke acties worden op dit moment ingezet door u en
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)?
Antwoord 5
Zie mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Wat gaat u additioneel ondernemen om een tekort aan testcapaciteit en beschermingsmiddelen
te voorkomen door het aantal mensen met griepklachten te beperken, gegeven het feit
dat griepklachten bijna niet te onderscheiden zijn van klachten van COVID-19?
Antwoord 6
Een tekort aan testcapaciteit en beschermingsmiddelen moet zeker voorkomen worden
en daar is onze inzet ook op gericht. Voor voldoende testcapaciteit zetten we in op
extra inkoop van testmaterialen, testapparatuur en testcapaciteit uit het buitenland.
Ook zetten we in op mogelijkheden op het gebied van pooling (tegelijk testen van meerdere
monsters) en innovatieve testen. Wat betreft beschermingsmiddelen heeft het Landelijk
Consortium Hulpmiddelen inmiddels een grote voorraad beschermingsmiddelen aangelegd.
Hiermee kan aan de huidige vraag van beschermingsmiddelen worden voldaan en is het
LCH ook voorbereid op een eventuele tweede golf. Daarnaast bereiden zorginstellingen
zich ook zelf voor door een grotere voorraad beschermingsmiddelen aan te leggen, die
ook gebruikt kan worden voor het opvangen van een griepgolf. Hier is Uw Kamer al herhaaldelijk
over geïnformeerd in verschillende brieven en debatten. Het klopt dat griepachtige
klachten niet te onderscheiden zijn van klachten door COVID-19; de enige manier om
dit onderscheid te maken is testen.
Vraag 7
Wie komen er voor het aankomend griepseizoen van 2020/2021 in aanmerking voor een
griepprik?
Antwoord 7
Alle mensen van 60 jaar en ouder en mensen in bepaalde risicogroepen komen in aanmerking
voor griepvaccinatie4.
Vraag 8
Welke lessen uit de griepepidemie van 2017/2018 neemt u mee in de voorbereiding op
komend griepseizoen, zoals effectiviteit en doelgroepen van vaccineren, omdat tijdens
die griepepidemie de sterfte ook verhoogd was in de leeftijdsgroepen 55–64 jaar en
65–74 jaar?5
Antwoord 8
De effectiviteit is van veel factoren afhankelijk, deze is elk jaar weer anders. Gemiddeld
is de effectiviteit van de griepprik ongeveer 40%. In 2018 heb ik opdracht gegeven
om over te gaan op een quadrivalent vaccin, dat is een vaccin met vier verschillende
griepvirusstammen. In het verleden was dit een trivalent vaccin met 3 verschillende
virussen. De kans op bescherming tegen griep is met het vaccin met 4 verschillende
griepvirussen groter. Zoals gezegd heb ik over de doelgroepen de Gezondheidsraad om
advies gevraagd. Daarnaast is de communicatie voor de doelgroepen aangepast, er is
een overzichtelijke infographic ontwikkeld, er is meer gebruik gemaakt van social
media om de griepprik onder de aandacht te brengen en er is veel aandacht besteed
aan de misvattingen over de griepprik. In de afgelopen twee seizoenen zien we voor
het eerst weer een stijging van de vaccinatiegraad.
Vraag 9
Kunt u deze vragen zo spoedig als mogelijk beantwoorden, omdat wordt geadviseerd om
nu al voorbereidingen te treffen voor komend griepseizoen?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.