Amendement : Amendement van het lid Alkaya over instemming van de OR voor beëindiging van de bedenktijd
35 367 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het inroepen van een bedenktijd door het bestuur van een beursvennootschap
Nr. 10
                   AMENDEMENT VAN HET LID ALKAYA
            
Ontvangen 2 september 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 114b lid 5 voor de punt
                     aan het slot van de derde volzin ingevoegd «, met dien verstande dat de ondernemingsraad,
                     voor zover aanwezig, de beëindiging van de bedenktijd moet goedkeuren».
                  
Toelichting
               
Het wetsvoorstel rust bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen uit met de mogelijkheid
                     om zich, middels een bedenktijd, te weren tegen activistische aandeelhouders en vijandige
                     overnames die de langetermijnwaardecreatie van de onderneming bedreigen. Het bestuur
                     kan besluiten de bedenktijd voortijdig te beëindigen indien het van mening is dat
                     het voldoende zicht heeft op de effecten op de stakeholders en het een afweging van
                     deze belangen heeft gemaakt. Hiervoor heeft het de instemming van de Raad van Commissarissen
                     nodig.
                  
De indiener is van mening dat ook de ondernemingsraad dient te worden betrokken bij
                     de vraag of de bedenktijd al dan niet eerder dient te worden beëindigd. Het is immers
                     niet uitgesloten dat de belangen van de bestuurders en die van de werknemers niet
                     overeenkomen. Aangezien de werknemers het meest afhankelijk zijn van het voortbestaan
                     van hun onderneming en hun werkplek, regelt dit amendement dat zij dienen in te stemmen
                     alvorens het bestuur de bedenktijd kan beëindigen.
                  
Alkaya
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid