Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de tijdens de persconferentie de dato 6 augustus 2020 aangekondigde aanvullende maatregelen voor studenten en studieverenigingen
Vragen van het lid Van Haga (Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de tijdens de persconferentie de dato 6 augustus 2020 aangekondigde aanvullende maatregelen voor studenten- en studieverenigingen (ingezonden 10 augustus 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 september
2020).
Vraag 1
Kunt u uitleggen waarom er wezenlijk verschillende maatregelen worden getroffen ten
opzichte van introductieactiviteiten van algemene studentenverenigingen (de zogeheten
«gezelligheidsverenigingen») enerzijds en introductieactiviteiten van studieverenigingen
en studentensportverenigingen anderzijds?
Antwoord 1
Het kabinet wilde maatregelen nemen om het toenemende aantal besmettingen onder jongeren
te beperken en voorzag daarbij een specifiek risico met de organisatie van alle introductieactiviteiten
voor nieuwe studenten van mbo, hbo en wo aan het begin van het nieuwe studiejaar.
Het kabinet heeft daarom besloten die bijeenkomsten zoveel mogelijk te verbieden en
alleen onder strikte voorwaarden fysieke bijeenkomsten mogelijk te maken als die bijeenkomsten
gericht waren op studie of sport.
Na overleg met het Veiligheidsberaad op 17 augustus jl. is besloten om ook studentenverenigingen
de gelegenheid te geven om kleinschalige fysieke introductiebijeenkomsten te organiseren
(mits deze gericht zijn op kennismaking, sport, studie, er geen alcohol wordt gedronken
en activiteiten niet plaatsvinden tussen 22:00 en 6:00). Voor activiteiten bij studentenverenigingen
geldt dat deze eerst goedgekeurd dienen te worden door de onderwijsinstelling of de
veiligheidsregio.
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom er tijdens activiteiten van studieverenigingen en studentensportverenigingen
kennelijk minder kans bestaat op verspreiding van COVID-19 dan tijdens activiteiten
van algemene studentenverenigingen?
Antwoord 2
Tijdens alle bijeenkomsten is er een risico op besmetting. Het kabinet heeft ervoor
gekozen een beperkt risico te accepteren voor kleinschalige bijeenkomsten gericht
op kennismaking, studie en sport, omdat het kabinet dit belangrijke activiteiten vindt
voor aankomende studenten.
Vraag 3
Kunt u uitleggen waarom het verspreidingsrisico onder eerstejaarsstudenten met de
leeftijd van achttien jaar kennelijk groter is dan het verspreidingsrisico onder middelbare
scholieren met diezelfde leeftijd, welke in groepsverband les krijgen en activiteiten
verrichten in vaak slecht geventileerde lokalen en waarbij de afstand van anderhalve
meter dikwijls niet haalbaar is?
Antwoord 3
Het is niet zo dat het risico om besmet te raken ineens sterk toeneemt als iemand
van 18 jaar van het voortgezet onderwijs doorstroomt naar vervolgonderwijs. Bij de
infectieziektebestrijding kijken we echter ook naar groepsgerichte maatregelen, waarmee
we niet elk risico op besmetting uitsluiten, maar de grootste risico’s. De start van
het nieuwe studiejaar met veel introductiebijeenkomsten acht het kabinet zo’n groot
risico.
Vraag 4
Ziet u in dat de aanvullende maatregelen voor onduidelijkheid en onbegrip bij studenten
kunnen zorgen, daar er wezenlijk geen onderscheid valt te maken tussen activiteiten
van algemene studentenverenigingen enerzijds en activiteiten van studie- en studentensportverenigingen
anderzijds?
Antwoord 4
Ja. Het kabinet heeft inmiddels besloten algemene studentenverenigingen meer mogelijkheden
te bieden.
Vraag 5
Bent u bereid de introductieactiviteiten van algemene studentenverenigingen wel doorgang
te laten vinden, indien betreffende verenigingen vooraf een uitgebreid veiligheidsprotocol
kunnen overleggen? Indien nee, waarom niet?
Antwoord 5
Inmiddels heb ik na overleg met de voorzitters van de veiligheidsregio’s besloten
om kleinschalige bijeenkomsten van studentenverenigingen mogelijk te maken, mits zij
aan dezelfde strikte voorwaarden voldoen als de andere introductiebijeenkomsten voor
nieuwe studenten.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het beter is om introductieactiviteiten volgens een gecontroleerd
protocol te laten plaatsvinden dan ongecontroleerd? Indien ja, heeft u het risico
meegewogen dat jongeren mogelijk toch zelf iets gaan organiseren, maar dan buiten
het zicht van de overheid?
Antwoord 6
Ja, dat heeft het kabinet meegewogen. In geval van excessen, zouden de veiligheidsregio’s
op basis van de huidige noodverordeningen ook mogelijkheden hebben om op te treden
tegen andere bijeenkomsten waar onvoldoende wordt gelet op de veilige afstand en de
hygiënemaatregelen.
Vraag 7
Heeft u overwogen om de introductieactiviteiten van algemene studentenverenigingen
toch doorgang te laten vinden, met diezelfde restricties als bij de introductieactiviteiten
van studie- en studentensportverenigingen? Indien nee, waarom niet? Indien ja, waarom
heeft u dan toch besloten de introductieactiviteiten van algemene studentenverenigingen
in het geheel te verbieden?
Antwoord 7
Naar aanleiding van het overleg met de voorzitters veiligheidsregio’s op 17 augustus
jl. heb ik besloten om ook studentenverenigingen de mogelijkheid te bieden om kleinschalige
bijeenkomsten te organiseren gericht op kennismaking, studie en sport, mits de bijeenkomsten
zijn geaccordeerd door een onderwijsinstelling of veiligheidsregio, er geen alcohol
genuttigd wordt bij de bijeenkomsten en de bijeenkomsten niet plaatshebben tussen
22.00 en 06.00u. De studentenverenigingen kunnen daarvoor een ontheffing aanvragen
bij de veiligheidsregio.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.