Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wiersma, El Yassini en Smals over het voorkeursbeleid van de TU Eindhoven
Vragen van de leden Wiersma, El Yassini en Smals (allen VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «TU Eindhoven mag vacatures niet tijdelijk alleen voor vrouwen openstellen» (ingezonden 6 juli 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
1 september 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3672.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «TU Eindhoven mag vacatures niet tijdelijk alleen voor
vrouwen opstellen» en de uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens over
het aannamebeleid van de Technische Universiteit Eindhoven?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitspraak van de College voor de Rechten van de Mens? Bent u het
eens met het College dat de TU/e niet duidelijk genoeg maakt waarom het voorkeursbeleid
voor alle wetenschappelijke functies moet gelden, omdat de achterstandspositie van
vrouwen niet bij alle faculteiten even groot is? Kunt u dit nader toelichten?
Antwoord 2
Het College stelt vast dat TU Eindhoven met het Irène Curie Fellowship beoogt vrouwen
in een bevoorrechte positie te plaatsen om feitelijke ongelijkheden op te heffen of
te verminderen. Volgens het College is dit een legitiem doel. Zoals het College in
zijn oordeel aangeeft, dient aan de hand van de omstandigheden van het concrete geval
te worden beoordeeld of maatregelen die leiden tot absolute en onvoorwaardelijke voorrang
voor vrouwen bij werving en selectie gerechtvaardigd zijn. In dit geval is het College
tot het oordeel gekomen dat het voorkeursbeleid niet voldeed aan de eisen van evenredigheid.
Het is niet aan mij om de beoordeling die het College in dit geval heeft gegeven over
te doen. Het College is een onafhankelijk instituut met onder andere de wettelijke
taak om te oordelen over individuele klachten over ongelijke behandeling.
Vraag 3
Herinnert u zich nog de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen van de leden
Yesilgoz-Zegerius, Tielen en El Yassini over het aannamebeleid van TU/e?2
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Waarom oordeelde u destijds dat er geen sprake was van uitsluiting, omdat de vacatures
na zes maanden ook opengesteld zouden worden voor mannen wanneer er geen geschikte
kandidaten zijn gevonden? Bent u nog steeds van mening dat er geen sprake is van uitsluiting?
Zo ja, hoe verhoudt dit zich met de uitspraak van het College voor de Rechten van
de Mens? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Mannen werden met het programma niet geheel uitgesloten. Zij konden worden aangenomen
als het binnen zes maanden niet gelukt was een geschikte vrouwelijke kandidaat aan
te nemen, en er kon een uitzondering worden gemaakt voor uitmuntende mannelijke kandidaten.
Het College overweegt in zijn oordeel dan ook dat er inderdaad geen sprake is van
absolute uitsluiting van mannen. Het College oordeelt echter dat mannen geen reële kans maakten,
de maatregelen gingen daarom te ver.
Vraag 5
Herinnert u zich nog het antwoord dat het niet aan u is om te beoordelen of dit beleid
van de TU/e aan alle strenge regels rond voorkeursbeleid voldoet, maar aan het College
voor de Rechten van de Mens? Wat betekent de uitspraak van het College voor de Rechten
van de Mens voor het voorkeursbeleid van TU/e? Gaat u nu wel ingrijpen bij TU/e?
Antwoord 5
Het College heeft geoordeeld in deze zaak, waarna de TU/e heeft aangegeven op basis
van het oordeel te bezien op welke manier zij hun ambitie om meer diversiteit te bewerkstelligen
kunnen voorzetten, binnen de grenzen van wat is toegestaan. Ik vertrouw erop dat zij
hun maatregelen zorgvuldig bezien in het licht van het oordeel van het College.
Vraag 6
Zijn er nog andere universiteiten of hogescholen in Nederland met een dergelijk voorkeursbeleid?
Zo ja, wat betekent dit voor hun voorkeursbeleid en gaat het College voor de Rechten
van de Mens hier ook onderzoek naar doen?
Antwoord 6
Er zijn geen andere universiteiten of hogescholen die op dit moment dergelijke maatregelen
nemen. Als er in de toekomst een verzoek om een oordeel bij het College binnenkomt,
geeft het College hierover een oordeel.
Vraag 7
Bent u bekend met eerdere uitspraken van het Europese Hof van Justitie, waaruit blijkt
dat het voorkeursbeleid niet mag leiden tot een absolute voorrang voor vrouwen? Bent
u bereid om bij verdenking van dergelijk voorkeursbeleid op een Nederlandse hoger
onderwijsinstelling hier direct onderzoek naar te doen om ervoor te zorgen dat we
in Nederland geen oneerlijke aannamebeleid kennen in het hoger onderwijs?
Antwoord 7
Zie antwoord op vraag 2. Het College houdt rekening met de jurisprudentie van het
Hof van Justitie blijkens de uitspraak in deze zaak. Op basis van deze en andere jurisprudentie
toetst het College aan de hand van de omstandigheden of voorkeursbeleid gerechtvaardigd
is. Dit kan tot verschillende oordelen leiden. In deze zaak kwam het College tot oordeel
dat dit niet gerechtvaardigd is. In een zaak uit 2012 waarbij het aannamebeleid van
de TU Delft centraal stond, achtte het College dat de TU Delft geen verboden onderscheid
heeft gemaakt op grond van geslacht.
Voor onderwijsinstellingen gelden dezelfde regels als voor andere werkgevers in Nederland.
Zij dienen zich aan de wetgeving voor gelijke behandeling te houden. Als iemand meent
dat zij dat niet doen, kan die persoon of instantie het College om een oordeel vragen.
Vraag 8
Op welke manier gaat u ervoor zorgen dat de TU/e zich gaat houden aan de uitspraak
van het College van de Rechten van de Mens? Kunt u de Kamer op de hoogte houden bij
de uitwerking hiervan?
Antwoord 8
Het is aan de TU/e om een aangepast aannamebeleid vast te stellen. De TU/e heeft mij
laten weten dat ze de bevindingen van het College inclusief de handreiking voor toekomstig
beleid ter harte hebben genomen. Ze zijn een herziening van het Irène Curie programma
aan het voorbereiden, zodat het programma aan de benodigde vereisten tegemoet kan
komen. Het is primair aan de TU/e om hierover te communiceren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.