Schriftelijke vragen : Het Nederlandse fiscaal verdragsbeleid
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over het Nederlandse fiscaal verdragsbeleid (ingezonden 31 augustus 2020).
Vraag 1
Kunt u een reactie geven op het Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO)-rapport
Theorie en praktijk van de Nederlandse belastingverdragen met ontwikkelingslanden?1
Vraag 2
Hoe verklaart u dat de al in 2011 uitgesproken intenties om in belastingverdragen
hogere bronheffingen te willen accepteren bij ontwikkelingslanden dan bij meer ontwikkelde
landen niet worden nagekomen?
Vraag 3
Deelt u de conclusie van SOMO dat Nederland nog steeds het recht om belasting te heffen
op het inkomen van multinationals in ontwikkelingslanden frustreert door het eigen
bovengenoemde beleid niet uit te voeren? Zo nee, op welke manier wordt het recht om
belasting te heffen wel ten volste toegekend aan deze landen?
Vraag 4
Wat doet u tegen de internationale race naar de bodem op het vlak van vennootschapsbelasting
als u niet bereid of niet in staat bent om ontwikkelingslanden hun eerlijke deel van
de inkomsten van multinationals te laten behouden?
Vraag 5
Welke belastingverdragen verwacht u binnen deze kabinetsperiode nog naar de Kamer
te zenden en welke wijzigingen op het vlak van een fatsoenlijke bronbelasting die
internationale belastingontwijking daadwerkelijk tegengaat zullen wij hierin aantreffen?
Vraag 6
Waarom zijn de al in 2015 ondertekende verdragen met Malawi en Kenia nog steeds niet
in werking getreden? In welke mate heeft Nederland bij deze verdragen zijn(economische)
macht misbruikt door toch een verdrag uit te onderhandelen dat ongunstig is voor deze
landen?2 Ziet u voor Nederland een rol weggelegd in de toepassing van antimisbruikbepalingen
zodat deze daadwerkelijk worden ingezet? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Heeft de volgend jaar ingaande voorwaardelijke bronbelasting op rente en royalty’s
reeds geleid tot gedragseffecten bij multinationals die misbruik maken van het Nederlandse
verdragenstelsel om op grote schaal belasting te ontwijken? Is er aanleiding om te
denken dat deze belasting zal leiden tot vermindering van de doorsluisfunctie van
Nederland in het internationale stelsel van belastingontwijking?
Vraag 8
Kunt u de conclusie van SOMO onderschrijven dat mede als gevolg van ineffectieve bronbelastingen
in belastingverdragen de aantrekkingskracht voor internationale investeerders om het
Nederlandse stelsel van belastingverdragen te gebruiken om belasting te ontwijken
onverminderd groot is?
Vraag 9
Bent u in het laatste geval bereid om deze wet aan te scherpen, zodat de voorwaardelijkheid
verdwijnt en de bronbelasting op alle landen van toepassing is in plaats van alleen
op de zogeheten laagbelastende landen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.