Schriftelijke vragen : De (kritieke) situatie van twee mensenrechtenadvocaten in Turkije
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de (kritieke) situatie van twee mensenrechtenadvocaten in Turkije (ingezonden 31 augustus 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het Joint statement over de (kritieke) situatie van Ebru
Timtik en Aytaç Ünsal en over de staat van de advocatuur in Turkije in het algemeen
door een aantal advocatenorganisaties en Europese Ordes van Advocaten d.d. 12 augustus
jl.?1
Vraag 2
Wat is uw oordeel over het proces waarbij een groep van 18 advocaten in maart 2019
tot lange gevangenisstraffen is veroordeeld, dat volgens waarnemers niet voldeed aan
de internationale regels voor een eerlijk proces?
Vraag 3
Bent u van mening dat de naleving van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten
van de Mens (EVRM), het recht op een eerlijk proces, in Turkije voldoende gewaarborgd
is? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid in EU-verband de Turkse overheid aan te spreken
op de noodzaak tot het naleven van artikel 6 EVRM voor het goed functioneren van de
rechtsstaat?
Vraag 4
Heeft u zich op de hoogte laten stellen van de gezondheidssituatie van de Turkse mensenrechtenadvocaten
Ebru Timtik en Aytac Ünsal, die respectievelijk 230 en 199 dagen in hongerstaking
zijn en die na de publicatie van het rapport van de Istanbul Forensic Medicine Institution
d.d. 30 juli 2020 beiden zijn overgebracht naar een ziekenhuis waar zij worden vastgehouden?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u bevestigen dat Ebru Timtik inmiddels is overleden?
Vraag 5
Heeft u contact opgenomen met een van de organisaties die zich bezig houden met deze
zaak, zoals Lawyers for Lawyers, om te bespreken welke hulp u kunt bieden? Zo ja,
wat heeft dit contact opgeleverd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Heeft u contact opgenomen met de Turkse overheid om uw zorgen over te brengen over
de huidige situatie? Zo ja, wat is de reactie? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Heeft u contact opgenomen met uw Europese collega’s om de gang van zaken in Turkije
omtrent de berechting van mensenrechtenadvocaten te bespreken? Zo ja, welke actie
volgt hieruit? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen?
Vraag 8
Bent u bereid om in EU-verband bij de Turkse overheid ten minste aan te dringen op
de vrijlating van de mensenrechtenadvocaten in afwachting van de behandeling van het
door hen bij het Hooggerechtshof ingestelde beroep? Zo ja, gaat u dit gezien de dringende
omstandigheden per omgaande doen? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
E.M.J. Ploumen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.