Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over in Bahrein geplande executies
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over in Bahrein geplande executies (ingezonden 8 juli 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 31 augustus 2020).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat een hof in Bahrein onlangs tegen twee personen een al eerder
opgelegde doodstraf heeft gehandhaafd, te weten tegen Hussein Rashid en Zuhair Abdullah?1
Antwoord 1
Dat kan ik bevestigen.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de beschuldiging dat bekentenissen door marteling verkregen zijn?
Antwoord 2
Beschuldigingen van het gebruik van marteling, onder wat voor omstandigheden dan ook,
vind ik zorgwekkend. Daarnaast wil ik benadrukken dat het gebruik van uit foltering
verkregen bewijs strijdig is met artikel 15 van het Verdrag tegen Foltering, waarbij
Bahrein partij is.
Vraag 3
Klopt het dat het aantal veroordeelden in Bahrein aan wie de doodstraf is opgelegd
nu tien is? Zo nee, wat zijn dan de feiten?
Antwoord 3
Volgens Bahreinse mensenrechtenorganisaties zijn er momenteel 18 personen veroordeeld
tot de doodstraf sinds 2017. Omdat de autoriteiten deze personen als terroristen of
supporters van terrorisme beschouwen, zijn er geen officiële cijfers beschikbaar.
Vraag 4
Bent u bereid met Bahrein contact op te nemen om erop aan te dringen dat de doodstraffen
niet worden uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nederland is principieel tegen de doodstraf en bepleit de afschaffing van de doodstraf
onder alle omstandigheden wereldwijd en trekt hierin op in EU-verband. Deze welbekende
positie wordt uitgedragen in bilaterale contacten met landen, zoals Bahrein, waar
de doodstraf wordt toegepast en in multilaterale fora zoals de VN. Op mondelinge wijze
bijvoorbeeld tijdens de hoogambtelijke consultaties tussen Nederland en Bahrein die
vorig jaar in april plaatsvonden. Daarnaast wordt de mensenrechtensituatie in Bahrein
besproken in EU-verband in de regionale Raadswerkgroep, de Raadswerkgroep voor mensenrechten
en de informele mensenrechtendialoog tussen Bahrein en de Europese Dienst voor Extern
Optreden, waarvan de meest recente in november 2019 heeft plaatsgevonden. Mede op
Nederlands aandringen zijn er daarnaast begin dit jaar2 en recentelijk3 EU-verklaringen uitgegaan over recente doodsvonnissen in Bahrein waarin het gebruik
van de doodstraf wordt veroordeeld en Bahrein wordt opgeroepen tot omzetting van alle
veroordelingen tot de doodstraf en een moratorium op de uitvoering in te stellen als
eerste stap tot gehele afschaffing. Het kabinet blijft de situatie aandachtig volgen
en zal zich hiervoor blijven inzetten.
Vraag 5
Bent u bereid er eveneens op aan te dringen dat verdachten in Bahrein een eerlijk
proces moeten krijgen en dat beschuldigingen van marteling serieus onderzocht dienen
te worden en verantwoordelijken bestraft? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nederland pleit in bilateraal en internationaal verband voor een humane behandeling
van gevangenen conform internationale mensenrechtenverdragen zoals voorgeschreven
in het Internationale Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten als ook het Verdrag
tegen foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing.
Dit laatste verdrag verplicht de staten die partij zijn, zoals Bahrein, expliciet
tot een onverwijld en onpartijdig onderzoek van een dergelijke klacht door de competente
autoriteiten. De Nederlandse regering zal de Bahreinse autoriteiten blijven aanspreken
op de behandeling van gedetineerden, het belang van het garanderen van eerlijke procesgang,
en volledige implementatie van het rapport van de Bahrain Independent Commission of
Inquiry (BICI).
De mensenrechtensituatie in Bahrein is in juli 2018 tevens door de VN Mensenrechtenraad
te Genève besproken, waarbij ook de behandeling van gedetineerden aan de orde is gekomen.
Bij de behandeling van Bahrein in het kader van de Universal Periodic Review in 2017
was er veel aandacht voor het nemen van maatregelen tegen foltering door Bahreinse
autoriteiten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.