Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bergkamp over onderzoek naar de legitieme portie in het erfrecht
Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming over onderzoek naar de legitieme portie in het erfrecht (ingezonden 15 juli 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 31 augustus 2020). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3665.
Vraag 1
Bent u bekend met het probleem dat, als gevolg van juridische kaders, het voor veel
mensen als lastig en kwellend wordt ervaren wanneer zij tot op het sterfbed te maken
krijgen met conflicten met hun kinderen rondom hun erfenis? Wat vindt u hiervan?
Antwoord 1
Conflicten over (aanstaande) erfenissen, of deze zich nu voordoen tussen de kinderen
van de erflater en de erflater zelf of tussen de kinderen en andere erfgenamen van
de erflater, zijn voor alle betrokken partijen emotioneel belastend en tegelijkertijd
van alle tijden. Zeker aan het sterfbed is dit emotioneel belastend, ongeacht het
juridisch kader dat van toepassing is op de erfenis.
Ik begrijp uit deze Kamervragen dat met de verwijzing naar juridische kaders wordt
gedoeld op de legitieme portie waarop kinderen aanspraak kunnen maken als zij in het
testament van de erflater zijn onterfd ten gunste van een ander kind of andere erfgenamen.
Conflicten die hieruit volgen, doen zich vaak pas voor na het overlijden van de erflater
bij het bekend worden van het testament.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het ieder individu vrij moet staan zelf te bepalen aan wie men
zijn erfenis wil nalaten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, ik onderschrijf de testeervrijheid als uitgangspunt in het erfrecht. De testeervrijheid,
die ook het uitgangspunt is in ons Burgerlijk Wetboek, houdt in dat ieder individu
de vrijheid heeft zelf te bepalen aan wie hij welke goederen wil nalaten en daarmee
de inhoud van zijn testament kan bepalen. Onderdeel van de testeervrijheid is de mogelijkheid
om kinderen te onterven. De testeervrijheid is echter niet onbeperkt. Kinderen die
in een testament worden onterfd, kan naar huidig recht de legitieme portie niet worden
ontzegd. Deze beperking op de testeervrijheid is gebaseerd op de rechtsovertuiging
dat aan kinderen en hun afstammelingen een deel van de nalatenschap van hun ouders
toekomt.
Vraag 3, 4
Wat vindt u ervan dat de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) in haar brief
aan de Tweede Kamer aangaf dat de overgrote meerderheid van de wetenschap voor afschaffing
van de legitieme portie is, dat de legitieme portie niet meer in een sociaaleconomische
behoefte zou voorzien en geen maatschappelijk draagvlak meer heeft?1
Hoe kijkt u aan tegen het feit dat uit onderzoek in 2016 bleek dat 40 procent van
de Nederlanders van mening was dat het wettelijk mogelijk moet zijn een volwassen
kind te onterven, zonder dat deze recht heeft op de legitieme portie?2
Antwoord 3, 4
De brief van de KNB van 18 januari 2016 aan de vaste Commissie van Veiligheid en Justitie
van de Tweede Kamer en het onderzoek dat zij heeft laten uitvoeren, zijn mij bekend.
Zoals de KNB in haar brief schrijft, is de discussie over de afschaffing van de legitieme
portie al oud en laait deze bij tijd en wijle op. De discussie over afschaffing van
de legitieme portie werd al gevoerd voor de invoering van het huidige erfrecht in
2003. Bij de invoering van het huidige erfrecht is de legitieme portie beperkt, maar
de discussie in de wetenschap hierover niet verstomd. Uit de publiekspeiling die de
KNB heeft laten uitvoeren en waarvan de resultaten eind 2016 bekend zijn gemaakt,
blijkt dat 40 procent van de ondervraagden voor afschaffing van de legitieme portie
was. Uit dit onderzoek kan evenwel niet worden afgeleid dat, anders dan binnen de
wetenschap, op dit moment een dringende en breed gedragen noodzaak wordt ervaren om
over te gaan tot het schrappen van de legitieme portie.
Vraag 5
Kunt u aangeven in hoeverre de oorspronkelijke redenen voor de legitieme portie, zoals
het bestaan van bloedverwantschap, de verzorgingsgedachte en het familiekapitaal nog
van belang zijn in onze samenleving anno 2020, zeker gelet op de veranderingen in
de samenleving, zoals divers samengestelde gezinnen?
Antwoord 5
Zoals ik hiervoor heb vermeld, dateert de discussie over afschaffing van de legitieme
portie al van vóór de invoering van het huidige erfrecht. Ook toen stonden het bestaan
van bloedverwantschap, de verzorgingsgedachte en het kapitaal in de familie houden
als argument voor het handhaven van de legitieme portie ter discussie. Argumenten
voor afschaffing zijn onder meer de veranderende en steeds losser geworden familiebanden
in de samenleving, waardoor de oorspronkelijke bestaansredenen voor de legitieme portie
aan belang verliezen. Uit het hiervoor aangehaalde onderzoek van de KNB blijkt echter
dat onder oudere mensen juist een ruime meerderheid tegen afschaffing van de legitieme
portie is en dat de meeste mensen nog steeds hun vermogen aan hun kinderen willen
nalaten. Bij samengestelde gezinnen biedt de legitieme portie bescherming aan kinderen
uit een eerder huwelijk als deze kinderen in een testament worden benadeeld ten gunste
van de kinderen uit de nieuwe relatie.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de huidige wetgeving inzake de legitieme portie mensen minder
vrijheid biedt te bepalen wat er na hun overlijden met hun eigen opgebouwde vermogen
gebeurt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De huidige wetgeving, die in 2003 is ingevoerd, heeft de reikwijdte van de legitieme
portie beperkt ten opzichte van de wetgeving van vóór 2003. In het huidige erfrecht
hebben ouders en grootouders van de erflater geen recht meer op de legitieme portie,
maar alleen nog de bloedverwanten in neergaande lijn (de kinderen en hun afstammelingen).
Verder kon een onterfd kind onder het oude erfrecht ook aanspraak maken op de goederen
van de nalatenschap. Nu bestaat de legitieme portie alleen uit een geldvordering op
de erfgenamen, die niet jegens de langstlevende echtgenoot of levensgezel van de erflater
kan worden opgeëist. Een onterfd kind is ook geen erfgenaam meer die deelneemt aan
de verdeling van de erfenis, maar een schuldeiser van de nalatenschap. Desondanks
betekent de huidige regeling inzake de legitieme portie voor de erflater nog wel een
beperking op de testeervrijheid. Ik verwijs hiervoor verder naar mijn antwoord op
vraag 2.
Vraag 7
Bent u bereid te onderzoeken of de huidige wetgeving inzake de legitieme portie moet
worden herzien, zodat toekomstige conflicten tussen (onterfde) kinderen en hun ouders
aangaande erfenissen voorkomen kunnen worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op de vragen 3 en 4.
Niet is gebleken van een breed gedragen, dringende noodzaak om op dit punt tot aanpassing
van wetgeving te komen. Ik heb vanuit de praktijk ook geen signalen ontvangen die
in een andere richting wijzen. Ook zie ik op dit moment geen reden voor een onderzoek,
mede omdat het Centrum voor Notarieel Recht van de Radboud Universiteit in samenwerking
met Netwerk Notarissen recent nog een onderzoek heeft gedaan naar het draagvlak voor
het afschaffen van de legitieme portie. Dit rapport wordt in september verwacht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.