Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden De Graaf en Wilders over het bericht ‘Hoe een Haagse moskee een verzamelplaats voor jihadisten werd,’
Vragen van de leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Hoe een Haagse moskee een «verzamelplaats voor jihadisten» werd» (ingezonden 6 juli 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 augustus
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3624.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoe een Haagse moskee een «verzamelplaats voor jihadisten»
werd»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Vraag 2
In hoeveel gevallen zijn potentiële uitreizigers/jihadisten gederadicaliseerd door
de aanpak van de gemeente Den Haag en op basis van welk wetenschappelijk bewijs was
dat?
Antwoord 2
In de voortgangsrapportage (RIS305025) van de aanpak radicalisering van de gemeente
Den Haag wordt het aantal personen in de persoonsgerichte aanpak CTER en de werkwijze
hierin beschreven. Wetenschappelijk onderzoek (Douglas e.a. 2019) laat zien dat de
integrale persoonsgerichte aanpak een doelgerichte, breed gedragen en duurzame bijdrage
kan leveren aan de preventie en aanpak van radicalisering.
Zoals eerder aan de Kamer gecommuniceerd, is en blijft het lastig om vast te stellen
hoeveel personen daadwerkelijk zijn gederadicaliseerd. Betrokkenheid van de verschillende
partners en monitoring is daarom van belang. Binnen detentie worden gemeenten reeds
betrokken bij het opstellen van een re-integratieplan waarin wordt ingezet op deradicalisering.
Dit wordt vormgegeven binnen een Multidisciplinair Afstemmingsoverleg Resocialisatie
(MAR) van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) waar de betrokken gemeente en Reclassering
vaste partners zijn. Na detentie wordt de betrokkene vanuit het lokale casusoverleg
onder regie van de gemeente met diverse zorg- en veiligheidspartners gemonitord en
het re-integratieplan verder vormgegeven.
Verder is de inzet van zowel het gespecialiseerde team Terrorisme, Extremisme en Radicalisering
(TER-team) van de reclassering als van het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE) in
2018 positief geëvalueerd. Met verschillende partners wordt geïnvesteerd in het doorontwikkelen
en inzicht krijgen in de effectiviteit van interventies gericht op deradicalisering.
Zo ontstaat steeds meer zicht op welke interventies en begeleiding bijdragen aan disengagement,
deradicalisering en re-integratie. Ook gemeenten worden gestimuleerd meer zicht te
krijgen op de effectiviteit en werkzame elementen van interventies. Zo kunnen gemeenten
Versterkingsgelden aanvragen voor het (laten) uitvoeren van evaluatie van lokale interventies
en is de Toolkit Evidence Based Werken ontwikkeld om gemeenten concreet te ondersteunen
in de verschillende manieren waarop dergelijke evaluaties zijn uit te voeren.
Vraag 3
Hoe kan het dat u een nooit geëvalueerde aanpak als een succes beschouwt?
Antwoord 3
De Persoonsgerichte Aanpak (PGA) is en wordt op verschillende manieren geëvalueerd.
In 2019 is er een evaluatie in Arnhem afgerond en een aantal gemeenten onderzoekt
momenteel vanuit het ondersteuningsaanbod van het Rijk, wat de werkzame elementen
binnen hun PGA zijn. Tot slot loopt er thans een landelijke evaluatie van de CT-strategie
waar de PGA onderdeel van uitmaakt.
Vraag 4
Waarom is dit broeinest van jihadisten nog steeds open en bent u bereid deze moskee
per direct te sluiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het artikel gaat niet over de huidige werkwijze, noch over recente gebeurtenissen.
Er is daarom geen aanleiding noch noodzaak om deze moskee te sluiten.
Vraag 5, 6
Hoeveel radicalen en terroristen konden op deze manier met behulp van gemeente en
de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) doorgaan met hun werving
van andere radicalen en (potentiële) terroristen en het verkondigen van hun boodschap
in en rond de moskee?
Wie waren dat allemaal?
Antwoord 5, 6
Ik kan niet ingaan op individuele gevallen. Laat ik duidelijk zijn dat er een rol
voor de overheid ligt wanneer personen anderen uitnodigen die radicaal gedachtengoed
uitdragen of zelfs de gewelddadige jihad aanhangen of promoten, óf wanneer zij hun
verantwoordelijkheid niet nemen om bezoekers van hun moskee te beschermen tegen radicaal
gedachtegoed.
Verschillende partijen hebben daarbij verschillende verantwoordelijkheden om te zorgen
dat werving van personen met een radicaal gedachtegoed rondom bijvoorbeeld moskeeën
niet wordt toegelaten. Binnen dat kader zijn het Ministerie van SZW en Justitie en
Veiligheid (waaronder de NCTV) betrokken bij het weren van extremistische sprekers
en het in algemene zin vergroten van de informatiepositie en het handelingsperspectief
van gemeenten en Rijk én het versterken van weerbaarheid van gemeenschappen en de
bredere samenleving. Het kabinet heeft hiervoor de Taskforce problematisch gedrag
en ongewenste buitenlandse financiering ingericht zoals is toegelicht in de Kamerbrief
van 11 februari 2019.2
Verder hebben gemeenten als bevoegd gezag voor openbare orde en veiligheid een cruciale
rol in het tegengaan van radicalisering en het reduceren van dreiging die uit kan
gaan van extremistische personen.
Vraag 7
Hebben betrokkenen spijt van de aanpak en zijn zij bereid de verantwoordelijkheid
daarvoor te dragen?
Antwoord 7
Het beeld dat wordt geschetst in het artikel geeft inzicht in met name de eerste fase
van de persoonsgerichte aanpak waar gezocht werd naar een effectieve werkwijze om
jongeren te kunnen weerhouden van radicalisering en uitreizen naar Jihadistisch strijdgebied.
De overheid doet er, binnen de grenzen van onze rechtstaat, alles aan om de jihadistische
dreiging tegen te gaan. Op 18 april 2019 is een rapportage naar uw Kamer verstuurd,
waarin de inzet in het kader van de integrale aanpak van terrorisme en extremisme
sinds eind 2017 tot april 2019 werd gepresenteerd.3 De mix van zowel preventieve als meer repressieve maatregelen die de aanpak biedt,
geeft het kabinet de mogelijkheid om indien nodig de inzet bij te stellen op basis
van actuele ontwikkelingen.
Vraag 8
In hoeverre heeft deze casus, inclusief het misbruik dat betrokkenen hebben gemaakt
van alle knullige fouten aan de kant van de overheid, u tot het inzicht gebracht dat
de islam een parallelle samenleving heeft gecreëerd waarin de islamitische belangen
voorop staan?
Antwoord 8
Ik deel dit beeld met betrekking tot deze casus niet.
Vraag 9
Bent u bereid administratieve detentie in te voeren en te stellen boven deze knullige
aanpak waarbij Nederland in de maling wordt genomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee, ik ben niet bereid om administratieve detentie in te voeren.
Administratieve detentie, als een vorm van preventieve detentie, is niet één van de
in artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) genoemde
gevallen waarin vrijheidsontneming mogelijk is. Het preventief opsluiten van personen
past dan ook niet in onze rechtsstaat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.