Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Markuszower en Wilders over het bericht ‘Ruit ingeslagen bij restaurant HaCarmel: ‘Het begint bijna gewoon te worden’’
Vragen van de leden Markuszower en Wilders (beiden PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de antwoorden op vragen over het bericht «Ruit ingeslagen bij restaurant HaCarmel: «Het begint bijna gewoon te worden»» (ingezonden 13 juli 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 28 augustus 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 3659.
Vraag 1
Deelt u de mening dat er blijkbaar niet gehandhaafd is op het gebiedsverbod dat de
Syrische asielzoeker Saleh H. opgelegd heeft gekregen, omdat hij anders opgepakt had
kunnen worden en een tweede aanslag op restaurant HaCarmel voorkomen had kunnen worden?1 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Die mening deel ik niet. Zoals gemeld in antwoord op schriftelijke Kamervragen van
de leden Yesilgöz-Zegerius (VVD) en Van der Graaf (ChristenUnie)2 is het gebiedsverbod gehandhaafd door de politie, die op de momenten dat daarvoor
aanleiding bestond intensief heeft gesurveilleerd rondom het restaurant. Verder zijn
er in de omgeving van het restaurant gemeentelijke camera’s geplaatst, die er nog
steeds hangen.
Vraag 2, 3
Deelt u de mening dat het antwoord op vraag 5 («Klopt het dat Saleh A. een gebiedsverbod
heeft van 100 meter rondom restaurant HaCarmel? Zo ja, hoe heeft de politie hierop
gehandhaafd?») dus had moeten zijn dat er niet gehandhaafd is?
Waarom werd er niet gehandhaafd? Beseft u dat u verantwoordelijk bent voor het niet
handhaven?
Antwoord 2, 3
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Heeft de overheid bewerkstelligd dat de beveiliging van restaurant HaCarmel op orde
is? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zie mijn antwoord op vraag 1. Door de politie wordt extra toezicht gehouden. Dit gebeurt
op verschillende manieren, waaronder intensieve surveillance op de momenten dat daartoe
aanleiding bestaat en cameratoezicht.
Vraag 5
Bent u bereid ervoor te zorgen dat deze Syrische asielzoeker, deze recidiverende aanslagpleger,
opgepakt wordt, gestraft wordt en daarna zo snel mogelijk het land uitgeknikkerd wordt?
Zo nee, realiseert u zich dan dat uw woorden om «het kwaad van antisemitisme te willen
bestrijden» geen knip voor de neus waard zijn?
Antwoord 5
De verdachte is op 8 mei op heterdaad aangehouden en zit nog in voorlopige hechtenis.
Op 19 augustus heeft de eerste (pro forma) zitting in de rechtszaak tegen de verdachte
plaatsgevonden. Wanneer deze verdachte, die een verblijfsvergunning heeft, wordt veroordeeld,
zal dit overeenkomstig geldende procedures meegenomen worden in de beoordeling van
zijn verblijfsstatus door de IND. Indien dit zou leiden tot intrekking van zijn verblijfsvergunning
zal de verdachte Nederland dienen te verlaten. Overigens is een gedwongen uitzetting
vanwege de veiligheidssituatie in Syrië op dit moment niet aan de orde. Wanneer de
veiligheidssituatie in Syrië verbetert, zal dit weer tot de mogelijkheden behoren.
Tot die tijd zal de Dienst Terugkeer en Vertrek vreemdelingen uit Syrië die niet (langer)
over een rechtmatige verblijfsvergunning beschikken, bewegen zelfstandig Nederland
te verlaten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.