Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over het bericht ‘Onverkochte ‘kledingbergen’ door corona, maar ook roep om duurzame herstart’
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Onverkochte «kledingbergen» door corona, maar ook roep om duurzame herstart» (ingezonden 7 augustus 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 27 augustus 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Onverkochte «kledingbergen» door corona, maar ook roep
om duurzame herstart»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u zicht op de gevolgen van de coronacrisis voor de Nederlandse kledingmarkt
in het bijzonder en op hoe groot de «onverkochte kledingberg» in Nederland is?
Antwoord 2
Volgens cijfers van het CBS daalde de omzet van de kledingbranche in het tweede kwartaal
met 29,5 procent.2 Brancheorganisaties INretail en Modint verwachten voor heel 2020 een gemiddelde omzetdaling
van 30 procent. Deze omzetdaling wordt veroorzaakt doordat er vanwege de coronacrisis
minder kleding wordt verkocht. Tegelijkertijd is er meer kleding tegen hogere kortingen
dan normaal in de uitverkoop terechtgekomen. Verder geven de brancheorganisaties aan
dat goederen die niet voor de reguliere prijs verkocht konden worden voor een deel
zijn afbesteld of worden doorgeschoven naar volgend seizoen, worden verkocht aan handelaren
en recyclers en/of worden verkocht of weggegeven aan charitatieve instellingen. Van
een onverkochte kledingberg is volgens de brancheorganisaties geen sprake. Daarnaast
geven de brancheorganisaties aan dat hun leden worstelen met hun inkooppraktijken.
Enerzijds moeten bestellingen in productielanden naar beneden worden bijgesteld bij
hun toeleveranciers in productielanden zoals Bangladesh, anderzijds is de totale afname
van de vraag zo groot dat het arbeidsplaatsen in productielanden stevig onder druk
zet. De brancheorganisaties geven aan meerdere sessies te hebben georganiseerd over
verantwoord inkoopbeleid ten tijde van de coronacrisis.
Vraag 3
Wat gebeurt er met de grote hoeveelheid aan onverkochte kledingstukken? Hoeveel procent
van die producten wordt vernietigd? En hoeveel procent wordt uiteindelijk alsnog verkocht
of hoogwaardig gerecycled?
Antwoord 3
Brancheorganisaties INretail en Modint geven aan dat vernietiging vóór de coronacrisis
in minder dan 1 procent van de gevallen voorkwam en hebben geen aanwijzingen dat dit
percentage hoger komt te liggen. Zie het antwoord op vraag 2 voor beantwoording van
de rest van deze vraag.
Vraag 4
Heeft het onderzoek dat wordt verricht naar de vernietiging van onverkochte goederen
in de textielketen naar aanleiding van de motie van het lid Kröger over maatregelen
tegen het vernietigen van bruikbare goederen (Kamerstuk 32 852, nr. 67) uit 2018 extra prioriteit gekregen door de ontwikkelingen in de sector als gevolg
van de coronacrisis? Zo nee, kunt u toelichten waarom niet? Kunt u toezeggen dat het
onderzoek vóór de begrotingsbehandeling verschijnt?
Antwoord 4
Het onderzoek naar de vernietiging van onverkochte goederen loopt en is zeker in deze
tijd urgent. De resultaten van het onderzoek verwacht ik binnenkort. Ik streef ernaar
uw Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren.
Vraag 5
Wat is uw oordeel over het feit dat er momenteel zowel in de kledingindustrie als
in de sector voor textielinzameling en -verwerking een groot overschot aan textiel
is? Deelt u de mening dat dat gegeven de urgentie van een circulaire textielketen
laat zien en dat er stappen moeten worden genomen om dat proces te versnellen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 5
Al voor de coronacrisis was er sprake van onverkocht nieuw textiel en ontstond er
een overschot aan ingezameld textiel, waardoor het noodzakelijk is snel stappen te
ondernemen. Dit is de reden dat ik in het beleidsprogramma Circulair Textiel dat 14 april
2020 naar uw Kamer is verzonden, ambitieuze doelstellingen en acties heb geformuleerd
op het gebied van recycling van textiel.3 De coronacrisis onderstreept de noodzaak en urgentie.
Vraag 6
Bent u van mening dat de maatregelen om de afzetmarkt voor textielrecyclaat te verbeteren
voldoende zijn? Zo ja, waarom?
Antwoord 6
Ja. Zoals ik in mijn brief over het beleidsprogramma Circulair Textiel heb aangegeven,
neem ik diverse maatregen om te komen tot een circulaire textielketen. Naast het invoeren
van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel waarbij een doelstelling
voor recycling van textiel zal gelden, pleit ik in Europa voor het opnemen van producteisen,
waarmee een verplicht percentage recyclaat in nieuw textiel verplicht kan worden.
Zo wordt de recycling van textiel zowel in de productie- als afvalfase gestimuleerd.
Om een extra impuls te geven aan de afzetmarkt voor textielrecyclaat, heeft het Rijk
zichzelf daarnaast tot doel gesteld om vanaf 2022 bedrijfskleding in te kopen met
minimaal 10 procent recyclaat. Vanaf 2025 wordt deze ambitie verhoogd naar 25 procent.
Vanaf 2030 heb ik in het beleidsprogramma Circulair Textiel de doelstelling gesteld
dat al het nieuwe textiel voor 30 procent bestaat uit recyclaat.
Vraag 7
Hoe groot acht u de kans op succes in Brussel met betrekking tot uw pleidooi om een
dergelijk percentage gerecycled materiaal in nieuwe textielproducten te verplichten?
Hoe ziet het speelveld eruit? En, gezien de urgentie van de problemen in de sector
voor textielinzameling en -verwerking, op welke termijn ziet u dit voor zich? Wat
kan er intussen in Nederland nog meer gebeuren op dit vlak?
Antwoord 7
De Europese Commissie heeft aangekondigd om in de in 2021 te verschijnen Europese
Textiel Strategie met maatregelen te komen voor ecologisch ontwerp, waaronder waarborging
van de circulariteit van textielproducten en van het gebruik van secundaire grondstoffen.
Het toepassen van een verplicht percentage gerecycled materiaal ligt dan voor de hand.
Ook (internationale) textielinzamelaars en milieuorganisaties pleiten hiervoor. Intussen
bereid ik, mede gebaseerd op het voorstel van de brancheorganisaties voor kleding
en textiel, een voorstel voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel
voor. Daarnaast wordt met de Denim Deal een ketensamenwerking opgezet die de mogelijkheden
voor toepassing van textielrecyclaat aantoont, dit kan worden gebruikt voor afwegingen
op Europees niveau.
Vraag 8
Deelt u de opvatting dat de kledingindustrie – mede als gevolg van de coronacrisis
én de recyclingcrisis in de textielsector – op een belangrijk kantelpunt staat? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 5 aangeef, bestaat er zeker nu maar ook voor de
coronacrisis al noodzaak en urgentie voor een circulaire textielketen en is dat de
reden dat ik in het beleidsprogramma Circulair Textiel ambitieuze doelstellingen en
acties heb geformuleerd op het gebied van recycling van textiel.
Vraag 9
Deelt u ook de mening van velen in de kledingindustrie dat een duurzame herstart van
de sector noodzakelijk is, omdat de coronacrisis er naar schatting voor zal zorgen
dat de globale kledingindustrie met wel 30% zal krimpen in 2020? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, op welke wijze bent u van plan die duurzame herstart te faciliteren?
Antwoord 9
De verduurzaming van de kledingindustrie is zeker nodig. Dit was al het geval vóór
de coronacrisis en wordt door de coronacrisis extra onderstreept. Daarom heb ik diverse
maatregelen aangekondigd in het beleidsprogramma Circulair Textiel. Daarbij hou ik
rekening met de huidige situatie en overleg ik hierover met de sector.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.