Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Meenen over het bericht ‘Ouders kwaad over weigeren snotterende kinderen bij kinderdagverblijf’
Vragen van het lid Van Meenen (D66) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Ouders kwaad over weigeren snotterende kinderen bij kinderdagverblijf» (ingezonden 11 juni 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van ’t Wout (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
            27 augustus 2020).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Ouders kwaad over weigeren snotterende kinderen bij
               kinderdagverblijf»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5
            
Wat is uw reactie op het signaal dat veel jonge kinderen met kortdurende verkoudheidsklachten
               worden geweigerd door de kinderopvang?
            
Deelt u de mening dat er een lastige situatie is ontstaan voor ouders, de kinderopvang
               en de zorg, omdat jonge kinderen elkaar en de medewerkers doorlopend aansteken waardoor
               eventueel de opvang geheel dicht moet, of ieder kind getest moet worden?
            
Kunt u duidelijkheid geven over de richtlijn voor jonge kinderen met kortdurende en
               langdurige verkoudheidsklachten, aangezien dit veelvoorkomend is in deze groep?
            
Bent u bereid met de kinderopvangsector, de oudervertegenwoordiging en het Rijksinstituut
               voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in gesprek te gaan over mogelijke aanpassingen
               in het protocol, zodat er zo snel mogelijk duidelijkheid ontstaat en een werkbare
               situatie voor kinderopvang, ouders en de zorg?
            
Antwoord 2, 3, 4, 5
            
Het signaal dat kinderen regelmatig worden geweigerd wegens een snotneus heeft mij
               ook bereikt. Ik begrijp dat dit voor lastige situaties tussen ouders en pedagogisch
               medewerkers kan zorgen.
            
De richtlijn van het RIVM is in juni aangepast:
– Kinderen jonger dan 4 jaar mogen naar het kinderdagverblijf of andere vormen van kinderopvang
                     als zij alleen neusverkoudheid hebben zonder koorts. Dit geldt niet als zij een contact
                     zijn van een patiënt met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie of als er iemand in het
                     huishouden van het kind is met koorts of benauwdheid.
                  
– Kinderen uit groep 1 en 2 van het basisonderwijs mogen naar school en de kinderopvang
                     als zij alleen neusverkoudheid hebben zonder koorts. Dit geldt niet als zij een contact
                     zijn van een patiënt met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie of als er iemand in het
                     huishouden van het kind is met koorts of benauwdheid.
                  
– Kinderen met andere klachten, die bij COVID-19 kunnen passen (zoals benauwdheid, hoesten
                     en koorts) moeten thuisblijven. Zij kunnen op verzoek van de ouders getest worden.
                  
Via rijksoverheid.nl streef ik er voortdurend naar ouders, houders van kinderopvangorganisaties,
               gastouders en andere belanghebbende te informeren over (wijzigingen van) richtlijnen
               en adviezen van het RIVM op het terrein van Kinderopvang. Ook is er nauw contact met
               de sector over dergelijke signalen en vragen. De richtlijnen en adviezen van het RIVM
               zijn daarbij leidend. Wel worden signalen en eventuele onduidelijkheden besproken
               met het RIVM, zodat we betrokkenen goed kunnen informeren en we van elkaar weten wat
               er speelt.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.