Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Helvert en Omtzigt over de financiering van UAWC met Nederlands belastinggeld en de overeenkomst tussen Nederland en de UAWC nadat bekend geworden was dat twee hooggeplaatste medewerkers van de UAWC verdacht worden van een terroristische aanslag
Vragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de financiering van UAWC met Nederlands belastinggeld en de overeenkomst tussen Nederland en de UAWC nadat bekend geworden was dat twee hooggeplaatste medewerkers van de UAWC verdacht worden van een terroristische aanslag (ingezonden 4 augustus 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Kaag (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 20 augustus 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u aan de Kamer heeft meegedeeld dat u de financiering van de
Union of Agricultural Work Committees (UAWC) heeft opgeschort omdat twee medewerkers
verdacht worden van een terroristische aanslag?1
Antwoord 1
Ja. Het kabinet nam dit besluit nadat bekend werd dat twee voormalige medewerkers
van UAWC, die verdacht worden van een bomaanslag van 23 augustus 2019, die wordt toegeschreven
aan de Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP), (een deel van hun) salaris ontvingen als onderdeel van de overheadkosten
in het contract met UAWC. De PFLP is een door de EU als terroristisch aangemerkte
organisatie.
Zoals eerder geïnformeerd aan uw kamer, tekent het kabinet daarbij aan dat de samenwerking
met UAWC reeds een lange geschiedenis kent. Nederland startte in september 2007 (kabinet
Balkenende IV) met de financiering van een programma dat werd uitgevoerd door een
consortium met de Union of Agricultural Work Committees (UAWC) als één van de uitvoerende partners. Gezien bewezen expertise, kennis en capaciteit,
en op basis van eigen risico-analyse en de conclusies van een uitgebreid onderzoek
uitgevoerd door Australië in 2012, werd UAWC in juli 2013 (kabinet Rutte II) trekker
van een nieuw consortium voor uitvoering van het Land and Water Resource Management Program. In januari 2017 (kabinet Rutte II) startte de tweede fase van dit programma. Dit
programma wordt uitgevoerd op de Westelijke Jordaanoever, waaronder area C, en is
er op gericht Palestijnse boeren te helpen toegang te behouden tot hun land en water.
Daarnaast wordt ondersteuning geboden om zoveel mogelijk klimaatverantwoord te kunnen
werken. Zo wordt er bijvoorbeeld ingezet op het effectief hergebruik van regenwater
voor landbouw en advisering voor het planten van waterzuinige gewassen.
UAWC wordt direct en indirect door een brede groep internationale donoren gefinancierd,
waaronder de Europese Unie, de Voedsel en Landbouw Organisatie van de VN (FAO), Duitsland,
Canada en Spanje. Zwitserland steunt UAWC met trainingen. Andere donoren zagen in
het verleden en zien ook thans geen redenen om de betalingen aan UAWC aan te houden.
De Europese Unie heeft recentelijk (2020) nog een screening uitgevoerd en zag op basis
hiervan geen reden tot het stopzetten van de samenwerking met UAWC binnen het huidige
raamwerk voor financiële samenwerking en de criteria voor projecten in de Palestijnse
gebieden.
Het kabinet acht het niettemin noodzakelijk nader extern onderzoek naar UAWC te laten
doen op grond van de recente ontwikkelingen. Dit binnenkort te starten externe onderzoek
zal moeten uitwijzen of er informatie naar boven komt die tot nieuwe inzichten leidt.
Andere donoren zijn uitgenodigd deel te nemen aan het onderzoek, en alle beschikbare
informatie te delen. De EU heeft reeds te kennen gegeven graag op de hoogte te worden
gehouden van de uitkomsten van dit onderzoek.
Voordat UAWC in 2013 de leidende rol kreeg in het consortium heeft Nederland uitgebreid
contact gehad met andere partners van UAWC, ook over de beschuldigingen van mogelijke
banden met PFLP. Australië had in 2012 UAWC grondig doorgelicht na eerdere beschuldigingen
van mogelijke steun aan PFLP en kwam tot de conclusie dat de beschuldigingen niet
gegrond waren, ook al kon niet worden uitgesloten dat er mogelijk persoonlijke affiliaties
waren tussen enkele medewerkers van UAWC en PFLP. Er was volgens het Australische
onderzoek geen bewijs dat hiervan misbruik/gebruik was gemaakt. UAWC is niet aangemerkt
als een terroristische organisatie door de EU en/of de VN. De bestuursleden van UAWC
komen evenmin voor op EU-sanctielijsten. Voor zover kon worden nagegaan, heeft de
organisatie nooit op enige officiële lijst van door Israel aangemerkte terroristische
organisaties gestaan.
Het kabinet blijft zich inzetten voor het behoud en verwezenlijking van de twee-staten
oplossing, zoals vastgelegd in het Regeerakkoord, een onafhankelijke, democratische
en levensvatbare Palestijnse staat naast een veilig en internationaal erkend Israël.
De economische ontwikkeling van de Palestijnse gebieden is van belang voor de totstandkoming
van een levensvatbare Palestijnse staat, zie ook de motie Van Helvert uit 2019, Kamerstuk
35 300-V). De Nederlandse programma’s in Palestijnse Gebieden vinden plaats in een
politiek complexe omgeving, waarbij het 100% uitsluiten van risico’s niet mogelijk
is ondanks de grote zorgvuldigheid die wordt betracht. Dit geldt bijvoorbeeld voor
het risico van sloop van door Nederland gefinancierde projecten, op de Westelijke
Jordaanoever, waarover in 2016 de motie Knops cs. werd aangenomen. Daarnaast heeft
volgens mensenrechtenorganisaties in de loop van de jaren een aanzienlijk deel van
de Palestijnse bevolking enige tijd in Israelische detentie vastgezeten. Precieze
aantallen zijn niet bekend. De Israelische organisatie B’Tselem houdt sinds 2001 maandelijks
bij hoeveel Palestijnen om veiligheidsoverwegingen werden vastgezet door Israel. Meest
recente gegevens zijn die van de maand juni 2020. Volgens de organisatie zaten er
die maand 4279 Palestijnen om veiligheidsredenen in Israelische detentie, waarvan
357 in administratieve hechtenis, waarbij personen op basis van vertrouwelijke informatie
enige tijd vastgehouden kunnen worden zonder dat er noodzakelijkerwijs een aanklacht
tegen hen wordt ingediend.
Vraag 2
Hoeveel indirecte financiering van Nederlands belastinggeld (via NGO’s en multilaterale
organisaties) ontvangt de UAWC in 2020?
Antwoord 2
Voor zover kan worden achterhaald wordt UAWC via de volgende instrumenten direct ofwel
indirect gefinancierd. UAWC ontvangt als leidende contractpartner directe financiering
voor het Land and Water Resource Management Program.Daarnaast is UAWC uitvoerende partner in hetReform and Development of Markets, Value Chains and Producers» Organizationsproject, dat wordt geleid door de Voedsel en Landbouw organisatie van de VN (FAO).
Nederland is één van de vijf donoren in dit project, en financiert ongeoormerkt ongeveer
20% van het budget. Eerder dit jaar is EUR 320.475 door de Voedsel en Landbouw organisatie
(FAO) uitbetaald aan UAWC. De EU is één van de andere donoren in dit project. Vanuit
dit project zou UAWC in 2020 in totaal EUR 391.915 ontvangen. De Nederlandse bijdrage
aan de EU begroting, waaruit ook dit project is gefinancierd, is ongeveer 5%.
Op 1 juli 2020 is een publiek-privaat partnerschapsproject positief beoordeeld onder
de Sustainable Development Goals Partnership (SDGP) faciliteit, een Nederlands subsidie-instrument dat wordt uitgevoerd door de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) van de ministeries van Economische Zaken
en Klimaat, en Buitenlandse Zaken. Het betreffende project heet Innovating the Value Chain for Palestinian Olives, waarbij UAWC één van de consortiumpartners is. Dit project is nog niet van start
gegaan en er zijn geen betalingen gedaan.
UAWC is een partner van het Women’s Peace and Humanitarian Fund (WPHF) van de VN en ontvangt financiering voor activiteiten op het gebied van vrouwen,
vrede en veiligheid voor een project in Hebron. Er gaan geen Nederlandse middelen
via het WPHF naar UAWC. De Nederlandse bijdrage a 2 miljoen euro gaat in zijn geheel
naar Mali.
Vraag 3
Betekent dit ook dat indirecte financiering (via NGO’s en multilaterale organisaties)
aan de UACW ook is opgeschort? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Hangende het door het kabinet in te stellen externe onderzoek worden door Nederland
geen betalingen gedaan via FAO en SDGP die indirect UAWC financiëren.
Vraag 4
Klopt het dat de passages van de subsidie-overeenkomst tussen Nederland («the Minister»)
en UAWC («the other party») de volgende passages bevat:
– Passage 6. The other party must notify the Minister immediately in writing if it suspects
or has discovered irregularities (including fraud or a violation of contract award
procedures) relating to the implementation of the activities. It must specify the
amount of money involved and the measures it has taken. The other party will include
a list of all such notifications, amounts of money ans measures in the annual progress
report or the final report.
– Passage 18. The other party must take account of the fact that the Government of the
Netherlands may be held responsible under international law for the implementation
of the activity plan. With this in mind, the other party must refrain from supporting
activities whose aim is to undermined the political autonomy of a state or to bring
down a lawful government by unlawful means. In this regard, lawful or unlawful will
be determined not only by the views of the government of the country in question,
but also in accordance with international (or international law) standards.
– Passage 20. The Minister reserves the right to reduce or prematurely terminate the
funding for this activity, suspend the transfer or instalments or demand repayment
of all or part of the funds already transferred if the other party fails to fulfil
its obligations under this agreement, or fails to fulfil them on time, or uses the
resources for a purpose other than that for which the Minister made them available.
Or if a third party...
Antwoord 4
Ja, dat klopt.
Vraag 5
Kunt u dit document, dat in mei 2016 is opgesteld, en latere modificaties, aan de
Kamer doen toekomen?
Antwoord 5
Ja, dit document, dat een modificatie is van de subsidie-overeenkomst van juni 2013,
is reeds openbaar. Dit geldt ook voor de subsidie-overeenkomst van januari 2017 en
haar modificatie van juli 2017. Alle documenten doe ik u in bijlage toekomen.
Vraag 6
Kunt u aangeven wie dit document namens de UAWC ondertekend heeft en wat zijn/haar
positie was op het moment van ondertekenen?
Antwoord 6
Gelet op de privacy van de betrokkene, kunnen we niet concreet aangeven wie heeft
ondertekend en wat zijn/ haar positie was op het moment van ondertekenen. Wel kan
ik u informeren dat het document niet is ondertekend door een van de twee personen
die momenteel verdacht worden van betrokkenheid bij de bomaanslag.
Vraag 7
Klopt het dat de overeenkomst ook een aantal deadlines bevat voor rapporten zoals
– Kwartaalrapportages, die uiterlijk drie maanden na afloop van het kwartaal opgestuurd
moeten worden?
– Jaarlijkse rapportages, die uiterlijk 3 maanden na afloop van het kalenderjaar opgestuurd
moeten worden?
– Jaarlijkse financiele rapportages, die uiterlijk 3 maanden na afloop van het kalenderjaar
opgestuurd moeten worden
– Een jaarlijks «audit opinion and audit report», die uiterlijk drie maanden na afloopt
van het kalenderjaar opgestuurd moeten worden?
Antwoord 7
Ja, dat klopt. In juni 2019 is door de Nederlands vertegenwoordiging in Ramallah gecommuniceerd
dat de verplichting voor (openbare) kwartaalrapportages is komen te vervallen waarin
onder andere werd ingegaan op projectgevoelige informatie in Area C. De informatie
diende opgenomen te worden in de jaarlijkse rapportages.
Vraag 8
Kunt u elke melding die onder artikel 6 van de overeenkomst gedaan is aan de Kamer
doen toekomen?
Antwoord 8
Er is geen melding gedaan van ontdekte onregelmatigheden gerelateerd aan de implementatie
van de activiteiten onder het Nederlandse contract, zoals beschreven onder artikel
6 van de overeenkomst.
Vraag 9
Wanneer is er onder artikel 6 een melding gedaan over het feit dat twee medewerkers
van UACW verdacht worden van een terroristische aanslag?
Antwoord 9
Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 8, is er geen melding gedaan van ontdekte
onregelmatigheden gerelateerd aan de implementatie van de activiteiten onder het Nederlandse
contract, zoals beschreven onder artikel 6 van de overeenkomst.
In augustus 2019 werd een toenmalige medewerker van UAWC gearresteerd en vervolgens
op last van de Israëlische rechter weer vrijgelaten. Deze persoon werd op 25 september
opnieuw gearresteerd. Op 1 oktober werd bekend dat hij verdacht werd van betrokkenheid
bij de bomaanslag in augustus. Tevens werd die dag duidelijk dat hij in het ziekenhuis
was opgenomen, naar verluid als gevolg van zijn arrestatie en verhoor. UAWC heeft
Nederland op 1 oktober over de arrestatie geïnformeerd, en dat verder toegelicht in
een gesprek op 3 oktober. Zoals gemeld gaf UAWC in dit gesprek met de Nederlandse
Vertegenwoordiging in Ramallah aan dat deze persoon niet betrokken was bij de uitvoering
van het Nederlandse project en bleek pas later dat zowel hij, als de tweede persoon
die later die maand werd gearresteerd, wel (een deel van hun) salaris ontvingen als
onderdeel van de overheadkosten in het contract met UAWC. Na het gesprek tussen de
Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah en UAWC op 3 oktober zijn er regelmatig
contacten geweest tussen de Nederlandse Vertegenwoordiging en UAWC, waaronder over
de arrestatie van de tweede medewerker.
Vraag 10
Kunt u alle memo’s, emails etc, die de plv. SG, de SG, de Minister van Buitenlandse
Zaken en/of de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over
UACW ontvangen hebben sinds 1 januari 2018, aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 10
Ik ben bereid een overzicht van deze stukken met u te delen. Dit overzicht treft u
hieronder aan.
Voor zover kon worden achterhaald, hebben de ministers van Buitenlandse Zaken en/of
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de volgende stukken
ontvangen over UAWC sinds 1 januari 2018. Het gaat met uitzondering van de berichten
op 3 oktober 2019, 12 en 24 juli 2020 in alle gevallen om stukken van de Directie
Midden-Oosten en Noord-Afrika van het ministerie.
13-03-2018
e-mail bulletin aan Minister Blok en Minister Kaag (over confiscatie werkmachines/
vernieling aangelegde weg)
02-05-2018
e-mail bulletin aan Minister Blok en Minister Kaag (over sloop watersystemen Area
C)
22-05-2018
memo aan Minister Blok en Minister Kaag (over sloop waterproject Palestijnse Gebieden)
20-06-2019
e-mail bulletin aan Minister Blok en Minister Kaag (over vernieling door ISR van landbouwweg
en zonnepanelen die onderdeel maken van NL project met UAWC)
01-10-2019
e-mail bulletin aan Minister Blok en Minister Kaag (over arrestatie medewerker UAWC
op verdenking bomaanslag)
02-10-2019
03-10-2019
e-mail bulletin update aan Minister Blok en Minister Kaag (over arrestatie medewerker
UAWC op verdenking bomaanslag)
e-mail aan Minister Kaag (over berichtgeving Israelische media en mogelijke woordvoering
over arrestatie medewerker UAWc op verdenking bomaanslag)
24-06-2020
30-06-2020
12-07-2020
e-mail bulletin update UAWC aan Minister Blok en Minister Kaag (naar aanleiding van
brief UKLFI over UAWC en ingediende WOB-verzoeken)
memo aan Minister Kaag (over antwoordbrief aan UKLFI aan UAWC)
e-mail update UAWC aan Minister Kaag (met vooraankondiging van bulletin en laatste
bevindingen UAWC)
13-07-2020
e-mail bulletin update UAWC aan Minister Blok en Minister Kaag (informatie dat medewerkers
UAWC die verdacht worden van bomaanslag salaris ontvingen uit NL project)
24-07-2020
e-mail update UAWC aan Minister Kaag (o.a. voorbereiding onderzoek)
Vraag 11
Wanneer is de ambtelijke en politieke top van het ministerie geinformeerd over de
arrestatie van twee door Nederland betaalde medewerkers van UAWC op verdenking van
een terroristische aanslag?
Antwoord 11
Beide ministers zijn op 1 oktober 2019 via een bulletin geinformeerd over de eerste
arrestatie van een UAWC-medewerker verdacht van betrokkenheid bij een aanslag.
Vraag 12
Kunt u de volgende stukken aan de Kamer doen toekomen
– Het jaarrapport over 2019;
– Het financiële rapport over 2019;
– de audit opinion en audit rapport over 2019;
– alle kwartaalrapportages vanaf Q3 2019?
Antwoord 12
Onze intentie is om deze documenten zo spoedig mogelijk met u te delen. Dit vraagt
wel om enkele stappen op het gebied van persoons gegevensbescherming en dient te gebeuren
op basis van of met inachtneming van de gedrags- en beroepsregels van auditorganisaties.
Graag verwijs ik u ook naar een WOB besluit over de verstrekking kopie due diligencebeleidsdocumenten van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken in het algemeen, en aangaande UAWC over de periode 2013–2021.
Vraag 13
Heeft UACW zich onthouden van de activiteiten beschreven in paragraaf 18 van de overeenkomst?
Kunt u dit antwoord uitgebreid toelichten?
Antwoord 13
Uit het Nederlands toezicht is niet gebleken dat Nederlandse bijdragen voor andere
doeleinden zijn gebruikt dan overeengekomen. Voor conclusies over of UAWC zich heeft
onthouden van de activiteiten beschreven in paragraaf 18 van de overeenkomst wachten
we de resultaten van het externe onderzoek af.
Vraag 14
Wat zijn de redenen geweest om tot nu toe geen gebruik te maken van artikel 20 van
de overeenkomst?
Antwoord 14
Uit het Nederlands toezicht is niet gebleken dat Nederlandse bijdragen voor andere
doeleinden zijn gebruikt dan overeengekomen. UAWC is niet aangemerkt als een terroristische
organisatie, niet door de EU en Nederland, niet door de VN en niet door Israël. De
bestuursleden staan evenmin op internationale sanctielijsten.
Nu twee inmiddels ontslagen medewerkers van UAWC verdacht worden van betrokkenheid
bij een bomaanslag en een deel van hun salaris betaald hebben gekregen uit de Nederlandse
bijdrage aan overhead kosten van UAWC, wil het kabinet een extern onderzoek laten
uitvoeren dat opnieuw naar de vraag gaat kijken of er sprake is van banden tussen
UAWC en de PFLP en het personeelsbeleid van UAWC, zoals toegelicht in de antwoorden
op de schriftelijke Kamervragen kenmerk 2020D30210 en 2020D3021. Daarmee wil Nederland meer duidelijkheid scheppen, en kijken of er lessen getrokken
moeten worden voor de toekomst.
Vraag 15
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
, -
, -
, -
, -
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.