Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over het verslag van de extra Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus 2020, de geannoteerde agenda voor de ingelaste videoconferentie van de leden van de Europese Raad van 19 augustus 2020 en de geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 27 en 28 augustus 2020
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
21 501-20 Europese Raad
Nr. 2194
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 20 augustus 2020
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 18 augustus 2020
over het verslag van de extra Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus 2020, de geannoteerde
agenda voor de ingelaste videoconferentie van de leden van de Europese Raad van 19 augustus
2020 en de geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 27 en
28 augustus 2020 (Kamerstukken 21 501-02 en 21 501-20, nr. 2194).
De vragen en opmerkingen zijn op 18 augustus 2020 aan de Minister van Buitenlandse
Zaken voorgelegd. Bij brief van 19 augustus 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Inbreng van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de agenda
van de Europese Raad van 19 augustus en van de geannoteerde agenda van de informele
Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) van 27/28 augustus 2020. Zij hebben hierover de
volgende vragen.
Wit-Rusland
De fractieleden van de VVD spreken hun steun uit voor de duidelijke opstelling van
het kabinet ten aanzien van de onderdrukking in Wit-Rusland, waaronder de inzet gericht
op een gezamenlijke, sterke reactie van de EU op het kennelijk vervalsen van de verkiezingsuitslag,
het geweld tegen vreedzame demonstranten en het opsluiten en ernstig mishandelen van
tegenstanders van het regime. De leden van de VVD-fractie steunen de evidente wens
van het Wit-Russische volk om zelf, zonder inmenging van buiten, vorm te geven aan
hun recht op vrijheid. De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van het kabinet
om op EU-niveau te komen tot persoonsgerichte sancties op degenen die verantwoordelijk
zijn voor grove mensenrechtenschendingen tegen demonstranten. Zij steunen ook de oproep
tot een vreedzame dialoog met het regime, die recht moet doen aan de democratische
wens van de bevolking, waaronder het houden van vrije verkiezingen met volledige deelname
van de oppositie. Zij vragen wat de stand en samenhang is van de diverse bemiddelingspogingen
van onder meer het Voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking
in Europa (OVSE), de Noordelijke EU-lidstaten, en Duitsland en Frankrijk, en of het
kabinet wil aandringen op coördinatie. Daarnaast vragen zij of de EU voor zover mogelijk
voldoende is voorbereid te reageren op verschillende mogelijke toekomstige scenario’s.
Zij denken daarbij mogelijke pro- of antidemocratische omwentelingen, alsook aan de
dreiging vanuit Moskou die samenhangt met een eventuele democratisering in Minsk.
1. Antwoord van het kabinet
Het kabinet heeft kennisgenomen van de suggesties voor verschillende bemiddelingspogingen
die zijn geopperd voor Wit Rusland. Het aanbod te bemiddelen, zoals gedeeld door President
Nausèda van Litouwen mede namens Poolse, Estse en Letse collega’s, is inmiddels door
de Wit-Russische autoriteiten afgewezen.
Ook in het verband van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE)
is een formeel aanbod gedaan aan Wit-Rusland om via de huidige en aankomende voorzitter
(Albanië en Zweden) te bemiddelen tussen de overheid en een afvaardiging van de oppositie.
De kaders voor EU-actie zijn reeds geschetst tijdens de extra ingelaste Raad Buitenlandse
Zaken van 14 augustus jl.: de EU erkent de resultaten van deze verkiezingen niet.
Er moet in dialoog worden gezocht naar een oplossing die recht doet aan de stem van
de Wit-Russische bevolking. De EU is bereid dit te faciliteren, en zal een voorstel
voor bemiddeling uitwerken. De videoconferentie van de leden van de Europese Raad
biedt de gelegenheid de verschillende opties nader te bespreken, waarbij Nederland
het belang van gecoördineerde dialoog en bemiddeling zal onderstrepen.
Wat betreft de vraag van de VVD naar verschillende scenario’s en de rol van Rusland
wijst het kabinet op het gedeelde belang dat de EU en Rusland hebben bij een stabiel
en welvarend Wit-Rusland. Wit-Rusland is een buurland van de EU. Het is ook een buurland
van Rusland. Evenals de EU volgt dus ook Moskou de ontwikkelingen in Wit-Rusland nauwgezet.
Rusland en Wit-Rusland hebben van oudsher nauwe politieke, economische, culturele
en maatschappelijke banden. Rusland en Wit-Rusland zijn onder andere allebei lid van
de Collective Security Treaty Organization (CSTO), een militair bondgenootschap van een aantal landen van de voormalige Sovjet-Unie
(Armenië, Wit-Rusland, Kazachstan, Kirgizstan, Rusland en Tadzjikistan). Op basis
van artikel 4 van het CSTO-verdrag kunnen de lidstaten elkaar militaire assistentie
verlenen in het geval van een externe militaire dreiging tegen één van de lidstaten.
Ook zijn Rusland en Wit-Rusland beide lid van de Euraziatische Economische Unie, die
een interne markt tussen lidstaten creëert en douanerechten reguleert. Tussen Rusland
en Wit-Rusland bestaat ook het Verdrag van de Uniestaat, dat op papier vergaande integratie
tussen de twee landen op o.a. politiek, economisch en veiligheidsgebied suggereert.
In 2019 heeft Moskou gedetailleerde plannen aangekondigd waarmee de twee landen kunnen
toewerken naar daadwerkelijke implementatie van het Verdrag van de Uniestaat. Verder
zijn er andere bilaterale overeenkomsten, o.a. op het gebied van handel.
Gezien deze nauwe banden tussen Wit-Rusland en Rusland meent het kabinet dat het van
belang is nauw contact te onderhouden met Moskou over de situatie in Wit-Rusland en
internationale pogingen een interne dialoog in Wit-Rusland te faciliteren, bijvoorbeeld
via de OVSE. Om die reden hebben ook bondskanselier Merkel, president Macron en de
president van de Europese Raad Michel gesproken met president Poetin. Het kabinet
steunt voortzetting van deze contacten met Rusland met als doel te komen tot een vreedzame
oplossing van de situatie die recht doet aan de wens van de Wit-Russische bevolking
zich zelf uit te spreken over haar toekomst en haar leiderschap, desgewenst met buitenlandse
facilitatie, maar zonder buitenlandse inmenging.
EU-Turkije
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van de fundamentele bezinning
op de relatie tussen de EU en Turkije die voorligt bij deze informele RBZ. Zij brengen
daarbij in herinnering de aangenomen motie Omtzigt/Koopmans van 6 juni 2019 waarin
de regering werd verzocht binnen de EU het voorstel te doen formeel te stoppen met
de EU-toetredingsonderhandelingen en de Europese Commissie te verzoeken binnen een
jaar een voorstel voor een alternatieve samenwerking voor het lidmaatschap met Turkije
uit te werken waarin wordt ingezet op afspraken op bijvoorbeeld het gebied van veiligheid,
tegengaan van illegale immigratie en handelsbevordering. De leden van de VVD-fractie
vragen of het kabinet het met hen eens is dat er sindsdien nog meer redenen zijn om
de toetredingsonderhandelingen definitief te stoppen, waaronder de onderdrukking van
de eigen bevolking, de militaire activiteiten van Turkije in buurlanden en in de regio,
het (dreigen met) openstellen van de grenzen voor illegale migratie en de agressieve
opstelling ten aanzien van Griekenland en Cyprus. De leden van de VVD-fractie vragen
het kabinet zich binnen de EU in te zetten op strenge repercussies in deze en soortgelijke
gevallen van onaanvaardbaar optreden, en zij vragen of er binnen de EU fundamentele
tegenstand is tegen een dergelijke heldere lijn. De leden van de VVD-fractie onderkennen
de noodzaak van een wederzijds productieve relatie met Turkije en vragen daarom welke
voorstellen het kabinet overweegt voor een alternatief en welke het kabinet wil aandragen
tijdens deze bijeenkomst. Zij vragen daarbij ook welke voorbereidingen de EU al heeft
getroffen voor een relatie die inzet op veiligheid, tegengaan van illegale migratie
en handelsbevordering en welke mogelijkheden het kabinet hiertoe als ondersteuning
voor de EU heeft onderzocht en/of verder wil onderzoeken.
2. Antwoord van het kabinet
Naar verwachting zal de Hoge Vertegenwoordiger tijdens de informele RBZ van 27 en
28 augustus ingaan op opties ten aanzien van de ongewenste spanningen tussen de EU
en Turkije. Binnen de EU bestaan grote zorgen over de huidige koers van Turkije, zowel
wat betreft de opstelling in de regio als wat betreft de binnenlandse situatie in
Turkije. Nederland hecht belang aan het handhaven van een eenduidig en helder EU-geluid
en blijft wat betreft de situatie in de oostelijke Middellandse Zee de verklaringen
van de Raad steunen waarin Turkije wordt opgeroepen de boringen te staken en de soevereiniteit
en soevereine rechten van Cyprus en Griekenland te respecteren.
Binnen de Raad bestaat ook brede steun voor directe dialoog en onderhandelingen tussen
partijen om te komen tot de-escalatie van de spanningen in de regio. Dit is in ieders
belang. Nederland verwelkomt daarom ook de bemiddelende rol van de Hoge Vertegenwoordiger
en Duitsland hierin.
Onder de huidige omstandigheden kan geen sprake zijn van verdere voortgang in het
toetredingsproces met Turkije. De toetredingsonderhandelingen liggen daarom al langere
tijd feitelijk stil. In lijn met de motie van de leden Omtzigt en Koopmans (Kamerstuk
32 623, nr. 265) en de motie van het lid Karabulut (Kamerstuk 32 623, nr. 261) bepleitte Nederland eerder al om de toetredingsonderhandelingen dan ook formeel
stop te zetten en verzocht de Commissie om alternatieve vormen van samenwerking uit
te werken. Dit pleidooi kreeg evenwel geen bijval.
Inbreng van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie spreken hun grote zorg uit over de ontstane situatie in
Wit-Rusland. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet om zo snel mogelijk een sanctielijst
op te stellen en de sancties uit te werken. Deze leden vragen daarbij ook verder te
kijken dan het bevriezen van buitenlandse tegoeden van leden van het regime.
3. Antwoord van het kabinet
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken is op 14 augustus jl. algehele steun uitgesproken
voor nieuwe gerichte sancties tegen personen die betrokken zijn bij het geweld tegen
vreedzame demonstranten en verkiezingsfraude. Het werk aan deze additionele sancties
is meteen gestart. Het kabinet acht snelle en tegelijkertijd zorgvuldige besluitvorming
over sanctievoorstellen van groot belang. Van belang is daarbij dat de bevolking en
het maatschappelijk middenveld niet geraakt worden door deze sancties.
In de resolutie van het Europees Parlement, gesteund door EVP, S&D, Renew Europe,
Groenen/EFA en ECR fracties, wordt opgeroepen tot nieuwe verkiezingen en het presidentschap
van Loekasjenko niet te erkennen. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet om
deze oproep te ondersteunen en er voor te pleiten om deze op te nemen in de conclusies
van de Top. De leden van de CDA-fractie roepen het kabinet op om deze verkiezingen
niet te erkennen en dus op te roepen tot een herverkiezing waarbij EU-verkiezingswaarnemers
worden toegelaten, ofwel het presidentschap van Loekasjenko niet te erkennen. Daarnaast
vragen de leden van de CDA-fractie het kabinet om aan te geven hoe deze situatie op
te lossen, en ook een goede relatie met Rusland te behouden.
4. Antwoord van het kabinet
De Raad Buitenlandse Zaken stelde op 14 augustus jl. namens de 27 EU-Lidstaten op
basis van de beschikbare informatie dat de verkiezingen niet als vrij en eerlijk beoordeeld
kunnen worden, noch als zijnde in lijn met internationale standaarden. De EU kan derhalve
de resultaten van de verkiezingen, zoals gepresenteerd door de Belarus Central Election Commission, niet accepteren.
Ondanks dat de uitslag van de verkiezingen niet erkend wordt, acht het kabinet het
noodzakelijk de communicatielijnen met de Wit-Russische autoriteiten open te houden.
Er moet een kanaal zijn om boodschappen af te geven. Ook hebben de autoriteiten een
rol te spelen in de gewenste dialoog met de oppositie en de maatschappij.
Wat betreft de vraag van het CDA over Rusland verwijst het kabinet naar het antwoord
op vraag 1.
De leden van de CDA-fractie maken zich grote zorgen over lijf en leed van de demonstraten.
Uit beelden blijkt dat mensenrechten massaal met voeten worden getreden. De leden
van de CDA-fractie vragen het kabinet om zich hier sterk over uit te spreken, om tijdens
deze Top steun uit te spreken voor de demonstranten en indien gewenst Litouwen te
ondersteunen in de opvang en ondersteuning van deze demonstranten, desnoods bilateraal.
Belangrijk is dat er perspectief geboden wordt aan de demonstranten.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet in hoeverre er economische steun aan
Wit-Rusland gegeven kan worden wanneer het regime verdwijnt, en bovendien voorkomen
wordt dat door re-allocatie van de nabuurschapsmiddelen de bevolking geraakt wordt.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet te reageren op de beschuldigingen aan
het adres van Nederland door Loekasjenko dat Nederland een rol zou spelen in de demonstraties.
5. Antwoord van het kabinet
Het kabinet deelt de zorg van het CDA over het geweld tegen demonstranten en zal daarom
een verklaring waarin andermaal het geweld wordt veroordeeld en een oproep dit te
staken ondersteunen.
Een eventueel verzoek van Litouwen om steun voor opvang van en steun aan slachtoffers
van het geweld tegen demonstranten zal het kabinet zorgvuldig bezien.
De Europese Commissie beziet de mogelijkheden voor herprogrammering van middelen en
in het bijzonder hoe de steun aan de Wit-Russische bevolking en het maatschappelijk
middenveld vergroot kan worden. Het is van belang dat de Wit-Russische bevolking niet
door eventuele maatregelen wordt geraakt en het Wit-Russisch maatschappelijk middenveld
op Europese steun kan blijven rekenen.
Het kabinet wil niet speculeren over de redenen waarom Wit-Rusland Nederland ervan
beschuldigt een rol te spelen in de demonstraties.
De leden van de CDA-fractie vragen naar de precieze rol van Rusland in deze situatie.
Deze leden vragen het kabinet aan te geven op basis van welk verdrag Rusland en Wit-Rusland
elkaar steun dienen te geven en wat deze steun inhoudt. Tevens vragen deze leden in
hoeverre de Russische aanwezigheid in Wit-Rusland is toegenomen sinds de verkiezingen.
De leden van de CDA-fractie vragen of de EU reeds heeft gesproken met Rusland over
de situatie in Wit-Rusland. Tevens vragen deze leden het kabinet er voor te pleiten
dat de EU na deze Europese Raad contact zoekt met Moskou om de uitkomst van deze Raad
te bespreken. De leden van de CDA-fractie zien de mogelijkheid om hiervoor een aantal
lidstaten te verzoeken hierin namens de EU op te treden zoals dat ook gebeurde tijdens
de crisis in Oekraïne, graag een reactie van het kabinet.
6. Antwoord van het kabinet
Het is het kabinet niet bekend dat de Russische aanwezigheid in Wit-Rusland sinds
de verkiezingen zichtbaar is toegenomen.
Wat betreft de vraag van het CDA over Rusland verwijst het kabinet verder naar het
antwoord op vraag 1.
Tenslotte vragen de leden van de CDA-fractie het kabinet, aangezien in deze Europese
Raad alle Europese regeringsleiders aanwezig zijn, om ook de Turks-Griekse kwestie te bespreken. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet om tijdens de top te
pleiten om in de conclusies op te nemen de onvoorwaardelijke steun van de EU voor
Griekenland en dat de EU gesprekken gaat initiëren om de ontstane situatie te de-escaleren.
7. Antwoord van het kabinet
De extra ingelaste Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus jl. sprak zijn zorgen uit
over deze ontwikkelingen, sprak reeds solidariteit uit met Griekenland en Cyprus in
het licht van de recente Turkse (militaire) acties, en benadrukte het belang van de-escalatie.
De bemiddelende rol van de Hoge Vertegenwoordiger en Duitsland werden hierbij verwelkomd.
Nederland blijft oproepen steunen om direct met elkaar in dialoog en onderhandeling
te treden, en om te komen tot wederzijds acceptabele maritieme afbakening in overeenstemming
met het internationaal recht. Nederland blijft eerdere verklaringen van de Raad steunen
waarin Turkije wordt opgeroepen de boringen te staken en de soevereiniteit en soevereine
rechten van Griekenland en Cyprus te respecteren.
Inbreng van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de ingelaste videoconferentie van de leden van de Europese Raad van 19 augustus
2020. Zij hebben nog enkele vragen over de situatie in Wit-Rusland.
De leden van de D66-fractie spreken hun afschuw uit over de berichten van marteling
van gevangenen in Wit-Rusland. Vreedzame demonstranten zouden nooit en nergens slachtoffer
mogen worden van geweld. Zij zijn verheugd dat de EU heeft besloten om sancties in
te stellen tegen Loekasjenko en functionarissen rond hem. Is er inmiddels gewerkt
aan het opstellen van een lijst van personen, en zo ja, met welk resultaat? Is het
kabinet het met de leden van de D66-fractie eens dat deze sancties zo snel mogelijk
ingesteld moeten worden om het gewenste effect te bereiken?
8. Antwoord van het kabinet
Zoals ook is aangegeven in het antwoord op vraag 3, is er direct na de bespreking
in de Raad Buitenlandse Zaken op 14 augustus jl. gestart met de voorbereiding voor
gerichte, additionele sancties tegen personen die betrokken zijn bij het geweld tegen
vreedzame demonstranten en stembusfraude. Het kabinet acht snelle en tegelijkertijd
zorgvuldige besluitvorming over sanctievoorstellen essentieel. Van belang is daarbij
dat de bevolking en het maatschappelijk middenveld niet geraakt worden door deze sancties.
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat Nederland en de EU de roep om nieuwe
verkiezingen en vreedzame democratische transitie moeten ondersteunen. Sancties tegen
de verantwoordelijkheden voor deze gruweldaden en tegen degenen die eerlijke verkiezingen
tegenwerken zijn daarbij een belangrijke stap. Daarnaast kan ook hulp geboden worden
om tot vrije verkiezingen te komen, waarbij geen invloed van buitenaf is. Welke stappen
zijn reeds genomen om de door Polen, Litouwen en Letland gedane oproep tot mediation
gestalte te doen geven? Schaart Nederland zich achter deze oproep? Welke rol zie het
kabinet hierin voor de EU?
9. Antwoord van het kabinet
Over de voortgang van bemiddeling door Polen, Litouwen en Letland en de rol voor de
EU wordt verder ingegaan in vraag 1.
Naast deze mediation pogingen kan het maatschappelijk middenveld gesteund worden via
bestaande EU-fondsen. Dit geld mag niet ter beschikking komen van diezelfde regering
tegen wie de EU sancties heeft ingesteld, maar moet juist ten bate komen van de Wit-Russische
bevolking, vrije pers etc. Heeft het kabinet inmiddels reactie ontvangen van de Europese
Commissie op de vraag of Europese middelen gealloceerd kunnen worden ten gunste van
het maatschappelijk middenveld? Zo ja, kan dit, en op welke termijn zou dit plaats
kunnen vinden?
10. Antwoord van het kabinet
Tijdens de extra ingelaste informele Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus heeft
de Raad gesteld dat de recente gebeurtenissen nopen tot een herziening van de EU relatie
met Wit-Rusland. De Europese steun aan Wit-Rusland moet om die reden in het licht
van recente ontwikkelingen kritisch worden bezien. De Europese Commissie beziet daarom
de mogelijkheden voor herprogrammering van middelen en in het bijzonder hoe de steun
aan de Wit-Russische bevolking en het maatschappelijk middenveld vergroot kan worden.
Het is van belang dat de Wit-Russische bevolking niet door eventuele maatregelen wordt
geraakt en het Wit-Russisch maatschappelijk middenveld op Europese steun kan blijven
rekenen.
De leden van de D66-fractie zijn blij te lezen dan Nederland steun uit heeft gesproken
voor het inroepen van het Moskou Mechanisme van de OVSE. Welke vervolgstappen voorziet
het kabinet na deze oproep? Hoe kan het kabinet er aan bijdragen dat een dergelijk
onderzoek naar mensenrechtenschendingen er ook daadwerkelijk op korte termijn komt?
Verder vragen deze leden of het kabinet het eens is dat de OVSE een belangrijke rol
kan spelen bij het onafhankelijke monitoren van verkiezingen op het moment dat deze
uitgeschreven worden, en vragen deze leden het kabinet of Nederland er op aan wil
dringen dat daar voorbereidingen voor getroffen worden. Graag een reactie.
11. Antwoord van het kabinet
In Wenen zijn gesprekken gaande tussen verschillende deelnemende landen van de OVSE
inzake het inroepen van het Moskou Mechanisme. Nederland zet zich actief in voor het
vergaren voor voldoende steun hiervoor, zowel in Wenen als tijdens de Raad Buitenlandse
Zaken van 14 augustus jl. Volgens de laatste berichten hebben reeds meer dan de minimaal
benodigde 10 landen interesse uitgesproken om dit initiatief te steunen. Nederland
verwacht dat meer landen zullen volgen.
De OVSE en specifiek het Office for Democratic Institutions and Human Rights» (ODIHR) spelen een belangrijke rol bij verkiezingswaarnemingsmissies. Nederland
draagt hier onder andere aan bij door waarnemers af te vaardigen wanneer een dergelijke
missie plaatsvindt. Het kabinet betreurt dat de Wit-Russische autoriteiten de OVSE,
door een te late uitnodiging, niet in staat hebben gesteld een waarnemingsmissie te
sturen om het verloop van de verkiezingen systematisch te monitoren. Nederland acht
het van groot belang dat de OVSE bij toekomstige verkiezingen in Wit-Rusland wel in
staat wordt gesteld effectief te monitoren.
De leden van de D66-fractie merken op dat de Russische president Poetin Loekasjenko
heeft gefeliciteerd met diens verkiezingsoverwinning, en hem steunt in het kader van
een militair pact. Is het kabinet ervan op de hoogte over welke «druk van buitenaf»
werd gedoeld door Rusland? Hoe duidt het kabinet deze felicitaties en steunbetuigingen
van Russische zijde? Is het kabinet bereid tijdens de Europese Raad op te roepen tot
een EU-verklaring die solidariteit uitspreekt met de Wit-Russische bevolking, en er
toe oproept dat geen enkel land zich hier in dient te mengen?
12. Antwoord van het kabinet
Het kabinet beziet de felicitaties van president Poetin aan president Loekasjenko
in het licht van de nauwe banden tussen beide landen (zie ook het antwoord op vraag 1).
De presidenten Poetin en Loekasjenko hebben de afgelopen dagen met elkaar gebeld om
de situatie in Wit-Rusland te bespreken. Daarbij zou president Poetin hebben laten
weten bereid te zijn Loekasjenko te helpen ingeval van externe druk, zonder dit nader
toe te lichten. Het is het kabinet niet bekend waarop door de Russische president
wordt gedoeld.
Het kabinet staat op het standpunt dat het vinden van een politieke oplossing eerst
en vooral aan de Wit-Russische bevolking zelf is, waarbij de internationale gemeenschap
dit proces enkel kan faciliteren. Het kabinet is bereid dit nogmaals in de Europese
Raad te benadrukken.
De EU heeft reeds op diverse manieren steun betuigd aan de Wit-Russische bevolking
die in groten getale de straat op trok om te eisen dat haar stem erkend wordt. In
de verklaring van Hoge Vertegenwoordiger Borrell van 17 augustus jl. staat dit helder
verwoord: de bevolking van Wit-Rusland wil verandering, de EU staat aan hun zijde.
De ingelaste videoconferentie van de leden van de Europese Raad op 19 augustus laat
op het hoogste niveau de EU steun aan en solidariteit met de Wit-Russische bevolking
zien.
Inbreng van de fractie van GroenLinks
De leden van de fractie van GroenLinks hebben met instemming kennis genomen van het
voornemen de situatie in Wit-Rusland te bespreken op het niveau van regeringsleiders in een extra Europese Raad. De leden
van deze fractie hebben over de inzet van het kabinet bij deze Raad en de te verwachten
uitkomst de volgende vragen.
De genoemde leden vragen zich af wat het niet erkennen van de uitslag van de verkiezingen
in de komende cruciale dagen en weken betekent voor de opstelling en handelwijze van
de EU. Komt er een diplomatiek initiatief om een vreedzame machtsoverdracht en het
houden van nieuwe en eerlijke verkiezingen mogelijk te maken? Is er vanuit de EU contact
met Rusland om dat land van interventie af te houden en te bewegen gezamenlijk naar
een democratische oplossing te zorgen? Kan en zal de EU de OVSE benutten om zonder
verder uitstel een dialoog tussen betrokken partijen op gang te brengen?
13. Antwoord van het kabinet
De Raad Buitenlandse Zaken stelde op 14 augustus jl. namens de 27 EU-Lidstaten op
basis van de beschikbare informatie dat de verkiezingen niet als vrij en eerlijk beoordeeld
kunnen worden, noch als zijnde in lijn met internationale standaarden. De EU erkent
de resultaten van deze verkiezingen derhalve niet. Er moet in dialoog worden gezocht
naar een oplossing die recht doet aan de stem van de Wit-Russische bevolking. De EU
is bereid dit te faciliteren, en zal een voorstel voor bemiddeling uitwerken. Het
kabinet acht het hierbij van belang dat de Wit-Russische bevolking zelf invulling
kan geven aan haar toekomst.
Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 1 is er op 18 augustus jl. contact
geweest tussen voorzitter van de Europese Raad Charles Michel en de Russische President
Poetin.
Het kabinet ziet de OVSE als een van de kanalen om een dialoog in Wit-Rusland te faciliteren.
Hierover zal tijdens de videoconferentie van de leden van de Europese Raad op 19 augustus
verder worden gesproken.
De leden van de fractie van GroenLinks trekken uit het verslag van de RBZ van 14 augustus
de conclusie dat er op de extra Europese Raad overeenstemming kan worden bereikt over
extra, persoonsgerichte, sancties tegen de verantwoordelijken voor verkiezingsfraude
en het brute optreden van de veiligheidstroepen tegen de eigen bevolking in de periode
daarna. Zal Nederland zich op de komende Raad voor deze extra sancties inzetten om
zo de druk op de huidige president en zijn regering te vergroten?
14. Antwoord van het kabinet
Zoals aangegeven in de beantwoording op vraag 3 was er gezien het verloop van de verkiezingen
en het harde optreden van de Wit-Russische ordediensten tegen vreedzame demonstranten
en journalisten in de extra ingelaste Raad Buitenlandse Zaken op 14 augustus jl. brede
steun voor gerichte sancties tegen verantwoordelijken voor het geweld richting demonstranten
en de verkiezingsfraude. Het werk aan deze additionele sancties is meteen gestart.
Het kabinet acht snelle en tegelijkertijd zorgvuldige besluitvorming over deze sanctievoorstellen
essentieel. Tijdens de extra ingelaste videoconferentie van de leden van de Europese
Raad op 19 augustus zal verder gesproken worden over de te nemen vervolgstappen.
De leden van de fractie van GroenLinks vragen wat er concreet extra gedaan kan worden
om de demonstranten voor vrijheid en democratie vanuit de EU te ondersteunen? Hoe
kunnen de voor Wit-Rusland beschikbare middelen in het Oostelijk Partnerschap veel
meer dan nu gebeurt voor die ondersteuning worden ingezet? Is Nederland bereid te
bepleiten dat er niet langer middelen vanuit het Partnerschap bij de huidige regering
terecht komen?
15. Antwoord van het kabinet
De demonstranten willen verandering, en hopen gesteund te worden in deze wens. Nederland
en de EU staan aan hun zijde. De enige weg vooruit is een inclusieve dialoog. De EU
en de internationale gemeenschap staan klaar om dit te faciliteren. Uiteindelijk is
het aan de bevolking van Wit-Rusland om hun toekomst te bepalen. Om het regime van
Loekasjenko te bewegen tot vrijlating van gevangenen, te stoppen met het geweld en
het aangaan van dialoog, voert de EU de druk op. Nederland heeft ook in bilaterale
gesprekken opgeroepen tot vrijlating politieke gevangen, en het starten van een dialoog.
De gerichte sancties zijn één van de maatregelen waar momenteel aan gewerkt wordt.
Zoals aangegeven in de beantwoording op vraag 5 heeft de Raad tijdens de extra ingelaste
Raad Buitenlandse Zaken op 14 augustus jl. gesteld dat de EU als gevolg van de recente
gebeurtenissen de financiële steun aan Wit-Rusland kritisch moet bezien. Nederland
heeft tijdens deze informele RBZ de Commissie reeds opgeroepen te onderzoeken in hoeverre
de voordelen van het Oostelijk Partnerschap voor de Wit-Russische autoriteiten zo
veel mogelijk kunnen worden ingezet ten faveure van het maatschappelijk middenveld
en hervormingsgezinde krachten.
Oostelijke Middellandse Zee
Met het oog op het aanstaande informele Gymnich-overleg van de Ministers van Buitenlandse
Zaken ondersteunen de leden van de fractie van GroenLinks de inzet om te komen tot
de-escalatie van de spanning in de oostelijke Middellandse Zee. Deze leden hebben
met bevreemding kennis genomen van het voornemen van het kabinet om op dit overleg
te bepleiten dat aan de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring onverminderd prioriteit
wordt gegeven. Deze leden zijn juist van mening dat de genoemde verklaring al een
tijd lang en om meerdere redenen aan herziening toe is. De Turkse president maakt
van de overeenkomst misbruik door met regelmaat te dreigen vluchtelingen uit Turkije
uit te zetten naar de EU (en dit soms ook daadwerkelijk te doen). De hervestiging
vanuit Turkije hapert en het aantal vluchtelingen dat vanuit Turkije op de Griekse
eiland aankomt overstijgt vele malen de capaciteit die daar aanwezig is. In het licht
van deze en andere ervaringen vinden de leden van de fractie van GroenLinks het zacht
gezegd merkwaardig dat het kabinet er geen blijk van geeft te beseffen dat de afspraken
met Turkije, die sowieso maar een tijdelijk karakter hadden en destijds bedoeld waren
om de acute problemen te helpen oplossen, dringend aan herziening toe zijn.
Inbreng van de fractie van de SP
Wit-Rusland
De leden van de SP-fractie maken zich grote zorgen over de ontwikkelingen in Wit-Rusland,
vooral wat betreft het recente geweld tegen demonstranten. Velen zouden door de autoriteiten
zijn opgesloten, maar inmiddels ook weer op vrije voeten zijn. Deze leden vragen het
kabinet naar het beeld van deze situatie. Hoeveel demonstranten zijn er inmiddels
vrijgelaten? Hoeveel politieke gevangenen, die recent zijn opgepakt, maar ook in de
jaren daarvoor, zitten er nog altijd opgesloten? Hoeveel journalisten zijn het slachtoffer
geworden van het recente geweld? Hoeveel journalisten zitten er nog vast? Wordt er
ook aangedrongen op hun vrijlating?
16. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is niet bekend met de exacte aantallen vrijgelaten demonstranten, politiek
gevangenen, en journalisten die slachtoffer zijn van het geweld. Wel is bekend dat
het overgrote deel van de demonstranten inmiddels is vrijgelaten. Volgens de laatste
berichten zitten er nog circa 150 mensen vast in relatie tot de verkiezingen. Daarnaast
zouden alle journalisten zijn vrijgelaten, met uitzondering van ongeveer tien bloggers.
Het kabinet blijft er in zowel multilateraal als bilateraal verband op aandringen
alle politieke gevangen vrij te laten.
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet nader in te gaan op de mogelijkheid
van het inroepen van het Moskou Mechanisme van de OVSE, zodat een internationale missie
van onafhankelijke experts naar Wit-Rusland gestuurd kan worden om onderzoek te doen
naar de recente mensenrechtenschendingen. Is hier inmiddels voldoende steun voor gevonden?
Zo nee, waarom dan niet? Op welke wijze wordt erop ingezet dit te bewerkstelligen?
17. Antwoord van het kabinet
Voor het antwoord op de vragen gerelateerd aan het Moskou Mechanisme verwijst het
kabinet naar de beantwoording op vraag 11.
Het kabinet is van mening dat in EU-verband nieuwe gerichte sancties tegen personen
die betrokken zijn bij het geweld en de stembusfraude in Wit-Rusland moeten worden
onderzocht. De leden van de SP-fractie begrijpen die insteek goed. Wel vragen zij
zich af waarom dit nog moet worden onderzocht en niet reeds hiertoe overgegaan kan
worden. Op welke termijn wordt invoering van dergelijke sancties voorzien? Welke sancties
worden overwogen? De leden van de SP-fractie vinden het cruciaal dat sancties de bevolking
en het maatschappelijk middenveld niet raken, wat ook de insteek van het kabinet is.
Deze leden vragen hoe dit concreet voorkomen kan worden.
18. Antwoord van het kabinet
Zoals in de beantwoording op vraag 3 en vraag 8 is aangegeven, is direct na de Raad
Buitenlandse Zaken van 14 augustus jl. gestart met het werken aan additionele, persoonsgerichte,
sancties. Daarbij is zorgvuldige besluitvorming essentieel. Ook acht het kabinet het
van belang dat deze sancties de Wit-Russische bevolking en het maatschappelijk middenveld
zo veel mogelijk ontzien.
De Wit-Russische president Loekasjenko is naar eigen zeggen bereid om de macht te
delen, zo wordt in recente berichten gesteld. Er zou gewerkt worden aan een grondwetswijziging
waarover vervolgens een referendum gehouden moet worden met als mogelijk resultaat
het overdragen van autoriteit door de zittende president. De leden van de SP-fractie
vragen het kabinet hierop te reageren. Biedt dit mogelijk een uitweg uit de impasse?
Hoe is hierop gereageerd door de oppositie in Wit-Rusland? Zijn er andere, wellicht
meer realistische uitwegen uit de patstelling zichtbaar?
19. Antwoord van het kabinet
In de optiek van het kabinet moet het antwoord op de vraag of Loekasjenko’s suggestie
de macht te delen een uitweg uit de impasse biedt eerst en vooral worden beantwoord
door het Wit-Russische volk als onderdeel van een binnenlands politiek proces binnen
Wit-Rusland zelf. Zie verder de beantwoording van vraag 1.
De leden van de SP-fractie vragen ook of er communicatie met Rusland is over de ontwikkelingen
in het buurland en of dat enige hoop biedt op de-escalatie. Kan ingegaan worden op
de positie van Rusland met betrekking tot de ontwikkelingen in het buurland? Wat zijn
de sociale, economische en politieke relaties tussen Rusland en Wit-Rusland, zowel
statelijk als niet-statelijk? Hoe zien deze relaties eruit voor de EU en Wit-Rusland?
De Minister schrijft dat de EU wil bemiddelen naar aanleiding van de verkiezingen
in Wit-Rusland. Kan dit toegelicht worden? Op welke wijze wordt hierop ingezet?
20. Antwoord van het kabinet
Ten aanzien van de vraag van de SP over betrekkingen tussen Rusland en Wit-Rusland
en de rol van de EU bij het faciliteren van een politiek proces verwijst het kabinet
naar vraag 1.
Zoals reeds aangegeven in de beantwoording op vraag 5 krijgt de relatie tussen de
EU en Wit-Rusland vooral gestalte in het kader van het Oostelijk Partnerschap (OP).
De inzet van de EU binnen het OP is daarbij vooral gericht op het bijdragen aan stabiliteit,
welvaart en vrede langs de randen van de Europese Unie. De Nederlandse beleidsinzet
ten opzichte van Wit-Rusland is flankerend aan die van de Unie, prioriteit voor het
kabinet ligt vooral bij rechtsstaatontwikkeling, anti-corruptiemaatregelen en mensenrechten.
Oostelijke Middellandse Zee
Over de toegenomen spanningen tussen Griekenland en Turkije in de oostelijke Middellandse
Zee schrijft de Minister dat in geval van voortdurende Turkse activiteiten het kabinet
aanvullende maatregelen niet blijft uitsluiten. De leden van de SP-fractie vragen
het kabinet hier nader op in te gaan. Aan welke aanvullende maatregelen wordt gedacht?
21. Antwoord van het kabinet
Naar verwachting zal de Hoge Vertegenwoordiger tijdens de informele RBZ van 27 en
28 augustus ingaan op opties ten aanzien van de ongewenste spanningen tussen de EU
en Turkije. De Hoge Vertegenwoordiger heeft aangegeven dat dit ook toepasselijke maatregelen
zal omvatten, in geval de spanningen niet afnemen. Nederland hecht belang aan de-escalatie
van de spanningen, en wacht de nadere voorstellen van de Hoge Vertegenwoordiger af.
Bolivia
De leden van de SP-fractie zijn bezorgd over de ontwikkelingen in Bolivia, waar eind
vorig jaar een coup werd gepleegd tegen president Morales, die net daarvoor de verkiezingen
had gewonnen. Hoe kijkt de Minister aan tegen de nieuwste studie waaruit opnieuw blijkt
dat onderzoek van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) naar de verkiezingen
in Bolivia, waarin fraude geclaimd werd – de directe aanleiding voor de coup – niet
zou deugen? (Bron: https://www.nytimes.com/2020/06/07/world/americas/bolivia-election-evo-….) Deze leden vragen het kabinet inhoudelijk te reageren op de kritiek op het OAS-onderzoek
en niet enkel te verwijzen naar de communicatie van de OAS zelf, zoals eerder op vergelijkbare
vragen steeds gebeurde.
Na opnieuw te zijn uitgesteld lijken nieuwe presidentsverkiezingen in Bolivia in oktober
dit jaar eindelijk alsnog plaats te vinden. Van groot belang is dat die eerlijk zullen
verlopen. Daarvoor is belangrijk dat er onafhankelijke verkiezingsmonitoring gegarandeerd
wordt. Kan het kabinet hierop reageren? Zal vanuit de EU hier een bijdrage aan geleverd
kunnen worden? Is daar toestemming voor verleend? De leden van de SP-fractie vragen
verder of het klopt dat presidentskandidaten van de MAS-partij, van de gevluchte president
Morales, vervolgd worden, met mogelijk uitsluiting bij de verkiezingen als resultaat?
Betreft dit, volgens de Minister, (vooral) vervolging om politieke redenen? Als hiervan
sprake is, wordt Bolivia daar dan op aangesproken?
22. Antwoord van het kabinet
Het OAS-rapport geeft aan dat bij de verkiezingen talloze onregelmatigheden hebben
plaatsgevonden. Die conclusie is door de EU onderschreven en blijft overeind staan.
De nieuwe studie betwist een aantal elementen, maar bevestigt ook dat er vele problemen
met de stemming waren. De OAS weerspreekt de conclusies van de studie in een uitgebreid
persbericht van 16 juni jl.
De verkiezingen in Bolivia zijn nu voorzien voor 18 oktober a.s. Vorige week zijn
alle belangrijke partijen, inclusief de socialistische partij MAS, de partij van Evo
Morales, in Bolivia akkoord gegaan met deze nieuwe – door de Kiesraad voorgestelde –
datum. Nederland hecht aan een eerlijk verloop van de verkiezingen en steunt de inspanningen
van de voorzitter van de Kiesraad daartoe. Desalniettemin zal het onder andere gezien
de ernst van de COVID-19 situatie lastig worden om de verkiezingen soepel en effectief
te laten plaatsvinden. De EU zal het mogelijke doen om de verkiezingen te monitoren,
maar het is nog onduidelijk of en hoe dat gezien COVID-19 vorm kan krijgen.
Alhoewel de talloze wegblokkades door MAS aanhangers in het land inmiddels zijn opgeheven,
blijft de situatie op dit moment gespannen. De presidentskandidaat van de MAS, Luis
Arce Catacora, kan aan de verkiezingen deelnemen, en er is geen sprake van dat hij
uitgesloten zou worden. De EU, de VN en de Katholieke Kerk spelen een rol in de bemiddeling
tussen de verschillende partijen.
Midden-Oosten Vredesproces (MOVP)
In het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 juli 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2187) staat aangaande de dreigende annexatie van Palestijns gebied door Israël dat Nederland
samen met meerdere andere lidstaten de Hoge Vertegenwoordiger heeft gevraagd om opties
voor een Europese respons in kaart te brengen, in lijn met de motie van de SP die
daartoe oproept. De leden van de SP-fractie vragen het kabinet hier nader op in te
gaan. Hoe ziet het vervolgtraject hiervan eruit? Wanneer is de genoemde respons in
kaart gebracht? Welk type respons wordt overwogen?
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet ook te reageren op de deal tussen Israël
en de Verenigde Arabische Emiraten, waarin de betrekkingen tussen beide landen zijn
genormaliseerd. De Minister heeft aangegeven verheugd te zijn met de deal, omdat opschorting
van annexatie er onderdeel van zou zijn. Maar deze leden wijzen erop dat daar twijfels
over mogelijk zijn, niet in de laatste plaats omdat de Israëlische premier Netanyahu
vrijwel meteen nadat de deal werd gesloten stelde nog altijd toegewijd te zijn aan
annexatie. (Bron: https://www.middleeasteye.net/news/israel-netanyahu-uae-deal-annexation…) Kan het kabinet hierop reageren?
23. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwelkomt de aankondiging van normalisering van de relaties tussen Israël
en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Het aangaan van volledige normalisering
van de diplomatieke betrekkingen tussen beide landen is in lijn met het streven van
Nederland naar een internationaal erkend Israël, zoals verwoord in het regeerakkoord,
en is een positieve stap op weg naar meer stabiliteit in de regio. De Minister van
Buitenlandse Zaken heeft hierover direct contact gehad met de Ministers van Buitenlandse
Zaken van zowel Israël als de Verenigde Arabische Emiraten en daarbij ook het opschorten
van annexatie verwelkomd.
Het kabinet heeft kennisgenomen van de uitspraken van de Israëlische premier Netanyahu
dat hij voorstander blijft van annexatie, in coördinatie met de Verenigde Staten.
VS-gezant Kushner heeft duidelijk gemaakt dat de Verenigde Staten voor een niet gedefinieerde
periode niet in zullen stemmen met annexatie, waarmee eenzijdige annexatie van delen
van de Westelijke Jordaanoever door Israël op dit moment niet reëel lijkt. Gezien
de brede zorgen over de gevolgen van een eventuele annexatie voor de levensvatbaarheid
van de twee-statenoplossing is dit een positieve ontwikkeling, ook al is het een punt
van zorg dat annexatie niet definitief van de baan is.
Voordat Israël en de VAE hun aankondiging deden, had de Hoge Vertegenwoordiger in
de Raad Buitenlandse Zaken aangekondigd opties uit te willen gaan werken voor een
mogelijke reactie op een eventuele annexatie, maar ook voor de invulling van de relaties
met de nieuwe Israëlische regering en de Palestijnse Autoriteit. Nederland heeft in
juli bij de Hoge Vertegenwoordiger erop aangedrongen diens voorstellen te presenteren
aan de Raad. Op dit moment heeft de HV zijn voorstellen nog niet voorgelegd aan de
Raad. Gezien het feit dat annexatie opgeschort is, maar ook niet definitief van de
baan is, blijft het kabinet de discussie in Israël hieromtrent nauwgezet volgen. Tegelijkertijd
zal Nederland met de Europese partners overleggen wat de nieuwe ontwikkelingen betekenen
voor de Europese inzet in het vredesproces.
Grensgebied Armenië-Azerbeidzjan
De leden van de SP-fractie vragen om een update over de ontwikkelingen in het grensgebied
tussen Armenië en Azerbeidzjan, waar eerder deze zomer het geweld opnieuw escaleerde.
Kan het kabinet ingaan op de laatste ontwikkelingen? Klopt het dat de situatie nog
altijd dreigend is en nieuw geweld zomaar uit kan breken? Klopt het verder dat gedreigd
is een kerncentrale in Armenië aan te vallen? Is het kabinet bereid om via de OVSE
aan te dringen op onafhankelijke monitoring van het staakt-het-vuren?
24. Antwoord van het kabinet
Op 12 juli jl. braken schermutselingen uit tussen Armenië en Azerbeidzjan. De oorzaak
van deze uitbraak is niet duidelijk, beide partijen beschuldigen elkaar van provocatie.
De confrontatie is de dagen erna verder opgelaaid met inzet van artillerie, tanks
zijn ingezet en drones en slachtoffers (militair en civiel) aan beide zijden. Het
betreft een sterk gelokaliseerd conflict in het grensgebied tussen Armenië en Azerbeidzjan,
en niet aan de contactlijn met Nagorno-Karabach. Sinds eind juli is de veiligheidssituatie
in dit grensgebied relatief kalm en stabiel. Er is nog wel sprake van schendingen
van het staakt het vuren.
Op 17 juli jl. deed de woordvoerder van het Azerbeidzjaanse Ministerie van Defensie
de uitspraak dat Azerbeidzjan over de capaciteit beschikt om precisieaanvallen te
kunnen uitvoeren op de Armeense nucleaire reactor in Metsamor (elektriciteitsvoorziening).
Op deze uitspraak is met verontwaardiging gereageerd door de internationale gemeenschap.
Later werd door Azerbeidzjan toegegeven dat de uitspraak over een mogelijke aanval van de Armeense kerncentrale
niet verstandig was en dat de uitspraak van het Azerbeidzjaanse Ministerie van Defensie
niet gecoördineerd was met de politieke leiding.
De Albanese Chairperson-in-Office van de OVSE heeft de afgelopen periode de partijen
in het conflict opgeroepen tot een staakt-het-vuren, een spoedige hervatting van de
dialoog en om af te zien van verder geweld en verdere acties die als provocatie kunnen
worden opgevat. Een soortgelijke oproep werd in de Permanente Raad van de OVSE gedaan
door de lidstaten van de Europese Unie, waaronder Nederland.
De co-voorzitters van de zogenoemde OVSE Minsk Groep (bestaande uit Rusland, Frankrijk
en de Verenigde Staten) en de Persoonlijk Vertegenwoordiger van de OVSE Chairperson-in-Office,
Andrzej Kasprzyk, hebben al geruime tijd een mandaat voor het ondersteunen van de
partijen bij het vinden van een politieke oplossing voor dit slepende conflict. Zij
hebben de relatieve rust in het gebied sinds 16 juli jl. verwelkomd.
Coronavirus
De leden van de SP-fractie zijn verheugd dat, na eerdere, vergaande reisbeperkingen
vanwege het coronavirus, geliefden met langeafstandsrelaties elkaar, onder voorwaarden,
tegenwoordig weer op kunnen zoeken. Deze leden vragen of een dergelijke regeling mogelijk
uitgebreid kan worden naar in het buitenland woonachtige familie van Nederlanders,
zodat ook zij familieleden in ons land kunnen bezoeken. Wil het kabinet daar naar
kijken?
25. Antwoord van het kabinet
Vanwege het corona-virus zijn er moeilijke dilemma’s voor mensen wereldwijd en zijn
er inreisbeperkingen voor personen die voor niet essentiële doeleinden naar Nederland
willen reizen.
Het inreisverbod biedt op dit moment reeds de mogelijkheid aan familieleden van EU-burgers
behorend bij het kerngezin (de huwelijkspartner, geregistreerd partner, partner met
bewezen duurzame relatie en kinderen) om naar Nederland te reizen. Ook personen die
zwaarwegende redenen hebben om naar Nederland af te reizen om hun familie te bezoeken
zijn uitgezonderd van het inreisverbod. Hierbij gaat het om reizen in uitzonderlijke
gevallen. Een uitzonderlijk geval is bijvoorbeeld het bezoeken van een terminaal ziek
familielid en het bijwonen van een begrafenis. Het is bedoeld voor de eerstegraads-
en tweedegraadsfamilieleden: vader, moeder, kinderen zijn eerstegraads; grootouders,
kleinkinderen, broers en zussen zijn tweedegraads. Op dit moment ziet het kabinet
geen aanleiding om aanvullende regelingen te treffen voor familieleden van Nederlanders
die op bezoek willen komen.
Inbreng van de fractie van de PvdA
De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid maken zich ernstige zorgen over
de ontwikkelingen in Wit-Rusland sinds de onvrij verlopen presidentsverkiezingen van
9 augustus. Ongekend hard optreden van ordetroepen tegen vreedzame demonstranten heeft
geleid tot twee doden en vele gewonden. Nog altijd zijn 76 demonstranten vermist,
hun familie en dierbaren hebben geen enkele informatie over hun welzijn. Voornoemde
leden veroordelen het geweld tegen demonstranten en arrestaties en achten het noodzakelijk
dat het geweld tegen demonstranten en gevangenen zo snel mogelijk stopt en dat politieke
gevangenen, opgepakt tijdens demonstraties en de campagne, direct worden vrijgelaten.
Heeft Nederland zicht op het aantal gevangen genomen demonstranten? Wat wordt door
de EU ondernomen om gevangenen vrij te krijgen? Hoe oefent Nederland druk uit om ervoor
te zorgen dat mensen in Wit-Rusland kunnen demonstreren en gevangen worden vrijgelaten?
Welke aanvullende mogelijkheden ziet het kabinet om druk uit te oefenen? Voornoemde
leden zijn bovendien van mening dat snel onafhankelijk onderzoek moet worden verricht
naar het optreden van de ordetroepen en misdaden tegen gevangenen. Wordt in EU-verband
gepleit voor een onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen? Is de Minister bereid
om onafhankelijk onderzoek hiernaar te bepleiten in EU verband?
26. Antwoord van het kabinet
Voor het antwoord op de vraag over de aantallen gevangen verwijst het kabinet naar
de beantwoording op vraag 16. Nederland dringt er bij de Wit-Russische autoriteiten
in zowel bilateraal als in EU-verband op aan om de gevangenen vrij te laten en de
mensenrechten te respecteren. Ook met het werk aan de voorgenomen sancties beoogt
de EU de druk op de Wit-Russische autoriteiten te verhogen.
Nederland heeft in de extra ingelaste Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus jl.
gepleit voor het inroepen van het OVSE Moskou Mechanisme. Dit mechanisme voorziet
in een onafhankelijke expertmissie die onderzoek doet naar de gebeurtenissen. Zoals
genoemd in de beantwoording van vraag 11 steunt Nederland dit initiatief op actieve
wijze.
De leden van de PvdA-fractie achten het van het grootste belang dat er zo snel mogelijk
vrije en eerlijke verkiezingen worden georganiseerd, waaraan een ieder kan meedoen,
ook de kandidaten die nu in de gevangenis zitten. Bovendien dienen deze verkiezingen
onder toezicht te staan van internationale waarnemers. Deelt het kabinet dat standpunt,
en is het kabinet bereid ook in Europees verband zich hiervoor sterk te maken? Welke
scenario’s ziet het kabinet voor zich op de korte termijn? Welke rol ziet het kabinet
voor Nederland en de EU bij het tot stand laten komen van een vreedzame machtsoverdracht?
Wat is de rol van Rusland, en zijn er op Europees niveau contacten met Rusland?
27. Antwoord van het kabinet
Zoals aangegeven in de beantwoording op vraag 4 stelde de extra ingelaste Raad Buitenlandse
Zaken op 14 augustus jl. namens de 27 EU-Lidstaten dat de verkiezingen niet als vrij
en eerlijk beoordeeld kunnen worden, noch als zijnde in lijn met internationale standaarden.
Er moet in dialoog worden gezocht naar een oplossing die recht doet aan de stem van
de Wit-Russische bevolking. De EU is bereid dit te faciliteren, en zal een voorstel
voor bemiddeling uitwerken.
De EU werkt daarnaast aan gerichte sancties tegen degenen die verantwoordelijk zijn
voor de fraude en het geweld tegen demonstranten, en zal de EU-Wit-Rusland relatie
kritisch tegen het licht houden. Tegelijkertijd wil de EU bezien hoe de steun aan
de Wit-Russische bevolking en het maatschappelijk middenveld vergroot kan worden.
Voor het antwoord over de rol van Rusland en contacten met Moskou zie de beantwoording
van vraag 1.
De leden van de PvdA-fractie vragen wat wordt ondernomen om demonstranten en leden
van de oppositie die Wit-Rusland ontvluchten te ondersteunen? Is Nederland bereid
om politieke vluchtelingen uit Wit-Rusland op te nemen? Wat gaat Nederland doen om
deze mensen te helpen? Hoe wordt hun veiligheid gewaarborgd? Oppositiekandidaat Svetlana
Tichanovskaja heeft moeten vluchten naar Litouwen. Wat wordt ondernomen om de oppositie
en leden van de oppositie te ondersteunen? Welke additionele ondersteuning kan volgens
het kabinet worden ondernomen om de oppositie te ondersteunen?
28. Antwoord van het kabinet
De veiligheid van gevluchte Wit-Russische demonstranten en oppositieleden in het buitenland
zijn de verantwoordelijkheid van het land waar zij zich op dat moment bevinden. Personen
uit Wit-Rusland die zich in Nederland bevinden en menen in aanmerking te komen voor
internationale bescherming kunnen in ons land asiel aanvragen. In een asielprocedure
beoordeelt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op individuele basis of een
persoon in aanmerking komt voor een tijdelijke verblijfsvergunning asiel in Nederland.
Voor de vraag over ondersteuning aan de oppositie verwijst het kabinet naar het antwoord
op vraag 15.
De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat sancties tegen het regime moeten
worden geïntensiveerd. Is Nederland betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe
sanctieregime? Welke aanscherping van het sanctieregime heeft het kabinet voor ogen?
Welke additionele maatregelen is Nederland bereid unilateraal te nemen? De leden van
de PvdA-fractie willen weten of het Loekasjenko regime vermogen heeft in Nederland.
Is het kabinet bereid om op korte termijn te onderzoeken of het regime in Wit-Rusland
vermogen heeft bij Nederlandse brievenbusfirma’s? En is het kabinet bereid deze tegoeden
te bevriezen wanneer dit het geval is?
29. Antwoord van het kabinet
Op dit moment is het niet bekend of leden van het regime Loekasjenko vermogen hebben
gestald in Nederland. Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 3 en 8 is na
de bespreking in de Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus direct gestart met de
voorbereiding van persoonsgerichte sancties. Zodra de Raad hierover overeenstemming
heeft bereikt, dienen Lidstaten maatregelen te nemen die garanderen dat beperkende
maatregelen worden nageleefd. Het kabinet hecht groot belang aan zorgvuldige implementatie
van overeengekomen sancties, waaronder de bevriezing van eventueel gestalde tegoeden
van de betreffende personen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
T.J.E. van Toor, griffier