Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Von Martels en Van der Molen over de berichten ‘Thialf verder in de problemen nu tekort oploopt tot 1 miljoen euro’ en ‘Wie betaalt de medailles van Sven en Sjinkie’
Vragen van de leden Von Martels en Van der Molen (beiden CDA) aan de Minister voor Medische Zorg over de berichten «Thialf verder in de problemen nu tekort oploopt tot 1 miljoen euro» en «Wie betaalt de medailles van Sven en Sjinkie» (ingezonden 5 juni 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 18 augustus 2020). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3271.
Vraag 1
Bent u bekend met het gegeven dat de financiële continuïteit van Thialf in het geding
is?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de onafhankelijke gestelde conclusies dat die financiële problematiek
wordt veroorzaakt door de zware behoeftes van de nationale topsport, de zware belasting
die dat vraagt aan de trainingslocatie en de beperkingen die dat met zich meebrengt
voor exploitatie? Is het u bekend dat sportbonden als de Koninklijke Nederlandsche
Schaatsenrijders Bond (KNSB) reppen over het verlies van sponsoren vanwege de coronacrisis
en daarmee geen mogelijkheden zien om verder bij te dragen aan Thialf?
Antwoord 2
Ik heb begrepen dat meerdere ontwikkelingen hebben bijgedragen aan het huidige begrotingstekort
van Thialf. Een van de oorzaken kan gezocht worden in de druk die topsport gerelateerde
activiteiten leggen op de totale exploitatie van Thialf. Het is mij ook bekend dat
de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB) nog geen nieuwe hoofdsponsor
heeft kunnen vinden en mede vanwege de coronacrisis een onzeker seizoen ingaat.
Vraag 3
Deelt u de mening dat er in de topsportsector vanwege corona geen financieel domino-effect
mag ontstaan waardoor onze sportieve ambities onder druk komen te staan? Ziet u, mogelijkerwijs
vanwege meevallers op de rijksbegroting vanwege het niet doorgaan van sportactiviteiten,
waaronder de olympische spelen, om via de sportbonden bij te dragen in het tekort
van Thialf, wat geschat wordt op 700.000 euro? Zo nee, waarom niet? Hoe groot is dat
bedrag ten opzichte van het totaal aan rijksmiddelen die u verstrekt via NOC-NSF?
Antwoord 3
Ik vind het te vroeg om daar op dit moment al toezeggingen over te doen. Dit vanwege
het lopende onderzoek door het Mulier Instituut naar de gevolgen van de coronamaatregelen
voor de sportsector, waaronder de topsport. In deze studie is in het bijzonder aandacht
voor de financiële gevolgen die de sportsector ondervindt als gevolg van de maatregelen.
Een eerste versie van de Monitor Sport en corona heb ik uw Kamer reeds toegezonden.3 De volgende stap die de onderzoekers zetten is om de beschreven gevolgen te toetsen
en te verrijken bij de veldpartijen. Naar verwachting wordt in september 2020 een
nieuwe versie van de monitor opgeleverd waarin deze input verwerkt is. U kunt van
mij uiterlijk voor het WGO Sport van 2020 een beleidsreactie verwachten op dit onderzoek.
Daarnaast wordt vanuit de rijksmiddelen structureel bijgedragen aan de huur van ijs
ten behoeve van de topsport- en opleidingsprogramma’s voor langebaanschaatsen en shorttrack.
Thialf ontvangt hiervoor een jaarlijkse bijdrage van NOC*NSF via het Centrum voor
Topsport en Onderwijs Noord (CTO Noord). Deze bijdrage is merendeel afkomstig uit
rijksmiddelen, beschikbaar gesteld door het Ministerie van VWS. Voor dit jaar gaat
het om een bedrag van € 395.000,– dat wordt aangevuld door CTO Noord. Recent heeft
NOC*NSF toegezegd dit bedrag op te zullen hogen met € 250.000,- per jaar.
In totaal wordt er vanuit NOC*NSF jaarlijks ruim € 1,7 miljoen geïnvesteerd in het
langebaanschaatsen en shorttrack via de KNSB en is daarnaast het overgrote deel van
de jaarlijkse NOC*NSF-bijdrage aan CTO Noord van ruim € 1,2 miljoen, ook bestemd voor
deze twee programma’s. Het Ministerie van VWS draagt hieraan bij vanuit een jaarlijkse
instellingssubsidie aan NOC*NSF (totaal € 39 mln. voor 2020).
Vraag 4
Bent u eventueel bereid om voor een deel van de door het Rijk aan het NOC-NSF gestelde
middelen voor topsport, en in het verlengde daarvan aan de KNSB en het centrum voor
Topsport en Onderwijs (CTO), te bepalen dat deze ten behoeve van de kwalitatief hoogwaardige
topsport infrastructuur van Thialf aan dienen te worden gewend? Zo nee, waarom niet?
Kunt u duidelijkheid geven over de financiële positie waarin de aangegeven organisaties
zich bevinden sinds het uitbreken van de coronacrisis?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Met het nationale belang van het handhaven van de Nederlandse topsport op de schaats
(Nederland behaalt honderd procent van de Olympische wintersportmedailles in de schaatssport)
in het achterhoofd, hoe weegt u het feit dat de exploitatie van een volwaardige topsportvoorziening
maar voor een deel via landelijke sportmiddelen wordt betaald, waardoor voor de totale
exploitatie een aanzienlijk beroep moet wordt gedaan op lokale en provinciale overheden?
Antwoord 5
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 3, draagt het Rijk via NOC*NSF en CTO Noord
reeds bij aan de exploitatie van Thialf door het betalen van ijshuur voor de topsport-
en opleidingsprogramma’s van de KNSB. Momenteel wordt door betrokkenen hard gewerkt
aan een herstelplan. Thialf zal een flink aantal veranderingen moeten doorvoeren om
de koers en ambitie aan te passen op de financiële uitdaging die er ligt, waarbij
op de lange termijn het energievraagstuk als grootste uitdaging wordt ervaren.
NOC*NSF heeft mij laten weten constructief in gesprek te blijven met Thialf en betrokken
partijen om voor de topsport- en opleidingsprogramma’s tot een passende oplossing
te komen.
Vraag 6
Kunt u de Kamer een beeld schetsen van de financiële impact van recente rijksmaatregelen
zoals de verhoging opslag duurzame energie (ODE), de verhoging energiebelasting en
de gevolgen van de verruiming sportvrijstelling BTW op de exploitatie van olympische
trainingsvoorzieningen in Nederland, waaronder Thialf? Wat is uw opvatting over deze
samenloop van kosten en op welke manier kunt u hiermee rekening houden in de financiering
van de topsport?
Antwoord 6
Bij de presentatie van het Klimaatakkoord heeft het kabinet aangegeven dat het bedrijfsleven
een grotere bijdrage gaat leveren aan de financiering van de energietransitie. Sinds
2020 betaalt het bedrijfsleven dan ook twee derde van de Opslag Duurzame Energie (ODE),
waar dat voorheen de helft was. Binnen de energiebelasting zijn er ook verschuivingen
doorgevoerd, met als doel dat deze belasting meer gaat sturen op verduurzaming. Dit
wordt gedaan door het tarief in de eerste schijf aardgas te verhogen en het tarief
voor elektriciteit in de eerste schijf te verlagen. De financiële impact van de aanpassingen
is dat het bedrijfsleven als geheel meer bijdraagt aan het totaal van energiebelastingen.
Het kabinet kan niet inschatten wat de financiële impact is op individuele bedrijven
of organisaties, omdat dit afhankelijk is van het specifieke energieverbruik.
Momenteel kijkt de Belastingdienst naar de al dan niet winst beogende status van de
Centra voor Topsport en Onderwijs (CTO’s). Onder voorwaarden zouden deze CTO’s een
deel van de kosten onder de Specifieke Uitkering Stimulering Sport kunnen laten vallen.
Zoals is aangegeven in mijn antwoord op vraag 3 draagt het Rijk via NOC*NSF en de
CTO’s reeds bij aan de vergoedingen die betaald moeten worden voor de gebruikskosten
van deze topsportvoorzieningen.
Ondertekenaars
-
, -
, -
, -
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.