Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het bericht ‘Gemeentepolis verdwijnt langzaam. Wat is er aan de hand?’
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Gemeentepolis verdwijnt langzaam. Wat is er aan de hand?» (ingezonden 6 juli 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 18 augustus 2020). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3606.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Gemeentepolis verdwijnt langzaam. Wat is er
aan de hand?»1?
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bericht.
Vraag 2
Herinnert u zich de eerdere Kamervragen die over dit onderwerp zijn gesteld op 20 augustus
2018, 18 juli 2019 en op 19 augustus 2019?2 3 4
Antwoord 2
Ja, ik herinner me deze Kamervragen.
Vraag 3, 4, 5
Zou u zich, anders dan in de antwoorden op die vragen, deze keer wel sterk willen
maken voor gemeenten die hun inwoners met een laag inkomen een passende ziektekostenpolis
willen aanbieden en op die wijze ook voor de desbetreffende inwoners?
Bent u het eens met de stelling dat een collectieve gemeentepolis het makkelijker
maakt om goede afspraken te maken over het signaleren van armoede en schulden?
Heeft u er zicht op in hoeverre na het schrappen van een collectieve gemeentepolis
vaker sprake is van bijvoorbeeld zorgmijding of het ontstaan van financiële problemen
van mensen met een laag inkomen? Bent u bereid daarnaar, bijvoorbeeld in overleg met
de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), onderzoek te doen?
Antwoord 3, 4, 5
De gemeentepolis is één van de instrumenten die gemeenten kunnen inzetten om bijvoorbeeld
afspraken te maken over armoede, schulden en het tegengaan van ongewenste zorgmijding.
Het is echter niet per definitie de beste oplossing. Zo is de gemeentepolis niet voor
iedere verzekerde de meest voordelige en de meest passende polis. Dit hangt af van
de zorgbehoefte van de verzekerde, de afspraken die gemaakt worden in de gemeentepolis
en van de premie en de gemeentelijke bijdrage. Gemeenten hebben ook andere opties
om hun burgers te ondersteunen, zoals het aanbieden van keuzehulpen. Een voorbeeld
hiervan is de VoorzieningenWijzer. Dit initiatief helpt verzekerden bij het vinden
van de juiste zorgpolis en bij het benutten van andere voorzieningen, zoals de zorgtoeslag
en indien relevant de bijzondere bijstand.
Verder zijn er andere vindplaatsen om armoede en schulden te signaleren. Binnen de
brede schuldenaanpak wordt er gewerkt aan vroegsignalering. Op basis van de gewijzigde
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening mogen gemeenten met ingang van 1 januari 2021
gegevens ontvangen van zorgverzekeraars, woningcorporaties en nutsbedrijven over beginnende
betalingsachterstanden (zonder toestemming van de burger). Ook gebruiken gemeenten
de lijst wanbetalers zorgpremie van het CAK als vindplaats voor schuldenproblematiek.
Gemeenten kunnen op basis van deze gegevens actie ondernemen.
Momenteel lopen er verschillende relevante onderzoeken. Zo vindt er onderzoek plaats
naar de effectiviteit van de maatregelen die gemeenten en zorgverzekeraars in kunnen
zetten om ongewenste zorgmijding vanwege financiële redenen onder kwetsbare groepen
tegen te gaan. Daarnaast loopt er een onderzoek naar relevante feiten rondom de gemeentepolis,
zoals de ontwikkelingen in de afgelopen jaren in het aanbod, de premies en de dekkingen
van deze polis. Beide onderzoeken verwacht ik dit najaar naar uw Kamer te kunnen sturen.
Vraag 6
Vindt u het ook vreemd en niet te rechtvaardigen dat een zorgverzekeraar niet geïnteresseerd
is in een collectieve zorgverzekering voor mensen met een kleine portemonnee, omdat
die «buiten het kerngebied» van de desbetreffende verzekeraar zouden vallen, maar
die verzekeraar blijkbaar tegelijkertijd wel zo’n collectieve verzekering wil afsluiten
voor ambtenaren in datzelfde gebied (met vermoedelijk veel lagere zorgkosten)? Wilt
u daarover met zorgverzekeraars in gesprek gaan?
Antwoord 6
Er zijn verschillende redenen waarom enkele verzekeraars zich terug trekken uit gemeenten.
Eén van de redenen is dat de samenwerking tussen de verzekeraar, gemeenten, aanbieders
en bijvoorbeeld zorgkantoor moelijker tot stand komt buiten het kernwerkgebied van
de verzekeraar. Het is primair een verantwoordelijkheid van gemeenten en verzekeraars
zelf om samenwerking voor specifieke doelgroepen vorm te geven. Ik heb gemeenten meerdere
keren opgeroepen kritisch te kijken naar de invulling van de gemeentepolis, de effectiviteit
en eventuele alternatieven. We zien vaker dat gemeenten kosten – die voorheen via
de bijzondere bijstand werden vergoed – laten lopen via de gemeentelijke collectiviteiten,
bijvoorbeeld de kosten voor een bril, een compensatie voor het eigen risico. Dat maakt
dat de rekening ook voor zorgverzekeraars steeds hoger wordt. Het is aan gemeenten
en zorgverzekeraars om desgewenst tot een collectieve zorgpolis te komen. Het afsluiten
van een collectieve zorgpolis voor gemeenten is geen doel op zich.
Vraag 7
Waarom heeft u niet gereageerd op de in het artikel aangehaalde brandbrief van de
gemeente Heerde en bent u bijvoorbeeld niet met desbetreffende gemeente in gesprek
gegaan? Bent u daartoe alsnog bereid?
Antwoord 7
Op 29 januari 2020 hebben toenmalig Minister Bruins en ikzelf, destijds als Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, op de brandbrief van de gemeente Heerde gereageerd.
In deze reactie heb ik dezelfde overwegingen als in bovenstaande beantwoording weergegeven.
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.