Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over huisbazen die weigeren loden leidingen te vervangen
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over huisbazen die weigeren loden leidingen te vervangen (ingezonden 2 juli 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
18 augustus 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Naar de rechter om loden leidingen: onze huisbaas
vond het maar een hype»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat verhuurders en de overheid verantwoordelijk zijn voor veilig
en schoon drinkwater, en dat huurders niet voor de kosten zouden moeten opdraaien?
Antwoord 2
In verhuursituaties is de verhuurder verantwoordelijk voor een veilige en hygiënische
drinkwaterinstallatie. Huurders horen niet op te draaien voor de kosten van werkzaamheden
aan die waterinstallatie die nodig zijn om de waterkwaliteit te waarborgen.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat huisbazen niet bereid blijken de leidingen te vervangen?
Antwoord 3
Ik vind het jammer dat niet alle verhuurders in eerste instantie bereid zijn loden
leidingen te vervangen, en dat het dus in sommige gevallen nodig is dat huurders zich
tot de Huurcommissie of rechter wenden om dit te bewerkstelligen.
Vraag 4
Vindt u het redelijk dat mensen hun recht op schoon en veilig drinkwater in de rechtszaal
moeten halen? Erkent u dat veel huurders niet de tijd of middelen hebben om op deze
wijze schoon en veilig drinkwater af te dwingen?
Antwoord 4
Zoals ik ook eerder in antwoorden op vragen heb aangegeven dient een verhuurder gebreken
te herstellen2. Een te hoog loodgehalte van het drinkwater is door de Huurcommissie in het Gebrekenboek
aangewezen als gebrek. Wanneer er sprake is van loden leidingen kan een huurder zijn
verhuurder hier dus op aanspreken. Indien de verhuurder weigert maatregelen te nemen
kan de huurder zijn zaak voorleggen aan de Huurcommissie of zo nodig de rechter, en
daarbij indien nodig gebruik maken van de hulp en expertise van gemeentelijke huurteams.
De procedure bij de Huurcommissie is bovendien een laagdrempelige procedure.
Gelukkig zijn de meeste verhuurders zonder meer bereid loden leidingen te vervangen
en willen zij ook actief bijdragen aan het opsporen er van.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat huurders noodgedwongen zelf de kosten van vervanging betalen,
uit zorgen over de gezondheid van hun kinderen?
Antwoord 5
Als gezegd hoort de verhuurder maatregelen te nemen en de kosten daarvoor te dragen.
Vraag 6, 7, 8
Wat is uw reactie op de brief van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en
hun pleidooi voor een verbod op loden leidingen?
Wanneer kan de Kamer de uitkomsten van uw onderzoeken naar de meldplicht en een verbod
op verhuur van woningen met loden leidingen tegemoet zien?
Wanneer wordt de Beleidsnota Drinkwater – waarin u samen met uw collega van Infrastructuur
en Water nieuwe acties uitwerkt – aan de Kamer gezonden?
Antwoord 6, 7, 8
In plaats van de Beleidsnota Drinkwater heb ik u conform toezeggingen op 2 juli 2020
samen met mijn collega’s van Infrastructuur en Waterstaat en voor Medische Zorg en
Sport een brief gestuurd over de acties ten aanzien van lood in drinkwater. In deze
brief is ingegaan op de meldingsplicht bij verkoop en verhuur en op de mogelijkheid
van een verbod op loden leidingen voor bestaande bouw. In de brief is ook ingegaan
op de brief van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en om een aantal redenen aangegeven
dat voor een verbod op loden leidingen in het Bouwbesluit niet is gekozen. In de jaarlijkse
rapportage over de ontwikkelingen en de voortgang van saneringen zal de voortgang
van de maatregelen worden gevolgd. In de brief heb ik aangegeven dat mocht uit die
rapportage blijken dat men onvoldoende uit de voeten kan met het bestaande en nog
te ontwikkelen instrumentarium, ik zal bezien of het zinvol is om alsnog een verbod
op loden leidingen voor alle woningeigenaren in te stellen.
Vraag 9
Onder verwijzing naar uw antwoord op eerdere schriftelijke vragen3, welke initiatieven hebben de GGD’en inmiddels ondernomen om te zorgen dat het drinkwater
van scholen en kinderdagverblijven inmiddels veilig is? Deelt u de mening dat dit
voor het einde van de zomervakantie gegarandeerd moet zijn?
Antwoord 9
Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat de gebouweigenaren primair verantwoordelijk
zijn voor veilig drinkwater op scholen en kinderdagverblijven en niet de GGD’en. GGD’en
kunnen wel een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren ervan. En dit doen
zij ook. In bovengenoemde Kamerbrief worden de acties beschreven die de GGD’en al
hebben ondernomen. Ik ga met GGD GHOR Nederland en de VNG in gesprek over welke aanvullende
acties mogelijk en nodig zijn. Ik houd u daarvan op de hoogte. Deze zullen niet voor
het einde van de zomervakantie zijn afgerond.
Vraag 10
Heeft u bij gemeenten aangedrongen op een grondig onderzoek naar de aanwezigheid van
lood in drinkwater van gemeentelijk bezit en andere openbare gebouwen? Zo ja, wat
is daarvan de uitkomst? Zo nee, wanneer gaat u dat wel doen?
Antwoord 10
In de brief is aangegeven dat op mijn verzoek de VNG alle gemeenten zal stimuleren
om het eigen bezit te onderzoeken en waar nodig
te saneren.
Vraag 11
Wanneer gaat u mensen actief voorlichten over de mogelijke aanwezigheid van loden
leidingen en de gevolgen van lood in drinkwater?
Antwoord 11
In de brief is aangegeven dat eigenaren en bewoners van panden van voor 1960 zullen
worden geïnformeerd over de gezondheidsrisico's van lood in kraanwater en het bijbehorende
handelingsperspectief.
Vraag 12, 13
Onder verwijzing naar uw antwoord op eerdere schriftelijke vragen4, erkent u dat met het bezorgen van water uit flessen of pakken extra kosten gemoeid
zijn? Vindt u het redelijk dat huurders opdraaien voor de kosten van een alternatieve
watervoorziening?
Onder verwijzing naar uw antwoord op eerdere schriftelijke vragen5, heeft u er bij verhuurders op aangedrongen dat zij voorzien in een alternatieve,
tijdelijke watervoorziening? Zo ja, wat is daarvan de uitkomst? Zo nee, wanneer gaat
u dit wel doen?
Antwoord 12, 13
Zoals eerder aangegeven: hoewel de verhuurder hier formeel niet toe is verplicht acht
ik het zeer wenselijk dat de verhuurder de huurder faciliteert bij het drinken van
ander water, bijvoorbeeld door het installeren van een tijdelijk tappunt na de meter.
Een alternatieve watervoorziening moet sowieso hooguit een tijdelijke voorziening
zijn, in afwachting van sanering van de leidingen.
Vraag 14
Indien verhuurders in onvoldoende mate hun verantwoordelijkheid nemen om te voorzien
in alternatieve watervoorzieningen, gaat u dit alsnog afdwingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Een verhuurder dient een gebrek binnen 6 weken na melding te herstellen. Doet hij
dit niet, dan kan een huurder naar de Huurcommissie. De Huurcommissie zal bij de beoordeling
van de huurverlaging mogelijk het nemen van tijdelijke maatregelen door de verhuurder
betrekken. De Huurcommissie onderzoekt momenteel zowel de in de brief van 2 juli voorgestelde
wijziging van het Gebrekenboek als de manier waarop loodzaken het beste kunnen worden
afgedaan.
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.