Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Ojik over de verlening van vergunningen voor wapenexport naar landen die een VN-wapenembargo schenden
Vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de verlening van vergunningen voor wapenexport naar landen die een VN-wapenembargo schenden (ingezonden 15 juli 2020).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 17 augustus 2020).
Vraag 1
Wanneer zal de levering plaatsvinden van € 114 miljoen aan militair materieel aan
Egypte, waarvoor u volgens uw brief van 10 juli jl. een wapenexportvergunning heeft
afgegeven?1
Antwoord 1
De vergunning is op 10 juli 2020 afgegeven en heeft een geldigheidsduur van een jaar.
De vergunninghouder bepaalt zelf wanneer er daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van
de vergunning.
Vraag 2
Kunt u motiveren waarom u wapenexportvergunningen verstrekt aan een land dat, zoals
u zelf in uw brief schrijft, volgens openbare bronnen wapenleveranties aan Libië doet,
en daarmee het VN-wapenembargo (Resolution 2473 (2019)) negeert?
Antwoord 2
Onder criterium zeven van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport (2008/944/GBVB)
worden alle aanvragen getoetst aan het risico dat de goederen een andere eindbestemming
krijgen dan de eindbestemming die in de vergunningaanvraag is opgegeven. Negatieve
toetsing van criterium zeven vereist het bestaan van een duidelijk risico dat de goederen
een andere (ongewenste) eindgebruiker of eindgebruik krijgen. Ook van deze aanvraag
is dat risico in kaart gebracht, waarbij bijzondere aandacht is besteed aan het omleidingsrisico
naar Libië.
De onderhavige goederen worden in een andere EU-lidstaat geïntegreerd in een nieuw
te bouwen schip voor de Egyptische marine. Er zijn geen incidenten bekend van omleiding
van dergelijk groot en nieuw maritiem materieel van Egypte naar Libië. Ook noemt het
meest recente rapport van het VN Panel of Experts on Libya uit december 2019 Egypte niet in de opsomming van landen die het wapenembargo systematisch
schenden.2 Daarmee is er geen duidelijk risico dat deze goederen zullen worden omgeleid naar
Libië.
Vraag 3
Maakt het schenden van het VN-wapenembargo tegen Libië het verstrekken van een wapenexportvergunning
niet in strijd met criterium 1 van het Gemeenschappelijk standpunt van de EU over
wapenexport – het naleven van internationale afspraken en politieke besluiten, zoals
VN-wapenembargo’s? Zo nee, kunt u motiveren waarom niet?
Antwoord 3
Toetsing aan criterium 1 van het EU Gemeenschappelijk Standpunt is negatief wanneer
een transactie in strijd is met wapenembargo’s. Deze vergunning is afgegeven voor
Egypte. Op Egypte is geen wapenembargo van kracht. Daarmee is deze vergunning niet
in strijd met criterium 1.
Vraag 4
Kunt u toelichten hoe u tot de conclusie bent gekomen dat voor criterium 2, de naleving
van mensenrechten en het internationaal humanitair recht, in het geval van Egypte
geen bijzonderheden te melden zijn?
Antwoord 4
De vergunningaanvraag is getoetst aan criterium twee van het EU Gemeenschappelijk
Standpunt. Negatieve toetsing aan criterium twee vereist dat er een duidelijk risico
bestaat dat de goederen gebruikt worden voor binnenlandse onderdrukking, of bij het
begaan van ernstige schendingen van mensenrechten en het humanitair oorlogsrecht.
Alhoewel het kabinet zich in toenemende mate zorgen maakt over de mensenrechtensituatie
in Egypte, zijn er geen aanwijzingen dat de eindgebruiker van deze goederen – de Egyptische
marine – betrokken is bij de geconstateerde zorgpunten. Daarmee bestaat er geen duidelijk
risico dat de Egyptische marine de goederen zal gebruiken voor het begaan van schendingen
van mensenrechten of humanitair oorlogsrecht.
Vraag 5
Waarom zijn de mensenrechtenschendingen door het Egyptische regime de afgelopen jaren,
zoals het veelvuldig opsluiten van journalisten en mensenrechtenactivisten, voor u
geen reden voor een negatieve toets op criterium 2?3
Antwoord 5
Bij de toetsing van transacties van militaire goederen aan het EU Gemeenschappelijk
Standpunt inzake Wapenexport wordt onder criterium twee nagegaan in hoeverre er een
duidelijk risico bestaat dat deze specifieke goederen gebruikt worden voor binnenlandse
onderdrukking, alsmede bij het begaan van ernstige schendingen van mensenrechten en
het humanitair oorlogsrecht. Er zijn geen aanwijzingen dat de eindgebruiker van deze
goederen, de Egyptische marine, betrokken is geweest bij opsluiting van journalisten
en mensenrechtenactivisten. Daarnaast lenen deze goederen (radar- en C3-systemen)
zich er qua aard en eigenschappen niet voor om ingezet te worden bij dergelijke mensenrechtenschendingen.
Daarmee is er geen aanleiding voor een negatieve toets op dit criterium.
Vraag 6
Heeft u voorafgaand aan het verstrekken van de betreffende wapenexportvergunning met
het Egyptische regime gesproken over de bedroevende mensenrechtensituatie in Egypte?
Zo ja, wat is hier uitgekomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De mensenrechtensituatie in Egypte is en blijft een belangrijk onderdeel van gesprek
met de Egyptische autoriteiten. Het kabinet maakt zich in toenemende mate zorgen over
de mensenrechtensituatie in Egypte, met name over de vrijheid van meningsuiting, de
vrijheid van vereniging, de vrijheid van vergadering en de positie van mensenrechtenverdedigers
en journalisten. Het kabinet kaart deze zorgen aan en onderstreept de noodzaak van
verbeteringen op dit gebied. Zo deed secretaris-generaal Joke Brandt dit tijdens haar
bezoek aan Egypte in februari 2020. Daarbij brengt de Nederlandse ambassadeur in Cairo
deze zorgen regelmatig over in zijn contacten met de Egyptische autoriteiten. Ook
in Den Haag worden de zorgen van het kabinet over de mensenrechtensituatie regelmatig
met de Egyptische ambassadeur besproken. Nederland overlegt consequent met gelijkgezinde
landen over onze inzet op mensenrechtengebied. Nederland heeft recent met een groep
gelijkgezinde landen aandacht gevraagd voor de risico's die gevangenen in Egypte lopen
vanwege de uitbraak van het Coronavirus.
Vraag 7
Heeft u voorafgaand aan het verstrekken van de betreffende wapenexportvergunning met
het Egyptische regime gesproken over de Egyptische steun aan het in stand houden van
de verschrikkelijke oorlog in Jemen? Zo ja, wat is hier uitgekomen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Er hebben geen gesprekken plaatsgevonden met het Egyptische regime over het conflict
in Jemen voorafgaand aan het verstrekken van de betreffende wapenexportvergunning.
De huidige informatie over de betrokkenheid van de Egyptische marine bij de operatie
in Jemen geeft aan dat de rol van de Egyptische marine binnen de Jemen-coalitie zeer
beperkt is. De inzet van de Egyptische marine is gericht op het veilig stellen van
de vaarwegen rondom het Suezkanaal. Er is geen informatie dat de Egyptische marine
medeverantwoordelijk is voor de maritieme blokkade van Jemen.
Vraag 8
Heeft u garanties gevraagd, en verkregen, van het regime in Egypte dat de Egyptische
marine niet (opnieuw) zal worden ingezet in de oorlog in Jemen, zoals volgens openbare
bronnen in 2015 wél is gebeurd?4 Zo ja, heeft u deze garanties op schrift en kunt u deze met de Kamer delen?
Antwoord 8
Nee, dergelijke garanties zijn niet gevraagd.
Vraag 9
Kunt u in brede zin motiveren waarop uw vertrouwen is gebaseerd dat Egypte zich niet
opnieuw militair in het conflict in Jemen zal mengen?
Antwoord 9
De huidige informatie over de betrokkenheid van de Egyptische marine bij de operatie
in Jemen geeft aan dat de rol van de Egyptische marine binnen de Jemen-coalitie zeer
beperkt is. De inzet van de Egyptische marine is gericht op het veilig stellen van
de vaarwegen rondom het Suezkanaal en er is geen informatie dat de Egyptische marine
medeverantwoordelijk is voor de maritieme blokkade van Jemen. U bent hierover in juli
2019 nader geïnformeerd (Kamerstuk 22 054, nr. 312). De situatie wordt continue en nauwkeurig gemonitord. Op dit moment zijn er geen
indicaties dat Egypte zich opnieuw militair in het conflict in Jemen zal mengen.
Vraag 10
Bent u bekend met de dreiging van het Egyptische regime om zich in militaire zin in
de burgeroorlog in Libië te mengen? Hoe heeft u dit gewogen bij de beoordeling van
criterium 3, waaronder het risico op de verergering van conflicten, voor het verstrekken
van de betreffende wapenexportvergunning?
Antwoord 10
Ja. Bij de beoordeling van een aanvraag voor een exportvergunning wordt een risico-inschatting
gemaakt op basis van de op dat moment beschikbare informatie. Onder criterium vier
van het EU Gemeenschappelijk Standpunt is deze aanvraag getoetst op het risico of
de transactie kan bijdragen aan regionale instabiliteit. Negatieve toetsing aan criterium
vier vereist het bestaan van een duidelijk risico dat de goederen gebruikt zullen
worden voor agressie jegens een ander land of het met kracht bijzetten van territoriale
aanspraken. President Sisi heeft, ten tijde van de toetsing, aangegeven dat er wat
hem betreft een rode lijn is bij Sirte/al-Jufra. Het kabinet heeft dit element meegewogen
en kwam tot de conclusie dat er geen sprake was van concrete stappen richting militair
interveniëren. Bovendien was er geen indicatie dat de Egyptische marine deze radar-
en C3-systemen op een destabiliserende of ongeoorloofde wijze in zou zetten in de
regio, noch waren er duidelijke intenties om dit op afzienbare termijn te doen. Toetsing
aan criterium vier werd daarom positief beoordeeld.
Op dit moment is onduidelijk in hoeverre de ontwikkelingen in Egypte daadwerkelijk
zullen resulteren in militaire acties in Libië en zo ja, welke vorm van militaire
inzet (directe of indirecte hulp en met inzet van welke strijdkrachten en welk materieel).
Het is daarom te vroeg om te spreken van een duidelijk risico op een ongewenste inzet
van deze goederen. De situatie wordt voortdurend en zeer nauwlettend gemonitord.
Vraag 11
Bent u bereid de afgegeven vergunning in te trekken totdat de Kamer hierover met u
van verdere gedachten heeft kunnen wisselen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Nee. Vanuit het beginsel van rechtszekerheid heeft de vergunninghouder het recht om
een eenmaal afgegeven vergunning ook daadwerkelijk te gebruiken. De gronden waarop
een vergunning kan worden ingetrokken zien vooral op de situatie dat de vergunning
is verstrekt op basis van onjuiste of onvolledige gegevens die door de aanvrager zijn
verstrekt of de situatie dat de vergunningsvoorschriften niet in acht zijn genomen.
Hiervan is geen sprake. De vergunningaanvraag is zeer zorgvuldig getoetst. Er is op
dit moment geen reden tot heroverweging van deze toetsing.
Vraag 12
Bent u bereid de Kamer voortaan vóórafgaand aan het verstrekken van wapenexportvergunningen
te informeren, in plaats van achteraf? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Nee. Omwille van de rechtszekerheid voor bedrijven is het van belang dat het toetsingskader
vast staat op het moment dat de vergunning wordt aangevraagd en dat dit toetsingskader
objectief wordt toegepast. Deze vergunningaanvraag is zorgvuldig getoetst aan het
geldende toetsingskader voor Egypte: het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport.
Het is mogelijk dit toetsingskader aan te vullen met nationaal beleid. Tot juli 2019
is een dergelijk aangepast toetsingskader in de vorm van een presumption of denial van kracht geweest op aanvragen naar Egypte. Dit is in juli 2019 aangepast. U bent
hierover op 16 juli 2019 geïnformeerd (Kamerstuk 22 054, nr. 312). Hierover is tijdens het Algemeen Overleg over wapenexportbeleid d.d. 5 september
2019 en tijdens het Algemeen Overleg over Jemen d.d. 4 maart 2020 met de Kamer gedebatteerd.
Dit heeft niet geleid tot een aanpassing van het toetsingskader.
1] Brief van de ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en
van Buitenlandse Zaken d.d. 10 juli 2020 inzake afgifte vergunning voor export militair
materieel naar Egypte (Kamerstuk 22 054, nr. 328).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.