Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Belhaj en Sjoerdsma over het bericht ‘Rusland betaalde Afghaanse strijders om Amerikaanse militairen te doden’
Vragen van de leden Belhaj en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over het bericht «Rusland betaalde Afghaanse strijders om Amerikaanse militairen te doden» (ingezonden 16 juli 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en Minister Bijleveld-Schouten (Defensie)
(ontvangen 17 augustus 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Rusland betaalde Afghaanse strijders om Amerikaanse
militairen te doden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 6, 7, 8
Heeft u pogingen ondernomen om deze berichten te bevestigen? Zo ja, met welk resultaat?
Zo nee, waarom niet?
Heeft u informatie die deze berichten bevestigt?
Kunt u bevestigen dat de Amerikaanse veiligheids- en inlichtingendiensten hierover
sinds maart dit jaar hebben gesproken?
Hebben de Amerikaanse veiligheids- en inlichtingendiensten u op enig moment geïnformeerd
over deze berichten? Zo ja, wanneer?
Heeft de Minister van Binnenlandse Zaken, Minister van Buitenlandse Zaken of de President
van de Verenigde Staten ooit enig signaal aan u overgebracht over deze informatie?
Zo ja, wanneer?
Heeft u naar aanleiding van deze berichten contact opgenomen met de Amerikaanse autoriteiten
en veiligheidsdiensten om deze informatie te verifiëren? Zo ja, met welk resultaat?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3, 4, 6, 7, 8
De Amerikaanse media zeggen zich te baseren op informatie afkomstig vanuit de Amerikaanse
inlichtingendiensten. Het kabinet doet, zoals bekend, in het openbaar geen mededelingen
over de samenwerking met en tussen buitenlandse inlichtingendiensten. Over casuïstiek
die het actuele kennisniveau en de modus operandi van de Nederlandse inlichtingen-
en veiligheidsdiensten raken, doet het kabinet in het openbaar evenmin uitspraken.
Vraag 5
Bent u het eens dat wanneer een belangrijke bondgenoot als de VS over dergelijke informatie
beschikt, die raakt aan de veiligheid van onder meer Nederlandse militairen, deze
informatie direct met u gedeeld zou moeten worden?
Antwoord 5
Het ligt in de rede dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van bondgenoten informatie
delen indien deze informatie raakt aan de veiligheid van elkaars militairen.
Vraag 9, 10
Beschikt u over enige informatie dat Nederlandse militairen die actief zijn in Afghanistan
hierdoor een verhoogd risico hebben gelopen?
Heeft u naar aanleiding van deze berichten of eventuele eerdere voor u beschikbare
informatie hieromtrent extra maatregelen ter bescherming van de Nederlandse militairen
in Afghanistan genomen?
Antwoord 9, 10
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, is in zijn algemeenheid bekend dat Afghaanse overheidsinstanties,
veiligheidstroepen, maar ook coalitietroepen in Afghanistan gewilde doelwitten zijn
voor aanvallen van opstandelingen.2 Het kabinet doet in het openbaar echter geen uitspraken over specifieke inlichtingen.
Onze militairen in Afghanistan zijn zich bewust van de gevaren in het land en houden
daarmee rekening bij hun optreden. De veiligheidssituatie wordt vanzelfsprekend nauwlettend
in de gaten gehouden en waar nodig worden passende voorzorgsmaatregelen getroffen.
Wanneer dit significante wijzigingen behelst wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.
Overigens liggen de trainingsactiviteiten van de NAVO-missie grotendeels stil in verband
met de wereldwijde pandemie.3 De huidige trainingsactiviteiten beperken zich tot advisering via telefoon en VTC.
Verder richten de Nederlandse militairen zich op het weer kunnen voortzetten van de
trainingsactiviteiten zodra de situatie dit toelaat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.