Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Politievrijwilligers woedend om schrappen opleidingen’
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Politievrijwilligers woedend om schrappen opleidingen» (ingezonden 17 augustus 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Politievrijwilligers woedend om schrappen opleidingen»?1
Vraag 2
Bent u bekend met de reactie van de korpsleiding op de brandbrief van de Landelijke
Organisatie van Politievrijwilligers (LOPV)? Klopt het dat (executieve) politievrijwilligers
pas in 2022 weer kunnen beginnen met doorstromen naar niveau 4? Kunt u uitleggen waarom
er zoveel vertraging optreedt?2
Vraag 3
Hoe verhoudt de brief van de korpsleiding zich tot uw toezeggingen in bijlage 4 (Politiepersoneel,
pagina 7 en 8) bij het halfjaarbericht politie d.d. 16 november 2018? Wilt u bij de
beantwoording van deze vraag in het bijzonder ingaan op de op pagina 8 verwoorde opleidingsafspraken?
Deelt u de waarneming dat er van de doorstroomopleiding van niveau 2 naar niveau 3
nagenoeg niets terecht is gekomen?3
Vraag 4
Hoe verhoudt de brief van de korpsleiding zich tot het Regeerakkoord «Vertrouwen in
de toekomst», waarin is afgesproken dat er samen met de politie en de LOPV gewerkt
wordt aan landelijk beleid dat onder andere ziet op de opleidingen? Deelt u de opvatting
dat de realisatie van het regeerakkoord ziet op de periode 2017–2021 en dat het realiseren
van opleiding voor vrijwilligers (pas) vanaf 2022 daar een inbreuk op is?4
Vraag 5
Klopt de informatie dat ter realisatie van het regeerakkoord in 2019 en 2020 aanzienlijke
budgetten aan de Politieacademie zijn toegewezen ter bekostiging van het onderwijs
aan executieve politievrijwilligers? Klopt het dat ook de politie vanuit haar eigen
financiering voor dit doel extra middelen (fte) aan de Politieacademie heeft doen
toekomen? Om hoeveel geld gaat dit (afzonderlijk en totaal)? Kunt u met de beantwoording
van deze vragen een gedetailleerd overzicht meesturen waaruit blijkt waar die middelen
aan besteed zijn en hoeveel opleidingen aan vrijwilligers daarmee gerealiseerd zijn?
Vraag 6
Deelt u de analyse dat de Politieacademie de komende tijd de handen vol zal hebben
aan het opleiden van beroeps-politiepersoneel? Kunt u zich voorstellen dat, zeker
onder politievrijwilligers, de verwachting bestaat dat de Politieacademie zelfs met
de beste wil van de wereld de komende jaren niet in staat zal zijn in voldoende mate
politievrijwilligers nadere opleidingen aan te bieden?
Vraag 7
Bent u bekend met het aanbod vanuit de (executieve) politievrijwilligers zelf, maar
ook vanuit het MBO, de ROC’s en de Hogescholen, om onderwijs aan politievrijwilligers
te verzorgen? Zou het niet verstandig zijn om zo spoedig mogelijk het opleidingsmonopolie
van de Politieacademie voor politievrijwilligers te breken en enkel de examinerende
taak bij de Politieacademie te laten rusten?
Vraag 8
Bent u, in het licht van de strekking van de vorige vraag, bereid om beschikbare en
reeds begrote opleidingsgelden voor politievrijwilligers los te weken van de bestaande
begrotingen van de politie en Politieacademie en deze beschikbaar te stellen voor
opleidingen door andere instituten of initiatieven?
Vraag 9
Hoeveel huidige niveau 2 breed-opgeleide (executieve) politievrijwilligers missen
(enkel) nog de opleiding om vuurwapendragend te mogen zijn? Deelt u de opvatting dat
deze groep vrijwilligers betrekkelijk snel opgeleid kan worden en breder ingezet kan
worden? Wat zijn de mogelijkheden om deze vuurwapenopleiding te laten verzorgen door
IBT-afdelingen (Integrale Beroepsvaardigheidstrainingen) binnen de eenheden dan wel
door instructeurs van Defensie?
Vraag 10
Waarom start de Politieacademie met een nieuwe opleiding die een looptijd heeft van
2,5 jaar, terwijl bestaande vrijwilligers met een aanvullende module van hooguit driekwart
jaar breed inzetbaar gemaakt kunnen worden? Deelt u de angst dat deze lange, extra
opleidingsinspanning vele vrijwilligers zal doen besluiten te stoppen met hun werkzaamheden?
Vraag 11
Klopt het dat politievrijwilligers in hun dagelijkse werkzaamheden soms een wapendragende
functie hebben, bijvoorbeeld bij de Koninklijke Marechaussee, andere onderdelen van
Defensie of bij de politieorganisatie zelf, maar dat zij als politievrijwilliger geen
wapens mogen dragen zonder de benodigde N3-opleiding? Klopt het ook dat het deze politievrijwilligers
erg moeilijk wordt gemaakt om de benodigde certificering te behalen, terwijl dit niet
meer is dan een papieren werkelijkheid aangezien het politievrijwilligers betreft
die weten hoe ze met een wapen moeten omgaan? Waarom wordt er bij deze politievrijwilligers
geen maatwerk in de politieopleiding toegepast?
Vraag 12
Deelt u de mening dat het veel te lang duurt als huidige vrijwilligers pas in 2022
weer kunnen beginnen met een opleiding om door te stromen en dat dit totaal het verkeerde
signaal is vanuit de politieorganisatie en de Politieacademie richting politievrijwilligers?
Deelt u de mening dat de politieorganisatie meer perspectief moet bieden aan huidige
vrijwilligers? Wat denkt u dat dit bericht doet met de motivatie van politievrijwilligers?
Vraag 13
Kunt u deze vragen apart van elkaar beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.