Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Groot over de voedselveiligheid in de palingketen
Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de voedselveiligheid in de palingketen (ingezonden 9 juni 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 30 juni
2020).
Vraag 1
Kent u het onderzoek «Contaminanten in rode aal uit Nederlandse binnenwateren: Resultaten
van 2019»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat uit dit onderzoek blijkt dat in het IJsselmeer bij Urk gevangen paling
meerdere Europees vastgestelde maximum limieten voor het aantal toegestane polychloorbifenyl
(PCB’s) en dioxine-achtige stoffen worden overschreden?
Antwoord 2
Eén van de drie Europese Maximum Limieten (ML’s) wordt overschreden, namelijk voor
de som van dioxines en dl-PCB’s (dioxineachtige polychloorbifenylen). Daarnaast wordt
er een beleidsregellimiet uit het beleidskader2, welke lager is dan de ML, overschreden voor de som van ndl-PCBs (niet dioxineachtige
PCB’s).
Vraag 3
Deelt u de mening dat palingen die de wettelijke normen voor PCB’s en dioxineachtige
stoffen overschrijdt, niet in de voedselketen terecht mogen komen? Zo nee, kunt u
toelichten waarom niet? Zo ja, deelt u de zorgen dat de voedselveiligheid van de palingen
gevist in het betreffende gebied mogelijk in het geding is?
Antwoord 3
Palingen waarin de wettelijke normen voor PCB's en dioxineachtige stoffen overschrijden
dienen buiten de voedselketen te blijven en ik deel uw zorgen als blijkt dat dit jaar
de norm opnieuw wordt overschreden.
Vraag 4
Kunt u toelichten of en hoe in de visserijketen na te gaan is of beviste IJsselmeerpaling
afkomstig is uit Urk?
Antwoord 4
In 2017 is samen met het Ministerie van VWS een beleidskader opgesteld gebaseerd op
een advies van Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek NVWA.
Volgens dit beleidskader worden gebieden gesloten voor aal en wolhandkrab wanneer
maximumlimieten of beleidsregellimieten twee jaar achtereen overschreden worden. Andersom
kunnen ze ook weer open gesteld worden wanneer er twee jaar achtereen geen limietoverschrijdingen
worden gemeten. Vorig jaar is voor het eerst een overschrijding gemeten bij Urk. Dit
hoeft niet gelijk zorgelijk te zijn. Het gaat om een geringe verhoging, wat een incident
kan zijn. Indien de resultaten bij Urk dit jaar opnieuw een overschrijding van één
van de limieten laten zien dan zal dat gebied worden gesloten. Zo wordt voorkomen
dat er paling uit gebieden waar de limieten worden overschreden in de handel komt.
Vraag 5
Indien dit niet mogelijk is, bent u van mening dat het vangstverbod op aal en wolhandkrab
zoals dat nu geldt voor andere gebieden die zijn verontreinigd met dioxinen of dioxineachtige
PCB's in elk geval ter voorzorgsmaatregel zal moeten worden uitgebreid naar het Urkse
deel van het IJsselmeer om de voedselveiligheid voldoende te beschermen? Zo ja, op
welke termijn verwacht u een dergelijk vangstverbod te kunnen laten gelden? Zo nee,
waarom niet en welke andere maatregelen bent u voornemens te nemen om de voedselveiligheid
te beschermen?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 zal indien de resultaten dit jaar opnieuw
een overschrijding van de normen laten zien dat gebied worden gesloten voor de visserij.
Vraag 6
Kunt u aangeven of en hoe u invulling heeft gegeven aan de aanbeveling van het onderzoek
om de drie locaties waar een overschrijding van het maximum limiet plaatsvond, waaronder
het Urkse deel van het IJsselmeer, opnieuw te bemonsteren? Indien u hier nog geen
invulling aan heeft gegeven, bent u voornemens dit nog te doen? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, bent u bereid de resultaten van deze bemonstering met de Kamer te delen?
Antwoord 6
Gehalten van verontreinigingen van paling in de Nederlandse binnenwateren worden jaarlijks
gemonitord. Hierbij gaat het om enkele vaste plekken om zo eventuele trends te kunnen
opsporen. De gehalten worden ook op enkele andere plekken regelmatig gemeten. De locaties
waar nu overschrijdingen zijn gevonden, en die niet onder het gesloten gebied vallen,
worden uiteraard meegenomen. De resultaten van de jaarlijkse bemonsteringen worden
gepubliceerd op de website van WUR.
Vraag 7
Kunt u toelichten hoe de kwaliteit van de aal in het IJsselmeer buiten het gebied
rondom Urk is? Zo nee, bent u bereid dit nader te onderzoeken?
Antwoord 7
In de afgelopen 10 jaar zijn op verschillende locaties in het IJsselmeer palingen
bemonsterd en geanalyseerd. De metingen laten zien dat de gehalten in paling in het
Noordwestelijk deel en het Noordoostelijk deel van het IJsselmeer voldoen aan de geldende
limieten. In het Zuidoostelijk deel (het Ketelmeer en een bufferzone van 1.000 meter)
worden verhoogde gehalten geconstateerd. Dit gebied is gesloten voor de visserij.
De resultaten van de afgelopen jaren wijzen op een gradueel verloop van de vervuiling.
De vervuiling wordt steeds minder bij grotere afstand tot de monding van het Ketelmeer
tot aan Medemblik, en daarom worden vanuit een zekere afstand ten noorden van Urk
gehalten verwacht die voldoen aan de geldende limieten.
Vraag 8
Is het te voorkomen dat met dioxine en PCB’s belaste paling bij Urk verder het IJsselmeer
optrekt? Indien dit niet te voorkomen is, zal dit tot gevolg hebben dat alle IJsselmeerpaling
uit voorzorg uit de handel zullen worden geweerd?
Antwoord 8
Het is niet te voorkomen dat paling verder het IJsselmeer optrekt. Het algemene standpunt
van onderzoekers is wel dat rode aal (de onvolwassen aal die in deze monitoring wordt
gevangen en geanalyseerd) tamelijk honkvast is en niet veel trekt. Als de resultaten
van de bemonstering bij Urk dit jaar opnieuw een overschrijding laat zien zal dit
gebied worden gesloten.
Vraag 9
Kunt u, gezien het belang van deze vragen voor de voedselveiligheid, deze vragen elk
afzonderlijk zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.