Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Asscher over de oproep tot een mondkapjesplicht
Vragen van het lid Asscher (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de oproep tot een mondkapjesplicht (ingezonden 24 juli 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 augustus
2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de oproep om onderzoek te doen naar het nut van een mondkapjesplicht?1
Antwoord 1
Ja, hier heb ik kennis van genomen.
Vraag 2
Deelt u de mening van de betrokken burgemeesters dat, ondanks het feit dat het beleid
is gebaseerd op afstand houden, het nut van mondkapjes opnieuw moet worden bekeken
omdat het gedrag van mensen begint te veranderen?
Antwoord 3
Naar aanleiding van de recente ontwikkelingen over het breder gebruik van mondkapjes
in het buitenland en om een weloverwogen besluit hierover te kunnen nemen heb ik op
24 juli jl. het Outbreak Management Team (OMT) gevraagd om advies te geven of er op
basis van de (recente) ervaringen in andere landen en de laatste wetenschappelijke
inzichten in sommige situaties of op sommige plaatsen het verplichten van een niet-medische
mondkapjesplicht van toegevoegde waarde is en zo ja, in welke situaties en op welke
plekken. Over de uitkomsten heb ik uw Kamer geïnformeerd bij brief van 30 juli jl.2
Vraag 3
Bent u van mening dat de resultaten van het nieuwe onderzoek van de Universiteit Utrecht
reden is om opnieuw de noodzaak van het dragen van mondkapjes te laten wegen door
het Outbreak Management Team (OMT)? Zo nee, waarom niet?3
Antwoord 3
Zie mijn antwoord bij vraag 2.
Vraag 4
Vindt u dat het aangescherpte beleid omtrent het dragen van mondkapjes in bijvoorbeeld
België en Frankrijk legitimiteit geeft aan het heroverwegen van Nederlands beleid
om verwarring en onduidelijkheid te voorkomen?
Antwoord 4
Zie mijn antwoord bij vraag 2.
Vraag 5
Bent u bereid het OMT te vragen bij een dergelijke heroverweging van nut en noodzaak
van mondkapjes tevens de verdeling van mondkapjes in verpleeghuizen te betrekken,
waarbij wordt uitgegaan van gezondheidsvoordelen in plaats van het principe van schaarste?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Mijn vraag aan het OMT is gericht op de toegevoegde waarde van een niet-medische mondkapjesplicht
in bepaalde situaties en op bepaalde plekken vanuit het gezondheidsperspectief. Bij
deze vraagstelling is schaarste niet relevant.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.