Schriftelijke vragen : De tijdens de persconferentie de dato 6 augustus 2020 aangekondigde aanvullende maatregelen voor studenten- en studieverenigingen.
Vragen van het lid Van Haga (Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de tijdens de persconferentie de dato 6 augustus 2020 aangekondigde aanvullende maatregelen voor studenten- en studieverenigingen (ingezonden 10 augustus 2020).
Vraag 1
Kunt u uitleggen waarom er wezenlijk verschillende maatregelen worden getroffen ten
opzichte van introductieactiviteiten van algemene studentenverenigingen (de zogeheten
«gezelligheidsverenigingen») enerzijds en introductieactiviteiten van studieverenigingen
en studentensportverenigingen anderzijds?
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom er tijdens activiteiten van studieverenigingen en studentensportverenigingen
kennelijk minder kans bestaat op verspreiding van COVID-19 dan tijdens activiteiten
van algemene studentenverenigingen?
Vraag 3
Kunt u uitleggen waarom het verspreidingsrisico onder eerstejaarsstudenten met de
leeftijd van achttien jaar kennelijk groter is dan het verspreidingsrisico onder middelbare
scholieren met diezelfde leeftijd, welke in groepsverband les krijgen en activiteiten
verrichten in vaak slecht geventileerde lokalen en waarbij de afstand van anderhalve
meter dikwijls niet haalbaar is?
Vraag 4
Ziet u in dat de aanvullende maatregelen voor onduidelijkheid en onbegrip bij studenten
kunnen zorgen, daar er wezenlijk geen onderscheid valt te maken tussen activiteiten
van algemene studentenverenigingen enerzijds en activiteiten van studie- en studentensportverenigingen
anderzijds?
Vraag 5
Bent u bereid de introductieactiviteiten van algemene studentenverenigingen wel doorgang
te laten vinden, indien betreffende verenigingen vooraf een uitgebreid veiligheidsprotocol
kunnen overleggen? Indien nee, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat het beter is om introductieactiviteiten volgens een gecontroleerd
protocol te laten plaatsvinden dan ongecontroleerd? Indien ja, heeft u het risico
meegewogen dat jongeren mogelijk toch zelf iets gaan organiseren, maar dan buiten
het zicht van de overheid?
Vraag 7
Heeft u overwogen om de introductieactiviteiten van algemene studentenverenigingen
toch doorgang te laten vinden, met diezelfde restricties als bij de introductieactiviteiten
van studie- en studentensportverenigingen? Indien nee, waarom niet? Indien ja, waarom
heeft u dan toch besloten de introductieactiviteiten van algemene studentenverenigingen
in het geheel te verbieden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.