Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over regelgeving en handhaving van garnalenvisserij in Natura 2000-gebieden
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat garnalenvissers ongehinderd konden vissen in beschermde natuurgebieden en dat de overheid niets deed (ingezonden 20 februari 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 30 juli
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2111.
Vraag 1
Klopt het dat garnalenvissers in de Waddenzee en de Noordzeekustzone vele uren meer
hebben gevist in beschermde natuurgebieden dan toegestaan is?1
Antwoord 1
Er is niet te veel gevist in deze beide gebieden, maar wel in enkele andere gebieden.
Ik heb dat ik mijn bijbehorende brief aan de Kamer in meer detail uiteengezet.
Vraag 2
Waarom heeft u niet meteen ingegrepen en boetes uitgedeeld?
Antwoord 2
De monitoring van de visuren-registratie vanuit de NVWA bleek onvoldoende accuraat,
mede als gevolg van specifieke omissies in de gebruikte software. De monitoringsresultaten
waren daarmee niet voldoende robuust. Het reeds ingezette traject van formeel waarschuwen
in de opmaat naar daadwerkelijk handhaven is daarom stopgezet. Vanuit mijn ministerie
is de monitoring van de visuren nu langjarig bij Wageningen Marine Research (hierna:
WMR) belegd. WMR heeft veel ervaring met het cijfermatig monitoren van diverse visserijen.
Zij werkt daarin nauw samen met Wageningen Economic Research, tevens een zeer betrouwbare
en specialistische partij op dit domein.
Bij een overschrijding van het aantal toegestane visuren wordt nu, dus ingaande vanaf
1 januari 2020, handhavend opgetreden. Daarbij wordt wel een gekwantificeerde marge
gehanteerd omdat de cijfers nog niet real-time opgeleverd kunnen worden en er vanuit
mijn ministerie oog is voor de fluctuaties in de jaarlijkse visserijen. Die marge
is reeds in maart 2019 per formele brief aan de vissers gemeld.
Vraag 3
Vindt u nog steeds dat de sector in staat is zichzelf te controleren? Zo ja, hoe hebben
deze grootschalige en structurele overtredingen dan jarenlang plaats kunnen vinden?
Antwoord 3
De handhaving was, is en blijft te allen tijde een publieke zaak. Deze handhaving
vindt plaats met fysieke controles door de NVWA en de LNV Waddenunit. Die fysieke
controles worden gevoed door en ondersteund met diverse technische volg- en registratiesystemen.
De beoogde private controle is hierop altijd slechts aanvullend en ondersteunend.
In de toekomst zal de monitoring van de visuren plaatsvinden door de vernieuwde (NEN-gecertificeerde)
black box-systemen. Daarmee wordt ook de monitoring van de visuren vanuit de koepelorganisaties
zelf mogelijk: zij kunnen daarmee een signalerende rol vervullen voor de betrokken
vissers en tijdig schakelen bij een dreigende overschrijding van het aantal toegestane
visuren.
Vraag 4
Hoeveel fte heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) beschikbaar voor
controle van de garnalenvissers?
Antwoord 4
De NVWA voert inspecties uit op vis-gerelateerde onderwerpen zoals afgesproken en
vastgelegd in haar jaarplan. De volgende onderwerpen bestrijken het gehele toezichtpakket
op de zeevisserij, daar is de garnalenvisserij een onderdeel van. Voor wat betreft
de garnalenvisserij gaat het o.a. om de navolgende inspecties:
– VIPOL-inspecties (inspecties op zee op diverse aspecten, waaronder het gebruikte vistuig,
de maaswijdte, aanwezigheid van de zeeflap, glijgoot en vereiste vergunningen);
– aanlandinspecties (wegen van de hoeveelheden);
– vangstregistratie (monitoring via de elektronische registratie van de vangsten);
– Natura 2000-regelgeving (o.a. de aanwezigheid van vaartuigen in VIBEG-gebieden: controle
daarvan middels het Vessel Monitoring System VMS en vliegend materieel).
Voor het fysiek uitoefenen van het toezicht op zee heeft de NVWA 9 FTE beschikbaar
en voor het specifieke toezicht op het naleven van de regulering vanuit de Wet natuurbescherming
op zee, 2 FTE.
Vraag 5
Deelt u de conclusie dat het toezicht door de NVWA tekortschiet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Binnen de gegeven mogelijkheden wordt het toezicht efficiënt uitgevoerd met behulp
van de traditionele controlemethoden, met name met toepassing van VMS en de inzet
van varend en vliegend materieel.
Vraag 6
Deelt u de conclusie dat de garnalenvisserij jarenlang in de praktijk ongereguleerd
en ongecontroleerd heeft kunnen plaatsvinden en dat dit ten koste is gegaan van de
natuur?
Antwoord 6
De regulering van de garnalenvisserij vindt al jarenlang plaats via vergunningen op
grond van de natuurbeschermingswet- en regelgeving. Deze visserij is gebonden aan
strikte kaders. Ook wordt op deze visserij structureel toezicht uitgeoefend. In geval
van een bewijsbare overtreding heeft dit in bepaalde gevallen tot bestuursrechtelijke
en strafrechtelijke handhaving geleid. In mijn beantwoording van vraag 8 ga ik hier
nader op in.
Vraag 7
Waarom is dit in uw ogen niet voldoende reden om de beschermde natuurgebieden per
direct af te sluiten voor de visserij, zodat de natuur de kans krijgt te herstellen?
Antwoord 7
Ik ben van mening dat er geen reden is om gehele of delen van de betrokken Natura
2000-gebieden per direct af te sluiten voor de visserij ten behoeve van herstel van
de natuur. De ecologische noodzaak daartoe ontbreekt vanuit de huidige stand van objectieve
wetenschappelijke kennis over de effecten van deze visserij op de beschermde Natura
2000-waarden.
Ik leg in mijn begeleidende brief uit waarom direct ingrijpen op die overschrijdingen
destijds niet redelijk was. Ook heb ik daarin uiteengezet waarom ik met de huidige
kennis en het verloop van de visserij vanaf 2019 voor nu geen aanleiding zie alsnog
in te grijpen. Ik blijf, vanuit het voorzorgsbeginsel, alert op de ontwikkelingen
in die gebieden.
Vraag 8
Hoe gaat u er zorg voor dragen dat er wel adequaat gecontroleerd en gehandhaafd gaat
worden?
Antwoord 8
In relatie tot de visuren is er een langjarige monitoringsovereenkomst met WMR gesloten.
Op basis van deze informatie vindt nu publiekrechtelijke controle op de visuren plaats.
Bij het verder optimaliseren van de handhaving speelt in meer algemene zin de ontwikkeling
van een goed functionerende, NEN-gecertificeerde black box een belangrijke rol. Diverse
aspecten (zoals het al dan niet vissen in gesloten gebieden, de monitoring van de
gerealiseerde visuren en op termijn ook het gebruikte motorvermogen) zullen daarmee
worden gemonitord. De controleerbaarheid en handhaafbaarheid van de voorschriften
zal daarmee worden versterkt.
Vraag 9
Klopt het dat u al een tijdje op de hoogte was maar de Kamer niet heeft geïnformeerd?
Zo ja, waarom heeft u dit nagelaten?
Antwoord 9
Mede in referentie naar mijn beantwoording van vraag 2: er werd veel waarde gehecht
aan een zo deugdelijk mogelijk onderzoek naar de exact opgetreden omissies in de monitoring
van de visuren. Op die actie heeft mijn ministerie zich, tezamen met de NVWA, intensief
gericht.
Het nauwkeurig vaststellen van de omissies in de monitoring van de visuren is complexe
technische materie waarbij diverse databronnen met elkaar gecombineerd moeten worden.
Aan WMR en de NVWA is gevraagd gezamenlijk aan dat onderzoek te werken.
De constatering van de opgetreden omissies is gedaan in het voorjaar van 2019. Daaropvolgend
is met WMR besproken welke inzet van haar op dit punt noodzakelijk is. De NVWA bleek
vanwege privacyaspecten de voor WMR vereiste data niet rechtstreeks aan WMR te kunnen
opleveren. Daarmee was WMR afhankelijk van de meer indirecte datastromen vanuit de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Met de doorlevering van die data
was enige tijd gemoeid, mede omdat de data via RVO.nl met enige vertraging vrijgegeven
worden. Daarnaast moest er vanuit mijn ministerie een inkooptraject doorlopen worden
om met WMR een langjarig contract aan te gaan. Het contract is in het late najaar
van 2019 gesloten.
Met de onderhavige beantwoording van uw vragen alsmede met de bij deze beantwoording
behorende brief geef ik u in detail meer inzicht in dit proces en met name ook de
uitkomsten en het verdere vervolg daarvan.
Vraag 10
Kunt u de achterliggende rapporten waaraan gerefereerd wordt – te weten het interne
auditrapport van de NVWA, een rapport van een externe adviseur ingehuurd door uw ministerie,
de vergunning voor de Nederlandse garnalenvisserij en het wetenschappelijke rapport
van de Universiteit Wageningen – alsnog met de Kamer delen?
Antwoord 10
De betreffende rapportages zijn als bijlagen bij deze beantwoording gevoegd2. De vergunningen voor de Nederlandse garnalenvisserij zijn te vinden op: https://puc.overheid.nl/natuurvergunningen/
Vraag 11
Deelt u de mening dat het afsluiten van beschermde natuurgebieden voor de visserij
niet alleen goed is voor de natuur, maar ook het toezicht makkelijker maakt en bent
u bereid een dergelijke maatregel te overwegen?
Antwoord 11
De garnalenvisserij in deze gebieden is reeds op grond van de Wet natuurbescherming
via een vergunning gereguleerd. De basis voor een sluiting is altijd en alleen de
ecologische noodzaak. Met het huidige samenstel van vergunningverlening op grond van
de Wet natuurbescherming en de huidige afsluiting van delen van Natura 2000-gebieden
voor deze vorm van visserij, is de natuurbescherming geborgd. Er is met de huidige
stand van wetenschappelijke kennis (o.a. vanuit WMR) geen ecologische noodzaak om
aanvullend nog meer specifieke gebieden voor deze visserij te sluiten.
Vraag 12
Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het plenaire debat over het Noordzeeakkoord?
Antwoord 12
Helaas is dit niet mogelijk gebleken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.