Schriftelijke vragen : De noodremprocedure
Vragen van de leden Omtzigt en Slootweg (beiden CDA) aan de Minister-President over de noodremprocedure (ingezonden 23 juli 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u tijdens de persconferentie over de noodremprocedure als volgt
antwoordde op een vraag van de heer Lambie (RTL Nieuws): «Nee, maar er staat hierin
dat het «exhaustively» moet worden besproken. Er staat in dat de Commissie terwijl
het gebeurt de hele betaling stopzet, dat zal anders ook allemaal niet gebeuren. Er
staat in dat «as a rule» het drie maanden moet duren en daar moet uiteindelijk in
unanimiteit over worden besloten in de Europese Raad. En als dat dus niet gebeurt
dan blijft die betaling liggen»?1 2
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat de Europese Commissie vandaag zegt dat zij, indien er
na drie maanden geen akkoord is, bevoegd is een besluit te nemen en tot uitbetaling
over te gaan (indien een meerderheid van de Raad het daarmee eens is)?
Vraag 3
Kunt u aangeven wat er gebeurt, wanneer Nederland vindt dat een land de afgesproken
hervormingen niet heeft doorgevoerd en er na drie maanden discussie in de Europese
Raad toch een meerderheid is die het daar niet mee eens is? Mag de Europese Commissie
het geld dan uitkeren of niet?
Vraag 4
Kunt u deze vragen beantwoorden na overleg met de Europese Commissie en de voorzitter
van de Europese Raad, zodat de uitleg van de procedure gezamenlijk gegeven wordt?
Vraag 5
Kunt u deze vragen een voor een en binnen vier weken beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.J. Slootweg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.