Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Brenk over het omwisselen van rijbewijzen in de nieuwsbrief van de Stichting Nederlanders Buiten Nederland
Vragen van het lid Van Brenk (50PLUS) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het omwisselen van rijbewijzen in de nieuwsbrief van de Stichting Nederlanders Buiten Nederland (ingezonden 10 juni 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
22 juli 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3256.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de briefwisseling tussen de Stichting Nederlanders buiten
Nederland (SNBN) en de RDW, begin dit jaar, inzake een Nederlander woonachtig in Frankrijk
die het Nederlandse rijbewijs niet kon omwisselen omdat het oorspronkelijk was verkregen
uit omwisseling van een rijbewijs uit een non-EU land (zijnde Indonesië)?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel Nederlanders kan dit probleem naar schatting nog meer treffen, aangezien noch
ten tijde van de omwisseling van het non-EU-rijbewijs naar een Nederlands rijbewijs,
noch later, een waarschuwing door de RDW is gegeven of op de website geplaatst dat
dit later tot problemen zou kunnen leiden? En om welke landen zou het gaan bij dit
soort omwisselingen?
Antwoord 2
De derde rijbewijsrichtlijn vereist dat EU-landen bij omwisseling van een rijbewijs
uit een niet-EU-land een aantekening op het rijbewijs aanbrengen. Wanneer iemand vervolgens
naar een ander EU-land verhuist, dan heeft dat land de mogelijkheid om het rijbewijs
niet te accepteren voor een nieuwe omwisseling. Dit heeft dan tot gevolg dat de betrokkene
opnieuw rijexamen moet doen in het land. Ieder EU-land heeft een eigen beleid voor
de invulling hiervan, en deze invulling kan in de loop van de tijd ook veranderen.
De RDW houdt informatie hierover niet bij, maar heeft in ieder geval geconstateerd
dat Spanje, Frankrijk, België, Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk geen EU-rijbewijzen
omwisselen die eerder zijn omgewisseld tegen een niet-EU-rijbewijs dat zij niet erkennen
als gelijkwaardig.
Het is onbekend hoeveel houders van een Nederlands rijbewijs dit kan treffen. Dit
hangt af van de vele mogelijke verhuis- en omwisselcombinaties die zich kunnen voordoen.
Op dit moment zijn ongeveer 155.000 van alle 11 miljoen uitstaande Nederlandse rijbewijzen
voorzien van een niet-EU-aantekening. Dit komt neer op 1,4%.
Ik heb de RDW gevraagd om rijbewijshouders via haar website te informeren over de
mogelijkheid dat een omgewisseld rijbewijs in andere EU-landen niet in alle gevallen
wordt geaccepteerd.
Vraag 3
Wilt u zich ervoor inzetten dat – in het kader van de uniforme geldigheid van Europese
rijbewijzen – de Europese landen hun acceptatiebeleid ten aanzien van buiten de EU
behaalde rijbewijzen synchroniseren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Vooropgesteld moet worden dat het hier gaat om de nationale invulling van een beleidsruimte
die de derde rijbewijsrichtlijn op dit moment aan lidstaten biedt. Ik heb de verschillen
in het acceptiebeleid van de EU-lidstaten inmiddels aan de orde gesteld bij de Europese
Commissie. Ik heb daarbij gevraagd of er bij de komende herziening van de richtlijn
een regeling kan komen die meer harmonisatie waarborgt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.