Schriftelijke vragen : Het besluit Nr. 1/2020 van het Associatiecomité EU-Marokko van 16 maart 2020
Vragen van de leden Voordewind en Dik-Faber (beiden ChristenUnie) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en voor Medische Zorg over het besluit Nr. 1/2020 van het Associatiecomité EU-Marokko van 16 maart 2020 (ingezonden 22 juli 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het besluit Nr. 1/2020 van het Associatiecomité EU-Marokko van 16 maart
2020 betreffende de informatie-uitwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk
Marokko met het oog op de effectbeoordeling van de overeenkomst in de vorm van een
briefwisseling over de wijziging van de Protocollen nrs. 1 en 4 van de Euromediterrane
overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds [2020/468]?
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat met dit besluit is overeengekomen dat de Europese Unie en
het Koninkrijk Marokko jaarlijks in het kader van het associatiecomité onderling informatie
uitwisselen, teneinde de partijen in staat te stellen de effecten van de in vraag
1 genoemde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tijdens haar looptijd te
beoordelen vanuit het oogpunt van duurzame ontwikkeling?
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat de in vraag 1 genoemde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling
op 19 juli 2019 in werking is getreden en dat door die overeenkomst in de vorm van
een briefwisseling de producten van oorsprong uit de Westelijke Sahara die zijn onderworpen
aan controle door de douaneautoriteiten van het Koninkrijk Marokko, dezelfde handelspreferenties
genieten als die welke door de Europese Unie zijn toegekend aan de producten die vallen
onder de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht
tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko,
anderzijds?
Vraag 4
Zijn er sinds deze afspraken producten uit de Westelijke Sahara via Marokko geëxporteerd
naar de Europese Unie en naar Nederland in het bijzonder?
Vraag 5
Bent u, in samenwerking met de Minister voor Medische Zorg, er alert op dat, indien
er producten uit de Westelijke Sahara via Marokko worden geëxporteerd naar de Europse
Unie en naar Nederland in het bijzonder, deze correct gelabeld worden conform bestaande
Uniewetgeving inzake de vermelding van de oorsprong van producten, en niet gelabeld
worden als «afkomstig uit Marokko»?
Vraag 6
Bent u bereid om namens de Nederlandse regering te verzoeken dat in het kader van
de jaarlijkse overeengekomen informatie-uitwisseling tussen de Europese Unie en het
Koninkrijk Marokko, deze informatie-uitwisseling ook een lijst met producten omvat
die uit de Westelijke Sahara via Marokko worden geëxporteerd naar de Europese Unie
en naar Nederland in het bijzonder?
Vraag 7
Bent u bereid om de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) opdracht te geven
op basis van de jaarlijkse informatie-uitwisseling te handhaven op correcte labeling
van producten die uit de Westelijke Sahara via Marokko worden geïmporteerd in Nederland?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.