Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Renkema over het bericht 'Crisis legt bom onder banenafspraak gehandicapten'
Vragen van het lid Renkema (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Crisis legt bom onder banenafspraak gehandicapten» (ingezonden 30 juni 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van ’t Wout (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
22 juli 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Crisis legt bom onder banenafspraak gehandicapten»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoeveel mensen uit de banenafspraak zijn de afgelopen tijd hun baan kwijtgeraakt door
de coronacrisis?
Antwoord 2
De eerste indicatie van het coronaeffect op de resultaten voor de banenafspraak zal
de trendrapportage van UWV van eind oktober 2020 geven. Daarin worden de voorlopige
resultaten op landelijk niveau over de eerste twee kwartalen van 2020 duidelijk. In
juli 2021 zullen de volledige resultaten over 2020 bekend zijn.
Vraag 3, 4 en 5
Deelt u de zorgen van verschillende partijen uit het veld dat juist mensen met een
arbeidsbeperking extra hard geraakt zullen worden door de coronacrisis? Zo ja, wat
kunt u doen om dit te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Is er extra inzet nodig om de doelstelling van 125.000 banen in 2025 te halen? Zo
ja, welke extra inzet is nodig en wat is uw rol hierin? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de stelling van de directeur van Oval dat nieuw beleid niet kan wachten op
een nieuw kabinet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4 en 5
De doelgroep banenafspraak heeft een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Een economische
crisis kan deze positie verder onder druk zetten. Ik ben me daarvan bewust en ik ken
de zorgen van de partijen uit het veld.
Mijn ambtsvoorganger liet uw Kamer in haar brief van 2 juli 2020 weten dat er eind
2019 ruim 61.500 extra banen zijn gerealiseerd voor mensen uit de doelgroep banenafspraak.
Dit is ruim meer dan de afgesproken 55.000 extra banen. Dit is zeer positief. Zaak
is te zorgen dat de gemaakte progressie niet verloren gaat de komende periode. Het
kabinet beoogt met behulp van de noodpakketten de schade zo beperkt mogelijk te houden,
ook voor mensen met een arbeidsbeperking.
Ik ben in gesprek met betrokken partijen of aanvullende maatregelen nodig zijn, en
zo ja welke. Uit deze gesprekken blijkt duidelijk dat er breed zorgen leven om de
gevolgen voor de doelgroep en dat de urgentie gevoeld wordt om gezamenlijk extra inzet
te doen om deze kwetsbare groep goed uit de crisis te krijgen.
Hiervoor is in ieder geval een goede samenwerking in de arbeidsmarktregio’s tussen
alle betrokken partijen nodig. Ik werk deze gezamenlijke inzet uit met betrokken partijen.
Hierbij is het in eerste instantie van belang om goed zicht te hebben op de feitelijke
impact van de crisis. De eerste indicatie van het coronaeffect op de resultaten voor
de banenafspraak zal zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven de trendrapportage
van UWV van eind oktober 2020 zijn. Samen met sociale partners, cliëntenorganisaties
en uitvoering houd ik de situatie goed in de gaten om indien nodig en mogelijk, op
tijd extra ondersteuning te kunnen bieden.
Los van mogelijke extra ondersteuning is er door mijn ambtsvoorganger een aantal trajecten
ingezet die ook in de huidige crisissituatie voordelen bieden. De voorgenomen vereenvoudiging
van de banenafspraak zal het eenvoudiger voor werkgevers maken om mensen met een arbeidsbeperking
in dienst te nemen. Verder stelt de regering belangrijke maatregelen voor in het wetsvoorstel
tot wijziging van de Participatiewet uitvoeren Breed Offensief dat momenteel bij de
Tweede Kamer ligt. Deze maatregelen maken het voor werkgevers eenvoudiger om mensen
met een beperking in dienst te nemen en te houden. Het wetsvoorstel biedt ook meer
waarborgen voor ondersteuning op maat. En het bevat maatregelen om het werken voor
mensen met een arbeidsbeperking aantrekkelijker te maken, door vrijlating van een
deel van het inkomen. De behandeling van het wetsvoorstel Breed Offensief staat inmiddels
geagendeerd voor plenaire behandeling direct na het zomerreces.
Vraag 6
Bent u bereid om de regels voor bijverdienen met een uitkering te verruimen, eventueel
tijdelijk? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Bijstand is hét vangnet van de sociale zekerheid in Nederland. Daarom wordt er in
de bijstand rekening gehouden met in beginsel alle middelen (inkomen en vermogen)
waarover de belanghebbende redelijkerwijs kan beschikken. Er zijn weliswaar – in tijd
en omvang – beperkte mogelijkheden voor het vrijlaten van inkomsten uit arbeid, maar
die zijn zodanig gereguleerd, dat de prikkel om (meer) te gaan werken blijft bestaan,
dat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat men langer dan nodig op (aanvullende) bijstand
blijft aangewezen én dat een armoedeval bij uitstroom uit de bijstand wordt voorkomen.
In het kader van het wetsvoorstel tot wijziging van de Participatiewet Uitvoeren Breed
Offensief wordt een nieuwe gedeeltelijke vrijlating van arbeidsinkomsten voorgesteld
voor mensen die in deeltijd met loonkostensubsidie werken. Deze vrijlating is tijdelijk
(12 maanden), met de mogelijkheid van verlenging zolang een uitbreiding van de deeltijduren
door het college niet mogelijk wordt geacht. Een (verdere) verruiming van de vrijlating
van inkomsten uit arbeid zou dit beleid doorkruisen en is ongewenst.
Vraag 7
Wat gaat u doen met de brief van de alliantie?
Antwoord 7
Ik heb goede nota genomen van de brief van de alliantie. Ik waardeer de inzet van
de alliantie om mensen met een arbeidsbeperking meer perspectief te geven. Dat is
ook de inzet van het kabinet, zoals blijkt uit het wetsvoorstel wijziging van de Participatiewet
Uitvoeren Breed Offensief. Het is goed dat de alliantie haar zorgen uit en suggesties
doet. Deze kunnen de komende tijd worden betrokken bij de verdere besluitvorming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.