Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Veldman over het bericht ‘Minister legt lek infectieradar bij ontwikkelaar, bedrijf reageert verbaasd’
Vragen van het lid Veldman (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Minister legt lek infectieradar bij ontwikkelaar, bedrijf reageert verbaasd» (ingezonden 15 juni 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 juli
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Minister legt lek infectieradar bij ontwikkelaar, bedrijf
reageert verbaasd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven welke veiligheidsrisico’s nog meer aan het licht zijn gekomen tijdens
de veiligheidscheck bij het ontwikkelen van de site?
Antwoord 2
Het RIVM heeft – conform de standaard aanpak bij het RIVM voor informatiebeveiliging
en risicomanagement – een quickscan uitgevoerd voor het bepalen van de maatregelen
vanuit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid / BIO (voorheen Baseline Informatiebeveiliging
Rijk / BIR).
Formdesk betreft een zogenaamde SAAS-oplossing (Software As A Service). Hierbij draait
de omgeving bij de leverancier en zorgt de leverancier voor het beheer van de omgeving
en de ontwikkeling van de software. Het RIVM gebruikt Formdesk voor het online ontwerpen
van formulieren, bijvoorbeeld aanvraagformulieren, registratieformulieren, bestelformulieren
en enquêteformulieren.
Zoals gebruikelijk bij het gebruik van een SAAS-oplossing heeft het RIVM een risicoanalyse
gemaakt en een pentest uitgevoerd. Voor het gebruik van de Formdesk-oplossing voor
de Infectieradar is daarnaast ook een Privacy Impact Assessment (PIA) uitgevoerd.
Bij deze analyses zijn – naast het risico op het ontstaan van een datalek – meerdere
veiligheidsrisico’s onderkend, namelijk risico’s op:
– Onbevoegd aanpassen van de enquêteformulieren;
– Het maken van invoerfouten door formulierbeheerders;
– Onbevoegd inzien van ingevulde enquêtes vanuit de Formdesk omgeving;
– Onbevoegd inzien van ingevulde enquêtes tijdens transport van de Formdesk omgeving
naar RIVM;
– Onbevoegd inzien van ingevulde enquêtes binnen het RIVM (scheiding e-mailadressen
en symptomen);
– Manipulatie van de URL in relatie tot het ontwerpen van het enquêteformulier;
– Niet tijdig uitvoeren van beveiligingsupdates (patchmanagement).
Op alle genoemde risico’s zijn door het RIVM (organisatorische of technische) maatregelen
genomen.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de uitspraken van Formdesk dat de kwetsbaarheid niet eerder aan het
licht is gekomen en ook niet aan Formdesk teruggekoppeld is?
Antwoord 3
Het RIVM heeft voor ingebruikname van de Infectieradar (op 25 maart) contact gehad
met de leverancier van Formdesk over het oplossen van het risico op mogelijk misbruik
van de URL-gegevens dat bij de risico-analyse van het RIVM geconstateerd was. De leverancier
heeft vervolgens aangegeven hoe RIVM dit risico kon vermijden. RIVM heeft de maatregelen
genomen die Formdesk heeft geadviseerd.
De feitelijke rolverdeling tussen RIVM en Formdesk wijkt af van hetgeen ik op 9 juni
jl. heb gemeld. Toen heb ik, op basis van informatie van het RIVM, gemeld dat Formdesk
de maatregel moest doorvoeren. Bij nader onderzoek is gebleken dat, zoals hierboven
beschreven, het RIVM de maatregel heeft doorgevoerd die Formdesk heeft geadviseerd.
Op 6 juni bleek dat het risico op manipulatie van URL zich op een andere plek in de
Formdesk software had voorgedaan. Dit was niet in de eerste risico-analyse naar voren
gekomen, en de door Formdesk voorgestelde maatregelen die het RIVM heeft doorgevoerd,
waren daarmee geen oplossing voor dit probleem. Achteraf gezien concludeert het RIVM
dat dit probleem op 25 maart opgemerkt had kunnen worden indien ná implementatie van
de door de leverancier van Formdesk geadviseerde maatregel en vóór het online plaatsen
van Infectieradar een extra test op dit risico was uitgevoerd.
Vraag 4
Kunt u uw uitspraak uit het artikel, dat Formdesk op de hoogte was van het lek, onderbouwen?
Antwoord 4
Ik heb aangegeven dat de leverancier van Formdesk op de hoogte was van het risico
dat uit de risico-analyse van het RIVM naar voren is gekomen. Dit risico is door het
RIVM en de leverancier van Formdesk besproken naar aanleiding van de uitgevoerde risico-analyse.
De leverancier van Formdesk heeft RIVM aangegeven hoe dit risico vermeden kon worden.
RIVM heeft de maatregelen genomen die Formdesk heeft geadviseerd. Achteraf is gebleken
is dat elders in de software een kwetsbaarheid aanwezig was, en dat daardoor een daadwerkelijk
lek is ontstaan.
Vraag 5
Kunt u aangeven of er na de melding van het lek door de NOS contact is geweest met
Formdesk? Zo ja, welke vervolgacties zijn er op basis van dit contact ondernomen?
Antwoord 5
RIVM heeft op 6 juni, na de melding van de NOS, onmiddellijk contact gezocht met de
leverancier van Formdesk. Vervolgacties waren onder meer het offline halen van Infectieradar
en andere toepassingen van Formdesk voor het RIVM. Vervolgens zijn RIVM en de leverancier
een onderzoek gestart naar het datalek. De leverancier van Formdesk heeft op dezelfde
dag middels een patch het datalek gedicht.
Vraag 6
Kunt u toelichten van hoeveel deelnemers van de infectieradar het aanmeldformulier
door andere mensen bekeken is dan henzelf? Kunt u aangeven welke vervolgacties er
ondernomen worden voor die deelnemers?
Antwoord 6
De leverancier heeft het RIVM bevestigd dat niemand anders dan de journalist en de
aan hen meldende beveiligingsexpert gegevens hebben geopend. Het ging om 49 aanmeldformulieren.
Verder zijn de gegevens van de deelnemers van Infectieradar niet door anderen ingezien.
Het RIVM heeft een melding gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens van het datalek.
Ook heeft het RIVM de deelnemers waarvan de gegevens zijn ingezien en alle overige
deelnemers inmiddels geïnformeerd. De journalist die het lek meldde, heeft het RIVM
laten weten dat de geopende formulieren niet zijn ingezien en zijn vernietigd. Zie
ook: https://www.rivm.nl/nieuws/geen-misbruik-datalek-infectieradar.
Vraag 7
Heeft het datalek in de infectieradar ook effect op alle Nederlanders boven de 18
jaar die hun keuze met het oog op het registreren in het nieuwe donorregister nog
moeten maken? Met andere woorden: heeft dit datalek een negatief effect op de bereidheid
van de mensen om zich te registreren?
Antwoord 7
Voor de goede orde, dit incident staat los van het Donorregister en de nieuwe donorwet.
En dit datalek is onvergelijkbaar met het datalek dat zich bij het Donorregister heeft
voorgedaan. Dat gezegd hebbende, is het natuurlijk voorstelbaar dat mensen door dit
(nieuwe) incident minder vertrouwen krijgen in de overheid als beheerder van hun gegevens.
Ik heb tot op heden echter geen signalen dat dit van significante betekenis is voor
mensen om al dan niet hun keuze in te vullen in het Donorregister. Het aantal burgers
dat een keuze heeft ingevuld in het Donorregister neemt nog steeds toe.
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe u het beschaamde vertrouwen van gebruikers gaat herstellen?
Antwoord 8
Het datalek in de infectieradar is bovenal zeer vervelend voor de deelnemers waarvan
de gegevens door de NOS zijn ingezien. Zij zijn via een persoonlijke e-mail hierover
geïnformeerd. Daarnaast is het ook vervelend voor het publieke vertrouwen in de infectieradar,
wat een nuttig instrument is om verspreiding van infectie te volgen. Burgers mogen
erop rekenen dat de overheid zorgvuldig met hun gegevens omgaat. Dit is onvoldoende
gebeurd en dat betreurt het RIVM. Om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen
worden de RIVM Formdesk omgevingen pas vrijgegeven als er een extra pentest is uitgevoerd
door een externe partij.
Vraag 9
Welk verband ligt er tussen de infectieradar en de grotegriepmeting.nl? Is er contact
geweest met de initiatiefnemers van de grotegriepmeting.nl en zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
De Grote Griepmeting (GGM) is een onderzoek dat heeft gelopen van 2003 tot 2017. Vanaf
de start in 2003 is er nauwe samenwerking geweest tussen GGM en het RIVM. De GGM heeft
later deelgenomen aan het Europees samenwerkingsverband Influenzanet (georganiseerd
door de ISI-foundation in Italië). Dit samenwerkingsverband heeft EU-gelden ontvangen
voor de ontwikkeling van open-source software. De GGM werd daar destijds ook uit betaald
voor haar bijdrage aan deze ontwikkelingen. De gegevens van de GGM zijn door het RIVM
gebruikt voor de influenza surveillance en er zijn vele wetenschappelijke artikelen
gepubliceerd met auteurs van de GGM en het RIVM. Helaas moest de GGM stoppen in 2017
vanwege gebrek aan middelen.
Door de uitbraak van COVID-19 ontstond bij het RIVM de noodzaak om weer informatie
te krijgen over mogelijk aan COVID-19 gerelateerde klachten in de bevolking. Daarom
werd de Infectieradar opgezet. Tijdens de voorbereiding daarvan heeft het RIVM contact
gezocht met de initiatiefnemers van GGM. Helaas bleek een vruchtbare samenwerking
niet mogelijk zonder grote investeringen. Het RIVM heeft toen besloten zonder deze
samenwerking verder te gaan.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Buitenweg
(GroenLinks), ingezonden 11 juni 2020 (vraagnummer 2020Z10734).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.