Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Marijnissen en Hijink over de gevolgen van het coronavirus op bewoners en medewerkers van verpleeghuizen
Vragen van de leden Marijnissen en Hijink (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gevolgen van het coronavirus op bewoners en medewerkers van verpleeghuizen (ingezonden 30 maart 2020).
Nader antwoord van MinisterDe Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
17 juli 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2323.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat een groeiend aantal ouderen binnen verpleeghuizen
besmet raakt met het coronavirus?1
Antwoord 1
Helaas komt het ondanks alle maatregelen en inspanningen van iedereen toch
regelmatig voor dat bewoners van verpleeghuizen verdacht zijn van of besmet raken
met het COVID 19-virus. Er worden alle mogelijke inspanningen gedaan om het aantal
bewoners dat ziek is te beperken.
Vraag 2
Klopt het dat niet alle ouderen in verpleeghuizen met corona-achtige klachten getest
worden op besmetting met het virus? Wat betekent dit voor de sterftecijfers? Zijn
die wel volledig als een deel van de ouderen die thuis of in het verpleeghuis overlijden
aan het coronavirus niet wordt meegerekend?
Antwoord 2
Het initiële beleid was dat er na 1 à 2 bewezen COVID-19 patiënten niet verder werd
getest maar gehandeld werd vanuit het uitgangspunt dat er een COVID 19-uitbraak was
op de afdeling. Dit betekende dat als mensen overleden die niet getest waren deze
niet werden meegeteld in de sterftecijfers ten gevolge van het COVID 19-virus. Inmiddels
is het testbeleid per 6 april aangepast en is het uitgangspunt om iedere patiënt met
een verdenking op COVID-19 te testen.
Vraag 3 en 4
Herkent u het feit dat een groeiende groep ouderen, zeker wanneer zij dementerend
zijn, het steeds moeilijker krijgt in verpleeghuizen nu familie en bekenden hen niet
meer kunnen opzoeken?
Hoe gaat u om met het ethische dilemma dat maanden van isolatie in verpleeghuizen
vergaand ingrijpt in de kwaliteit van leven van ouderen?
Antwoord 3 en 4
Ja, dat herken ik. Het besluit om verpleeghuizen te sluiten voor bezoek blijft een
zeer ingrijpende maatregel voor bewoners en hun familie. Geen bezoek mogen ontvangen
of brengen aan je naaste is emotioneel een grote belasting. Ik ben me er heel goed
van bewust dat dit de kwaliteit van leven niet ten goede komt en ook veel vraagt van
medewerkers op de werkvloer.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe lang de maatregel – om familie en bekenden toegang tot het verpleeghuis
te onthouden – nog van kracht is? Geldt wat u betreft een maximum aan deze termijn,
gezien het enorme effect dat deze maatregel heeft op de leefbaarheid in verpleeghuizen?
Antwoord 5
De inzet van de maatregel geldt in ieder geval tot en met 19 mei. Wel start ik op
zo kort mogelijke termijn pilots die ervaring gaan opdoen met een versoepelde bezoekregeling
ter voorbereiding op een bredere versoepeling.
Vraag 6
Wat zijn de gevolgen voor verpleeghuisbewoners wanneer de verwachting uitkomt dat
het nieuwe coronavirus nog voor lange tijd onder ons zal blijven? Wat betekent dit
voor mensen die tot de risicogroepen behoren, gaan voor hen beschermende maatregelen
gelden tot het moment dat groepsbescherming daadwerkelijk een feit is?
Antwoord 6
Zoals aangegeven is de impact van de maatregelen op bewoners en hun familie/naasten
groot. Afhankelijk van de ontwikkelingen zal gekeken worden wanneer het mogelijk is
om aanpassingen in de maatregelen door te voeren of andere beschermende maatregelen
te nemen. Daarbij zal een afweging gemaakt moeten worden tussen de medische en de
menselijke aspecten hiervan. Op dit moment kan ik daar nog geen uitspraak over doen.
Vraag 7
Hoe staat u tegenover het voorstel om per bewoner in het verpleeghuis een mantelzorger
aan te wijzen die wel toegang krijgt tot het verpleeghuis zodat bewoners een vertrouwd
gezicht behouden en familieleden toegang houden tot de bewoners?
Antwoord 7
Ik begrijp dat het voor zowel bewoners als mantelzorgers fijn zou zijn om elkaar te
kunnen ontmoeten. Ik start op zo kort mogelijke termijn pilots die ervaring gaan opdoen
met een versoepelde bezoekregeling ter voorbereiding op een bredere versoepeling.
Vraag 8
Hoe gaat u om met de extra druk die nu op de schouders van zorgverleners ligt nu hulp
van mantelzorgers en vrijwilligers is weggevallen en er, als gevolg van het coronavirus,
juist een verhoogde werkdruk is? Op welke wijze worden deze zorgverleners extra ondersteund?
Antwoord 8
Het is belangrijk om te beseffen dat er in deze situatie enorm veel van zorgverleners
wordt gevraagd: de werkdruk is hoog, zij hebben vaak zelf angst om besmet te worden
en zij kunnen niet altijd meer zorg geven van het niveau dat ze nastreven. Zorgverleners
moeten er mee om kunnen gaan dat hun werk minder vaak gericht is op «het goed doen»,
en vaker gericht op «het goede doen». Ook daarin zijn zij lerend, maar juist omdat
zij als professionals altijd trachten de zorg verder te verbeteren, zijn er grenzen
aan wat van hen verwacht kan worden. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is
daarom nauw betrokken en is in gesprek met veldpartijen over deze vraagstukken.
Voor verdere vormen van ondersteuning die worden geboden verwijs ik naar mijn brief
van 15 april 2020.
Vraag 9
Waarom wordt in zoveel verpleeghuizen nog met weinig of geen beschermingsmiddelen
gewerkt terwijl overal de risico’s op besmetting van zowel zorgverleners als bewoners
stijgt? Wat gaat u doen om deze medewerkers beter te beschermen?
Antwoord 9
Naast de algemene beschermingsmaatregelen en het bezoekverbod zijn persoonlijke beschermingsmiddelen
van belang voor de bescherming van bewoners en medewerkers volgens de richtlijnen
van het RIVM. Over de stand van zaken rond de beschermingsmiddelen heb ik u geïnformeerd
in mijn recente kamerbrieven.
Vraag 10
Hoe werkt het testbeleid op dit moment wanneer enkele bewoners of medewerkers besmet
blijken te zijn met het coronavirus? Worden andere medewerkers of bewoners sneller
getest om verdere verspreiding vroegtijdig te kunnen stoppen?
Antwoord 10
Vanaf 6 april is het beleid voor testen op een COVID-19 besmetting verruimd. Niet
langer worden uitsluitend zorgmedewerkers met patiëntcontact en risicogroepen van
patiënten binnen het ziekenhuis getest, ook zorgverleners en specifieke groepen buiten
het ziekenhuis worden nu getest als ze klachten hebben (huisartsen, verpleeghuizen,
gehandicaptenzorg, thuiszorg, jeugdzorg en ggz).
Uitgangspunt is om alle zorgmedewerkers met direct patiëntencontact te testen als
ze klachten hebben die passen bij een COVID-19 besmetting. Regionaal wordt dit beleid
uitgevoerd door de GGD’en. Bij het testen van patiënten met ziekteverschijnselen in
verpleeghuizen is aangegeven dat de richtlijn van Verenso gevolgd moet worden. Ook
dit testbeleid is verruimd. Uitgangspunt is nu om iedere patiënt met een verdenking
op COVID-19 te testen, ook na 1 of 2 positieve patiënten per afdeling/unit/woongroep.
Vraag 11
In hoeverre wordt binnen verpleeghuizen, meer nog dan daarvoor, gewerkt in vaste teams
zodat wisselend contact tussen teams en tussen bewoners en medewerkers voorkomen wordt?
Antwoord 11
Verpleeghuizen streven ernaar om zoveel mogelijk met vast personeel te werken. Dit
is gezien de omstandigheden niet altijd mogelijk.
Vraag 12
Gelden er landelijke afspraken voor bezoekregelingen aan terminale bewoners in het
verpleeghuis of kan dit per locatie verschillen? Kunt u toelichten waarom deze keuze
is gemaakt?
Antwoord 12
In de stervensfase of vergelijkbare omstandigheden kan een instelling incidenteel
afwijken van deze maatregel. Zorgorganisaties vullen zelf in hoe zij hier invulling
aan geven en wat passend is voor de betreffende locatie. Daarbij wordt rekening gehouden
met de algemene adviezen van het RIVM. Ook geldt dat het bezoek wel beperkt moet blijven.
Veel zorgorganisaties hanteren de richtlijn van één bezoeker per cliënt per dag.
Vraag 13
Bent u bereid deze vragen voorafgaand aan het plenaire debat over de ontwikkelingen
rondom het coronavirus van 1 april 2020 te beantwoorden?
Antwoord 13
Dat is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.