Schriftelijke vragen : De handelsbetrekkingen met Suriname
Vragen van het lid Weverling (VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de handelsbetrekkingen met Suriname (ingezonden 17 juli 2020).
Vraag 1
Deelt u de mening dat, nu er in Suriname een nieuwe president benoemd is, het zaak
is dat naast de diplomatieke relatie tussen Nederland en Suriname ook de handelsrelatie
een nieuwe impuls krijgt?
Vraag 2
Kunt u aangeven wat de omvang is van de handelsstromen tussen Nederland en Suriname,
wat de grootste import- en exportstromen zijn, hoe groot de Nederlandse investeringen
in Suriname en vice versa zijn en hoe deze zaken zich over de afgelopen jaren hebben
ontwikkeld?
Vraag 3
Op welke wijze kan Nederland bijvoorbeeld bijdragen aan het benutten van de natuurlijke
hulpbronnen in Suriname en het wederzijds versterken van internationale waardeketens
waarvan de in Suriname ontgonnen natuurlijke hulpbronnen onderdeel zijn?
Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u op korte en langere termijn om de handelsbetrekkingen tussen
Nederland en Suriname te verbeteren en om relaties tussen Surinaamse en Nederlandse
ondernemingen te versterken?
Vraag 5
Hoe zijn de contacten tussen Nederlandse organisaties die zich bezighouden met handelsbevordering
en vergelijkbare Surinaamse organisaties, zoals de Surinaams-Nederlandse Kamer van
Koophandel?
Vraag 6
Zijn er voldoende regioadviseurs met specialistische kennis over zakendoen en handeldrijven
met Suriname werkzaam bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)? Worden
zij voldoende bereikt door geïnteresseerde ondernemers?
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de Nederlandse inzet is bij de vijfjaarlijkse monitoring, gepland
voor het einde van dit jaar, van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en
de Caribische Gemeenschap (Caricom), waar Suriname eveneens lid van is?
Vraag 8
Bent u bereid bij deze en andere gelegenheden aandacht te besteden aan het belang
van het versterken van de economische betrekkingen tussen Nederland en Europa enerzijds
en Suriname anderszijds?
Vraag 9
Op welke wijze kan Nederland een bijdrage leveren aan het versterken van het ondernemersklimaat
in Suriname, bijvoorbeeld door middel van kennisdeling?
Vraag 10
Bent u van mening dat Nederland, vanwege de gedeelde taal en de Surinaamse diasporagemeenschap
in Nederland, een uniek voordeel heeft als het aankomt op het versterken van de handelsbetrekkingen
met Suriname?
Vraag 11
Kunt u aangeven wat het belang is van de genoemde diasporagemeenschap bij de economische
ontwikkeling van Suriname, bijvoorbeeld door het doen van investeringen in ontwikkelingsprojecten
of ondernemerschap? Op welke wijze kunnen Nederlandse organisaties die zich bezighouden
met handelsbevordering deze betrokkenheid versterken?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Weverling, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.