Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het bericht dat er een dreiging is van een extreme tak van IS
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat er een dreiging is van een extreme tak van IS (ingezonden 9 juni 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 16 juli 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3344.
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de waarschuwing van een onderzoeksbureau dat lokale overheden het
gevaar van de «Hazimi-beweging», een radicale tak van IS, onderschatten?1
Antwoord 1
Zoals reeds beschreven in Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) 45 gaan de volgelingen
van de Saoedische geleerde Ahmed Umar al-Hazimi sneller over tot verkettering van
andere moslims dan andere jihadisten. In die zin zijn zij extremer dan jihadisten
die georiënteerd zijn op ISIS. Dat wil echter niet zeggen dat er ten opzichte van
ISIS-aanhangers een hogere geweldsdreiging van Hazimi-aanhangers uitgaat.
De lokale, persoonsgerichte aanpak wordt ingezet wanneer er sprake is van radicalisering
of extremistische uitingen door individuen. In casusoverleggen wordt een inschatting
gemaakt van de risico’s en worden handelingsperspectieven en interventies met verschillende
(lokale en landelijke) partners afgestemd en ingezet. Er is daarbij ook aandacht voor
de specifieke ideologie die iemand aanhangt. Dit is ook het geval indien een persoon
de Hazimi-ideologie aanhangt.
Vraag 2
Is er een actueel beeld hoeveel aanhangers van deze beweging in Nederland actief zijn?
Zo ja, hoeveel zijn dat er? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
In DTN 45 is gesteld dat het aantal volgelingen van sheikh al-Hazimi in Nederland
wordt geschat op enkele tientallen personen. Voor zover mij bekend is dat aantal sindsdien
redelijk stabiel gebleven.2
Vraag 3
Is er afstemming met de lokale overheden die belast zijn met de re-integratie van
terugkeerders uit IS-gebied over het gevaar van deze beweging? Worden gemeenten voldoende
ondersteund bij de aanpak van deradicalisering? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het DTN rapporteert periodiek over ontwikkelingen in de dreiging en er verschijnen
regelmatig openbare publicaties van de AIVD en/of NCTV over verschillende fenomenen,
bijvoorbeeld over Nederlandse jihadistische vrouwen en minderjarigen bij ISIS. Lokale
adviseurs van de NCTV attenderen lokale overheden op deze publicaties en ondersteunen
lokale casusoverleggen met kennis en expertise. Voor advies en eventuele vragen kunnen
de lokale overheden terecht bij de NCTV of andere (landelijke en/of lokale) organisaties
met expertise, zoals het Landelijk Steunpunt Extremisme.
Binnen detentie worden gemeenten reeds betrokken bij het opstellen van een re-integratieplan
waarin wordt ingezet op deradicalisering. Dit wordt vormgegeven binnen een Multidisciplinair
Afstemmingsoverleg Resocialisatie (MAR) van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) waar
de betrokken gemeente en Reclassering vaste partners zijn. Na detentie wordt de betrokkene
vanuit het lokale casusoverleg onder regie van de gemeente met diverse zorg- en veiligheidspartners
gemonitord en het re-integratieplan verder vormgegeven. Een lokaal adviseur van de
NCTV kan een gemeente hierin adviseren.
Vraag 4
Is er meer landelijke regie na de omstreden aanpak van deradicalisering in Arnhem?
Zo nee, waarom niet?3
Antwoord 4
Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van februari 2019 over de aanpak van radicalisering
in Arnhem, legt de burgemeester verantwoording voor de lokale aanpak van radicalisering
af aan de gemeenteraad4. De burgemeester van de gemeente Arnhem heeft de aanpak in Arnhem in 2019 extern
laten evalueren5. Al met al heeft Arnhem volgens de onderzoekers van de Universiteit Utrecht een krachtige
uitgangspositie en kan van daaruit haar radicaliseringsaanpak verder versterken.
Zoals toegelicht in de rapportage integrale aanpak terrorisme6, spelen gemeenten als bevoegd gezag voor openbare orde en veiligheid een cruciale
rol in het tegengaan van radicalisering en het reduceren van dreiging die uit kan
gaan van extremistische personen. Het Rijk draagt een landelijke verantwoordelijkheid
voor het functioneren van de gehele aanpak op extremisme en terrorisme en voor de
samenwerking tussen betrokken ketenpartijen. Het Rijk ondersteunt gemeenten actief
met als doel ze te versterken in hun regierol richting partners, op een wijze die
recht doet aan de lokale situatie. Hierbij wordt specifiek geïnvesteerd in het ontsluiten
van kennis en kunde, zodat lokale verschillen in de aanpak niet ontstaan uit willekeur,
maar door de toepassing van maatwerk in de lokale context. De afgelopen jaren zijn
gemeenten waar de problematiek het meest speelt intensief ondersteund, onder andere
met zogenoemde versterkingsgelden. De aangevraagde activiteiten passen binnen de beleidsvisie
van mijn departement en het daaruit voortvloeiende bestedingskader. Momenteel wordt
de huidige nationale contraterrorisme strategie (2016–2020) geëvalueerd, zodat de
inzichten hieruit meegenomen kunnen worden in de gedachtevorming voor de nieuwe strategie.
De persoonsgerichte aanpak maakt onderdeel uit van deze evaluatie.
Vraag 5
Zijn er instanties of stichtingen bekend die bestuurd worden door aanhangers van de
Hazimibeweging of waar aanhangers van deze beweging actief zijn? Zo ja, is daar een
(lokale) subsidierelatie mee?
Antwoord 5
Nee, er zijn op dit moment geen instanties of stichtingen bekend die bestuurd worden
door aanhangers van de Hazimi-stroming en die het Hazimi-gedachtegoed uitdragen. De
aanhangers van deze stroming zijn veelal online actief.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.