Schriftelijke vragen : NEMA (National Emission Model for Agriculture) en AERIUS Calculator
Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Infrastructuur en Waterstaat over NEMA (National Emission Model for Agriculture) en AERIUS Calculator (ingezonden 16 juli 2020).
Vraag 1
            
Wat doet u concreet en op korte termijn om de spanning die er is tussen ecologie en
               economie (strijd om de ruimte) in ons dichtbevolkte land te verminderen?
            
Vraag 2
            
Wat zijn de gevolgen op korte en langere termijn van het feit dat het rekeninstrument
               AERIUS Calculator voor vergunningverlening leidt tot schijnzekerheid, onvoldoende
               robuust en daarmee niet doelgeschikt is, er ongelijke behandeling plaatsvindt tussen
               verschillende sectoren en er voor wegen een afkapgrens van 5 kilometer wordt gehanteerd
               en voor bijvoorbeeld landbouw niet?
            
Vraag 3
            
Gaat u op korte termijn het AERIUS-rekensysteem (Calculator) aanpassen en een andere
               manier van berekenen hanteren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat betekent dit concreet
               voor de vergunningverlening?
            
Vraag 4
            
Vindt u het verdedigbaar dat in AERIUS bij vergunningverlening voor de aanleg van
               een weg een ander rekensysteem, namelijk Standaardrekenmethode 2 (SRM-2), wordt gehanteerd
               dan voor de aanleg van een stal, waarvoor het Operationele Prioritaire Stoffen model
               (OPS) wordt gehanteerd? Bent u voornemens voor verkeer en landbouw hetzelfde model
               te gaan gebruiken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer? Wat zijn de voor- en nadelen
               van SRM-2 en OPS bij het huidige gebruik?
            
Vraag 5
            
Kunt u inhoudelijk ingaan op hetgeen gesteld wordt in het artikel «Verbreden snelwegen
               kan ondanks stikstofcrisis doorgaan dankzij «rekentruc» kabinet»?1
Vraag 6
            
Wat betekent het voor de invoering van de voermaatregel in de melkveehouderij als
               de depositie niet op een hexagoon maar op een cluster van hexagonen, ingedeeld naar
               habitattype, berekend wordt? Kunt u dit met voorbeelden verduidelijken?
            
Vraag 7
            
Kunt u aangegeven hoe en wanneer er gewerkt gaat worden met een modelensemble en deze
               met metingen beter wordt gevalideerd? Gaat u hierbij satellietmetingen betrekken?
            
Vraag 8
            
Wanneer wordt het landelijke meetnet uitgebreid met meer stations in landbouwgebieden?
               Wordt er dan ook gedetailleerder gemeten? Wanneer kunnen we de eerste resultaten verwachten?
            
Vraag 9
            
Heeft u emissiemetingen beschikbaar of gaat u emissiemetingen verrichten aan nieuwe
               toedieningstechnieken, zoals het met water verdunnen van mest en nieuwe mestproducten
               uit mestvergisting en/of mineralenconcentraten?
            
Vraag 10
            
Gaat u het aantal reguliere voertuigen waarvan de emissie in de praktijk gemeten wordt
               sterk verhogen? Zo ja, per wanneer gaat dit van start? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 11
            
Hoeveel vergunning zijn er daadwerkelijk afgegeven na de uitspraak van de Raad van
               State waarin het Programma Aanpak Stikstof (PAS) als basis voor vergunningverlening
               is vernietigd (graag uitgesplitst in woning- en utiliteitsbouw en grond-, weg- en
               waterbouw (GWW) verleende vergunningen)?
            
Vraag 12
            
Hoeveel vergunningen zijn er daadwerkelijk afgegeven als direct gevolg van de snelheid
               verlagende maatregelen voor auto’s?2
Vraag 13
            
Hoe gaat u, gelet op uw voornemen te komen met een drempelwaarde voor de tijdelijke
               deposities in de bouw, op korte termijn een oplossing bieden voor de gebruikersfase
               van bouwprojecten?
            
Vraag 14
            
Hoeveel woningen denkt u te kunnen faciliteren met de voorgenomen drempelwaarde? Wat
               zijn de alternatieven op korte termijn voor vergunningverlening met betrekking tot
               de woning- en utiliteitsbouw- en infravergunningen als de voorgenomen drempelwaarde
               onverhoopt niet lukt?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 
              
                  Indiener
J.L. Geurts, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.