Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Rusland betaalde Afghaanse strijders om Amerikaanse militairen te doden’
Vragen van de leden Belhaj en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over het bericht «Rusland betaalde Afghaanse strijders om Amerikaanse militairen te doden» (ingezonden 16 juli 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Rusland betaalde Afghaanse strijders om Amerikaanse
militairen te doden»?1
Vraag 2
Heeft u pogingen ondernomen om deze berichten te bevestigen? Zo ja, met welk resultaat?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Heeft u informatie die deze berichten bevestigt?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de Amerikaanse veiligheids- en inlichtingendiensten hierover
sinds maart dit jaar hebben gesproken?
Vraag 5
Bent u het eens dat wanneer een belangrijke bondgenoot als de VS over dergelijke informatie
beschikt, die raakt aan de veiligheid van onder meer Nederlandse militairen, deze
informatie direct met u gedeeld zou moeten worden?
Vraag 6
Hebben de Amerikaanse veiligheids- en inlichtingendiensten u op enig moment geïnformeerd
over deze berichten? Zo ja, wanneer?
Vraag 7
Heeft de Minister van Binnenlandse Zaken, Minister van Buitenlandse Zaken of de President
van de Verenigde Staten ooit enig signaal aan u overgebracht over deze informatie?
Zo ja, wanneer?
Vraag 8
Heeft u naar aanleiding van deze berichten contact opgenomen met de Amerikaanse autoriteiten
en veiligheidsdiensten om deze informatie te verifiëren? Zo ja, met welk resultaat?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Beschikt u over enige informatie dat Nederlandse militairen die actief zijn in Afghanistan
hierdoor een verhoogd risico hebben gelopen?
Vraag 10
Heeft u naar aanleiding van deze berichten of eventuele eerdere voor u beschikbare
informatie hieromtrent extra maatregelen ter bescherming van de Nederlandse militairen
in Afghanistan genomen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Belhaj, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
S.W. Sjoerdsma, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.