Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tielen over het bericht 'Piek ziekteverzuim zet ondernemers voor het blok'
Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Piek ziekteverzuim zet ondernemers voor het blok» (ingezonden 11 mei 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 15 juli 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Piek ziekteverzuim zet ondernemers voor het blok» en
de onderliggende rapportages van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is (voor zover bekend) het aantal of percentage ziekmeldingen dat niet is gedaan
om ziekte, maar om andere redenen?
Antwoord 2
Omdat ziekteverzuim grotendeels een private aangelegenheid is, zijn er geen centrale
cijfers beschikbaar over de achtergrond van het (langdurig) ziekteverzuim. Wel bevat
de laatste Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) door werknemers zelf gerapporteerde
gegevens over ziekteverzuim uit 2019. Er is momenteel echter geen cijfermateriaal
beschikbaar van het aantal ziekmeldingen en andere redenen voor het niet kunnen werken
als gevolg van de coronacrisis. Dat inzicht is echter wel belangrijk. Daarom heb ik
TNO verzocht om hierover een uitvraag op te nemen in de herbenadering van de NEA.
Deze resultaten worden in het najaar 2020 verwacht.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat werkgevers, bedrijfsartsen en werknemers
heldere afspraken maken over alternatieve oplossingen voor het niet kunnen werken
in deze coronatijd, als er geen ziekte is? En vindt u ook dat het risico en de verantwoordelijkheid
daarvoor niet alleen bij de werkgevers gelegd kan worden, zeker niet in deze crisis?
Antwoord 3
Ja, ik deel de mening dat het aan werkgever en werknemer(s) is om samen te kijken
naar alternatieve oplossingen, zodat werknemers zoveel als mogelijk vanuit huis kunnen
werken. Ik besef me dat de huidige situatie lastig is. Soms kan het daarom nuttig
zijn om advies te vragen van een bedrijfsarts of arbodienst over de uitvoerbaarheid
en omstandigheden waaronder het werk kan worden uitgevoerd. Ook de ondernemingsraad
of personeelsvertegenwoordiging kan hierbij meedenken. Voor uw vraag over de risico’s
en verantwoordelijkheden verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 7.
Vraag 4
In hoeverre zijn er afspraken met sociale partners en de verzekeraars om tot heldere
richtlijnen – met betrekking tot werken en gezondheid in relatie tot corona – te komen?
Vindt u ook dat het risico en de verantwoordelijkheid daarvoor niet alleen bij de
werkgevers gelegd kan worden, zeker niet in deze crisis?
Antwoord 4
Voorlopig moet iedereen zich instellen op werken binnen een anderhalvemetersamenleving.
Bedrijven maken concrete plannen over veilig werken voor de anderhalvemetersamenleving
op de werkvloer (protocollen). In een protocol worden de algemene richtlijnen van
het RIVM op maat gemaakt naar de praktijk op de werkvloer, zodat werkgevers en werknemers
veilig kunnen werken. Protocollen zijn van en voor sectoren, en worden veelal opgesteld
door de brancheorganisatie horend bij de sector. Daarbij worden zij in veel gevallen
ondersteund door de werkgeverskoepels VNO-NCW en MKB Nederland. Ook de werknemers
in de sector moeten worden betrokken, bijvoorbeeld via de vakbond(en).
De sector is zelf verantwoordelijk voor de naleving van het protocol. Conform de Arbeidsomstandighedenwet
draagt de werkgever immers zorg voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
De werknemer heeft eveneens een eigen verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor
zijn/haar eigen gezondheid en die van anderen. Dat betekent dat werknemers de plicht
hebben om alle veiligheidsmaatregelen in acht te nemen en bijvoorbeeld ook zelf moeten
inschatten of het medisch verantwoord is om naar werk te komen.
Een door sectoren vastgesteld protocol is geen vervanging van de geldende wet- en
regelgeving, zoals de Arbowetgeving; die blijft onverminderd geldig. Sectoren worden
aanbevolen om na vaststelling van het protocol de arboonderdelen uit het protocol
te laten doorwerken in de bestaande arbosystematiek. Concreet betekent dit de Arbocatalogus
op branche- of sectorniveau en de risico- inventarisatie- en evaluatie (RI&E) op bedrijfsniveau.
De arboonderdelen uit het protocol kunnen als addendum op de Arbocatalogus ter toetsing
worden ingediend bij de Inspectie-SZW. I-SZW hanteert hiervoor een versnelde procedure.
Vraag 5
Bij welke werkgeverspremies heeft het ziekteverzuim invloed op de premiehoogte? Deelt
u de mening dat het onwenselijk is als mogelijke premieverhogingen «preventief thuisblijven
bij verkoudheid en koorts» ontmoedigen?
Antwoord 5
De mate waarin ziekteverzuim invloed heeft op de premiehoogte hangt af van de specifieke
situatie. Op macroniveau geldt dat hoger ziekteverzuim tot hogere lasten voor werkgevers
leidt. Ik zal dit uitgebreider toelichten.
In algemene zin betaalt de werkgever het loon door van het zieke personeel dat bij
hem in dienst is. Mogelijk heeft deze hiervoor een private verzuimverzekering afgesloten.
In dat geval kan het zijn dat hij de ziekteperiode op een later moment in de verzekeringspremie
terugziet. Dat is afhankelijk van de voorwaarden van de verzekering. Werkgevers die
voor de Ziektewetuitkeringen voor hun ex-werknemers bij het UWV verzekerd zijn, zien
het hogere verzuim niet direct terug in de premies, maar mogelijk wel één jaar of
twee jaar later. De premie wordt voor kleine bedrijven geheel en voor middelgrote
bedrijven gedeeltelijk bepaald op basis van het gemiddeld ziekteverzuim in de sector.
Voor grote bedrijven wordt de premie bepaald op basis van het gemiddeld ziekteverzuim
van het eigen bedrijf.
Het is uiteraard niet de bedoeling dat werkgevers preventief thuisblijven ontmoedigen.
We verwachten van werkgevers dat zij in overleg met werknemers en eventueel de bedrijfsarts
bezien in hoeverre werknemers, die relatief lichte klachten hebben en normaliter prima
hadden kunnen werken, alsnog vanuit huis kunnen werken.
Vraag 6
Bent u op de hoogte van de grote (financiële) last die ziekteverzuim altijd al is
voor werkgevers, zeker als het om het midden- en kleinbedrijf (mkb) gaat? Wat is (voor
zover bekend) de financiële lastenstijging voor het mkb als gevolg van het gestegen
ziekteverzuim in het eerste kwartaal?
Antwoord 6
Ik ben me ervan bewust dat ziekteverzuim, zeker voor kleinere werkgevers, een last
is. Niet alleen vanwege de financiële lasten, maar bijvoorbeeld ook vanwege de re-integratieverplichtingen
waarmee werkgevers dan te maken krijgen. Tegelijkertijd hebben de meeste (kleine)
werkgevers zich verzekerd voor het ziekteverzuim. De verzekeraar ondersteunt hen dus
bij hun verplichtingen.
Omdat het ziekteverzuim grotendeels een private aangelegenheid is, zijn er geen centrale
cijfers over (langdurig) ziekteverzuim en de daarbij behorende lasten beschikbaar.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de premies voor ziektekosten stijgen,
terwijl werkgevers nauwelijks invloed hebben op de gebleken stijging van het ziekteverzuim?
Zo ja, bent u bereid met verzekeraars en werkgeversorganisaties in gesprek te gaan
om hier een oplossing voor te vinden?
Antwoord 7
Ik herken dat de huidige situatie een grote druk legt op de samenleving en ook op
werkgevers. Tegelijkertijd hebben we als Kabinet verschillende maatregelen genomen
om werkgevers te ondersteunen en te compenseren voor de risico’s die zij lopen. Denk
bijvoorbeeld aan de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW).
Daarnaast vind ik het belangrijk om te benoemen dat niet iedereen die vanwege de RIVM-richtlijnen
thuis moet blijven daadwerkelijk ziek is en daardoor niet kan werken. Ik hoop dat
werkgevers en werknemers daar samen afspraken over maken zodat werknemers zoveel als
mogelijk vanuit huis kunnen werken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.