Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sazias en Van Brenk over het protocol Veilig Zorgvervoer
Vragen van de leden Sazias en Van Brenk (beiden 50PLUS) aan de Ministers van Volksgezondheid Welzijn en Sport en van Infrastructuur en Waterstaat over het protocol Veilig Zorgvervoer (ingezonden 10 juni 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 juli
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3355.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het protocol Veilig Zorgvervoer?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat in de protocollen staat aangegeven dat een scootmobiel
niet mee mag in het vervoer omdat dit te veel contactmomenten veroorzaakt?
Antwoord 2
De regel dat scootmobielen tijdelijk niet meegenomen konden worden in het zorgvervoer was opgenomen in het sectorprotocol
«Veilig Zorgvervoer». Dit protocol is opgesteld door Koninklijk Nederlands Vervoer
(KNV), de landelijke branchevereniging voor ondernemers in het zorg- en taxivervoer,
en vakbonden FNV en CNV, in overleg met cliëntorganisaties en andere relevante partijen.
Het doel van het toen geldende sectorprotocol was om het geleidelijk opstarten van
het vervoer voor zowel chauffeur als passagier zo goed en veilig mogelijk te laten
zijn, met zo min mogelijk contact om daarmee een besmetting met COVID-19 zoveel als
mogelijk te voorkomen. Mede door de versoepeling van coronamaatregelen per 1 juli
2020 is in het sectorprotocol voor zorgvervoer opgenomen dat scootmobielen weer in
het zorgvervoer, waaronder de regiotaxi, meegenomen kunnen worden2.
Vraag 3
Kunt u uitleggen waarom een scootmobiel voor meer contactmomenten zorgt dan bijvoorbeeld
een rolstoel, die wel mee kan?
Antwoord 3
Het belangrijkste verschil tussen een scootmobiel en een rolstoelen wat betreft de
wijze van vervoeren is dat een rolstoel die veilig vastzetbaar is op dit moment, anders
dan een scootmobiel, als plaatsvervangende zitplaats in een taxibus kan worden gezien.
Een scootmobiel wordt namelijk in het kader van veilig vervoer gezien als bagage3. Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) heeft toegelicht dat dit verschil ook voor meer
contactmomenten bij het vervoeren van een scootmobiel zorgt dan een rolstoel. Een
passagier die een scootmobiel wil meenemen in het vervoer moet altijd de overstap
maken naar een zitplaats in de taxibus. De chauffeur moet de scootmobiel vervolgens
via de rolstoellift in de taxibus plaatsen en dusdanig vastzetten dat deze bij een
eventuele noodstop ook goed vast blijft staan. Dat betekent dat voor het vervoeren
van een scootmobiel meer handelingen moeten worden verricht en meer contactmomenten
tussen de chauffeur en de hulpmiddel zijn, dan in het geval een passagier in een rolstoel
wordt vervoerd. Ook kan sprake zijn van meer contactmomenten tussen chauffeurs en
passagiers als de scootmobielgebruiker ondersteuning nodig heeft om uit de scootmobiel
te stappen en na de rit er weer in plaats te kunnen nemen. Zoals aangegeven is het
sectorprotocol, mede in het licht van de verdere openstelling van de maatschappij,
aangepast en mogen scootmobielen per 1 juli jl. weer in het zorgvervoer worden meegenomen.
Vraag 4
Kunnen er geen manier worden bedacht waardoor de contactmomenten minder worden?
Antwoord 4
Mede naar aanleiding van de versoepeling van coronamaatregelen met ingang van 1 juli
is het sectorprotocol «Veilig zorgvervoer» aangepast. Gebruikers mogen sinds 1 juli
weer een scootmobiel meenemen in het vervoer, waarnaast uiteraard wel de voor alle
reizigers en chauffeurs voorwaarden gelden om goed en veilig vervoer mogelijk te maken.
Vraag 5
Zijn er nog andere onderliggende redenen voor het niet vervoeren van een scootmobiel?
Zo ja, kunt u dit nader toelichten?
Antwoord 5
Bij het opstellen van het oorspronkelijke sectorprotocol is het niet meenemen van
een scootmobiel primair gebaseerd op veiligheid van zowel chauffeur als reiziger.
Om tot dit besluit te komen heeft de vervoerssector daarnaast overwogen dat de scootmobiel
zelf een vervoersvoorziening is, die een alternatief kan zijn voor kortere ritten.
In lijn met het toen geldende advies voor gebruik van het OV werd aangeraden het zorgvervoer
alleen te gebruiken als er geen alternatief voor dit vervoer was. Inmiddels mogen
alle zitplaatsen in taxi’s worden bezet en mogen scootmobielen per 1 juli jl. weer
in het zorgvervoer worden meegenomen.
Vraag 6
Is het niet vervoeren van een scootmobiel in lijn met de Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM)-richtlijnen?
Antwoord 6
Uitgangspunt in de richtlijnen van het RIVM is dat het bewaren van 1,5 meter afstand
tussen betrokkenen waar mogelijk wordt aangehouden. Dat is niet in alle gevallen mogelijk.
Daar waar dat niet mogelijk is worden in het protocol andere maatregelen voorgeschreven.
Dat laat onverlet dat zo veel als mogelijk contactmomenten moeten worden voorkomen
en zo veel als mogelijk afstand moet worden bewaard. De maatregel geen scootmobielen
mee te nemen in het vervoer was vooral bedoeld om de contactmomenten tussen de chauffeur
en de passagier en zijn scootmobiel te beperken. Op deze wijze beoogde de vervoerssector
invulling te geven aan de richtlijn van het RIVM. Zoals aangegeven is het sectorprotocol,
mede in het licht van de verdere openstelling van de maatschappij, aangepast en mogen
scootmobielen per 1 juli jl. weer in het zorgvervoer worden meegenomen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het niet vervoeren van een scootmobiel een ernstige vermindering
is van de mobiliteit van degenen die afhankelijk zijn van een scootmobiel?
Antwoord 7
Ik deel deze mening. Ik betreur dat de getroffen maatregelen in verband met corona
de mobiliteit en daarmee de participatie van betrokkenen tijdelijk heeft beperkt.
Zoals aangegeven mogen scootmobielen per 1 juli jl. weer in het zorgvervoer worden
meegenomen. Dat is goed nieuws.
Vraag 8
Is er in het protocol meegenomen dat iemand die urgent moet reizen, voorrang krijgt?
Antwoord 8
Nee. Het is aan opdrachtgevers, zoals gemeente, instelling of andere organisatie en
vervoerder(s) om duidelijke afspraken te maken om binnen de kaders van bestaande contracten
en met inachtneming van het protocol invulling te geven aan vervoer. Er bestaat overigens
geen aanleiding te denken dat urgente ritten niet zouden kunnen worden uitgevoerd.
Urgente ritten werden ook in de afgelopen maanden, toen het zorgvervoer grotendeels
stil lag, uitgevoerd. Denk aan vervoer van coronapatiënten, patiënten die voor een
oncologische behandeling of dialyse naar het ziekenhuis toe moesten.
Vraag 9
Zijn de protocollen van een tijdelijke aard?
Antwoord 9
Ja. KNV geeft aan dat de protocollen «levende documenten» zijn die naar aanleiding
van ervaringen uit de praktijk en nieuwe inzichten of besluiten vanuit de rijksoverheid
kunnen worden aangepast. Inmiddels is het protocol «Veilig zorgvervoer» aangepast
en is het per 1 juli jl. weer mogelijk scootmobielen mee te nemen in het vervoer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.