Schriftelijke vragen : De uitspraak van de Hoge Raad inzake premieplicht Rijnvarenden.
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over de uitspraak van de Hoge Raad inzake premieplicht Rijnvarenden (ingezonden 13 juli 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juli 2020 waarin het Hof heeft
geoordeeld dat de Rijnvarende in kwestie op grond van de Rijnvarendenovereenkomst
verzekerings- en premieplichtig is in Nederland en dat Nederland niet verantwoordelijk
is voor ongedaanmaking van eventuele dubbele premieheffing?1 2
Vraag 2
Welke invloed heeft de uitspraak van de Hoge Raad op de toekomst van uw overleg met
Luxemburg en voor de oplossing voor de dubbele premieheffing van Rijnvarendenen die
u voor ogen heeft en waarvoor u zich sterk heeft ingezet?
Vraag 3
Kunt u aangeven en toezeggen dat u vasthoudt aan de invorderingspauze die u in uw
brief van 1 april 2020 aankondigde, totdat er een goede oplossing is gevonden?3
Vraag 4
Deelt u de mening dat een schijnverhuizing van ondernemers naar Luxemburg vanwege
de lagere verzekeringspremies moet worden aangepakt, maar dat dit niet mag leiden
tot een strop voor de werknemers?
Vraag 5
Deelt u de mening dat, gezien de uitspraak van de Hoge Raad dat dubbele premieheffing
niet wordt voorkomen door de Rijnvarendenovereenkomst4, aanpassing van de Rijnvarendenovereenkomst met de mogelijkheid tot premierestitutie
of premieverrekening in individuele gevallen moet worden overwogen om het probleem
van dubbele premieheffing voor mensen werkzaam op de Rijn in de toekomst te voorkomen?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier gaat u dit bespreekbaar maken met de andere
landen in de Rijnvarendenovereenkomst, te weten België, Duitsland, Frankrijk, Liechtenstein,
Luxemburg en Zwitserland? Kunt u dit toelichten?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.