Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over het sneuvelen van het wetsvoorstel afschaffen fusietoets funderend onderwijs in de Eerste Kamer
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het sneuvelen van het wetsvoorstel afschaffen fusietoets funderend onderwijs in de Eerste Kamer (ingezonden 18 juni 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 10 juli
2020).
Vraag 1
Welke stappen gaat u nemen nu het wetsvoorstel afschaffen fusietoets funderend onderwijs
niet aangenomen is in de Eerste Kamer (Kamerstuk 35 104)?1
Antwoord 1
Nu het wetsvoorstel is verworpen, vallen we terug op de huidige situatie. In de Regeling
en beleidsregels fusietoets in het onderwijs 2017 is geregeld dat in het funderend
onderwijs alleen de lichte toets van toepassing is. De positie van de medezeggenschapsraden
ten aanzien van fusies zal bovendien niet veranderen. De via amendering van uw Kamer
in het wetsvoorstel opgenomen waarborgen voor de positie van de medezeggenschapsraad
zullen niet doorgaan. Ten slotte zal het vereiste van overlap in de voedingsgebieden
van scholen bij een institutionele fusie in het voortgezet onderwijs niet worden versoepeld.
Dat leidt met name voor enkele scholen op de Waddeneilanden tot een lastige situatie.
Ik ga onderzoeken of ik daar een oplossing voor kan vinden.
Vraag 2
Gaat u de Commissie Fusietoets Onderwijs (CFTO) opnieuw oprichten, aangezien zij ondersteuning
verleende aan de medezeggenschap, maar deze ondersteuning in aanloop naar dit wetsvoorstel
al per 1 januari 2019 werd stopgezet en de CFTO daarmee werd opgeheven? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Antwoord 2
Ik heb daarvoor nog geen concrete plannen. De adviezen van de CFTO hebben sinds 2015
niet meer tot afwijzing van voorgenomen fusies geleid. De CFTO heeft in haar laatste
jaar bij slechts twee fusieaanvragen geadviseerd. Gezien de kosten van de CFTO en
het feit dat van de zeven afgewezen fusies in de laatste jaren op dit moment – door
jurisprudentie en veranderde regelgeving – geen fusies meer zouden worden tegengehouden,
acht ik het niet realistisch om opnieuw een CFTO in te richten. Het feit dat de ondersteuning
van medezeggenschapsraden tot het niet-wettelijke takenpakket van de CFTO behoorde,
is op zichzelf niet voldoende reden om een nieuwe commissie op te richten. Daar voorzie
ik op een andere manier in.
Vraag 3
Hoeveel geld heeft het gekost om de CFTO af te schaffen? Hoeveel zou het kosten om
de CFTO weer opnieuw op te starten?
Antwoord 3
Het afschaffen van de CFTO heeft geld bespaard. In haar laatste jaar (2018) bedroegen
de kosten voor de CFTO € 428.000.2 In dat jaar heeft zij tot 1 augustus 2018 nog bij twee institutionele fusies inhoudelijk
geadviseerd. Vervolgens heeft zij tot 1 januari 2019 haar adviserende rol voor de
medezeggenschap vervuld en haar taken afgerond. Jaarlijks was er ongeveer € 500.000
beschikbaar voor de CFTO. Het opnieuw inrichten van een CFTO zou vergelijkbare kosten
met zich brengen.
Vraag 4
Hebben er fusies plaatsgevonden zonder fusietoets met uitzondering van niet-toetsplichtige
fusies sinds augustus 2018? Zo ja, wat is de wettelijke status hiervan nu het wetsvoorstel
niet is aangenomen door de Eerste Kamer en wat zijn de gevolgen voor deze fusies?
Antwoord 4
Er hebben geen toetsplichtige fusies plaatsgevonden zonder fusietoets. Vanaf 1 augustus
2018 is voor alle toetsplichtige fusies in het funderend onderwijs de lichte toets
vereist. Dat betekent dat alle toetsplichtige fusies door DUO getoetst zijn op de
volledigheid van de fusie-effectrapportage en de instemming van de betrokken medezeggenschapsraden.
De fusies die sinds 1 augustus 2018 goedkeuring van de Minister hebben ontvangen zijn
daarmee gewoon rechtsgeldig.
Vraag 5
Welke lessen trekt u uit dit proces, waaronder het voorbarig opheffen van de CFTO
zonder dat het wetsvoorstel tot afschaffing van de fusietoets in het funderend onderwijs
al was aangenomen door zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer?
Antwoord 5
Het van toepassing verklaren van de lichte toets op het gehele funderend onderwijs
was een oplossing voor een reëel knelpunt. De wet laat ook ruimte om dit te doen,
gelet op het noodzakelijkheidscriterium in de betreffende bepaling (53h, lid 3, WVO,
artikel 64c, tweede lid, WPO en artikel 66c, tweede lid, WEC). Bovendien is, onder
andere door jurisprudentie en veranderde regelgeving, op landelijk niveau sinds 2015
geen voorgenomen fusie meer tegengehouden. Een nieuwe invulling van een inhoudelijk
toets vraagt daarom nadere doordenking van het gehele complex van procedures rondom
fusies.
Vraag 6
Welke conclusies trekt u uit het feit dat de Eerste Kamer tegen de afschaffing van
de fusietoets in het funderend onderwijs heeft gestemd en wat gaat u met deze conclusies
doen?
Antwoord 6
Uit het debat met uw Kamer en met de Eerste Kamer blijkt dat er zorgen leven ten aanzien
van schaalvergroting in het onderwijs. Met name betreft dit het effect van die schaalvergroting
voor de kwaliteit van het onderwijs en de herkenbaarheid van en voor ouders en leerlingen.
De zorgen die hierover leven worden blijkbaar onvoldoende ondervangen door de mogelijkheid
die de medezeggenschapsraden hebben om een fusie tegen te gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.