Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul en Jasper van Dijk over het onderzoek waaruit blijkt dat nog altijd één op de vijf reformatorische scholen het homohuwelijk moreel onacceptabel vindt
Vragen van de leden Van den Hul (PvdA) en Jasper van Dijk (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het onderzoek waaruit blijkt dat nog altijd één op de vijf reformatorische scholen het homohuwelijk moreel onacceptabel vindt (ingezonden 12 juni 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 9 juli
2020).
Vraag 1
Hoe acht u dat afwijzing van een homoseksuele levenswijze als strijdig met God woord,
valt te verenigen met het bieden van een veilig schoolklimaat ook voor leerlingen
die bij zichzelf een homoseksuele voorkeur ontdekken?1
Antwoord 1
In de samenleving bestaan verschillende opvattingen over goed leven en hoe dat in
de praktijk moet worden gebracht. Het staat mensen vrij daarover verschillend te denken
en, zoals geregeld in artikel 23 van de Grondwet, het staat scholen vrij die opvattingen
in het onderwijs tot uitdrukking te brengen; het staat ouders vrij een school te kiezen
die bij hen past. Ruimte voor verschil in denken en doen, en ook het uitdragen daarvan
en/of de opvatting dat de eigen opvatting voorkeur heeft boven andere, is een wezenskenmerk
van een open en vrije samenleving. Het afwijzen van mensen met andere ideeën of levenswijzen
is in strijd met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, het afwijzen van
andere ideeën niet. Dat betekent concreet dat een LHBTI-leerling niet geweigerd of
op andere wijze mag worden uitgesloten op school vanwege de seksuele oriëntatie of
genderidentiteit.
Met het beroep op de vrijheid van onderwijs accepteert een school daarmee tegelijkertijd
de rechten en vrijheden van anderen en dient zich daar rekenschap van te geven. Dat
vraagt van scholen om, binnen de vrijheid die hen grondwettelijk toekomt, verantwoordelijkheid
te nemen voor een schoolklimaat waarin jongeren kunnen uitkomen voor hun seksuele
oriëntatie en waarin onderling respect centraal staat, en waarbij er wordt voldaan
aan de wettelijke verplichtingen rondom burgerschap, sociale veiligheid en de kerndoelen.
Daarbij hoort respect voor de Nederlandse wetgeving, bijvoorbeeld als het gaat om
LHBTI-rechten. Als het schoolklimaat niet veilig is, zal de inspectie ingrijpen.
Vraag 2
Hoe beziet u uw eigen verantwoordelijkheid nu u in de beantwoording van onze vragen
aangeeft eraan te hechten te benadrukken dat bij de vrijheid van onderwijs ook verantwoordelijkheid
hoort? Bent u naar aanleiding van de genoemde schoolprofielen en identiteitsverklaringen
in gesprek gegaan met de Inspectie van het Onderwijs om hen te vragen erop toe te
zien dat het schoolklimaat daadwerkelijk veilig is voor alle leerlingen?
Antwoord 2
Een school dient verantwoordelijkheid te nemen voor een veilig schoolklimaat, voor
alle leerlingen. Als er signalen zijn dat het schoolklimaat niet veilig is, zal de
inspectie ingrijpen. De inspectie houdt dus al toezicht hierop.
Vraag 3
Betekent «het meelopen» van de aanscherping van de kerndoelen over seksuele en genderdiversiteit
met de integrale herziening van het curriculum dat dit element uit het regeerakkoord
in feite deze kabinetsperiode niet meer wordt uitgevoerd? Zo ja, welke overwegingen
liggen hieraan ten grondslag? Zo neen, in hoeverre gaat dit element uit het regeerakkoord
dan nog wèl deze kabinetsperiode worden gerealiseerd?
Antwoord 3
Ik acht het wenselijk dat we het geheel aan kerndoelen integraal bezien, en daar zijn
we ook mee bezig. Op 10 juni jl. heb ik de Kamer geïnformeerd over de bijgestelde
vervolgaanpak voor de integrale vernieuwing van het curriculum, met de aangepaste
planning die hierbij hoort. Een van de redenen dat vertraging is ontstaan, is dat
mede op verzoek van uw Kamer in 2019 meer tijd is genomen om het geheel aan voorstellen
met het onderwijsveld te bespreken, zoals op 2 april 2019 per brief met u is gedeeld.
In lijn met de bijgestelde vervolgaanpak en de bijbehorende planning wordt na de zomer
van 2020 aangevangen met het formuleren van bijgestelde kerndoelen, waar ook de doelen
ten aanzien van seksuele diversiteit in meelopen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.