Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over verdwijningen, marteling en willekeurige detentie door alle partijen in het conflict in Jemen
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over verdwijningen, marteling en willekeurige detentie door alle partijen in het conflict in Jemen (ingezonden 1 juli 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 8 juli 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van Mwatana for Human Rights over verdwijningen, marteling
en willekeurige detentie door alle partijen in het conflict in Jemen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de bevindingen in het rapport dat alle partijen in het conflict
in Jemen zich schuldig maken aan verdwijningen, marteling en willekeurige detentie
van honderden individuen, soms met de dood erop volgend? Deelt u de opvatting dat
hier in sommige gevallen waarschijnlijk sprake is van oorlogsmisdaden?
Antwoord 2
De bevindingen in het rapport zijn zeer zorgelijk en sluiten ook aan bij de conclusies
in eerdere rapporten van onder meer het Panel of Experts Yemen (februari 2020) en
de Group of Eminent Experts Yemen (september 2019). Daarnaast is er ook over gerapporteerd
door Amnesty International. De bevindingen bevestigen de ernst van de situatie in
Jemen. De Group of Eminent Experts geeft in haar rapport aan dat de strijdende partijen
in Jemen verantwoordelijk zijn voor een reeks aan mensenrechtenschendingen en schendingen
van humanitair oorlogsrecht, en dat bij sommige van deze schendingen er waarschijnlijk
sprake is van oorlogsmisdaden.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat iedereen die willekeurig opgesloten is vrij dient te komen,
dat marteling per direct beëindigd dient te worden en dat opheldering moet worden
verschaft over alle verdwijningen? Zo ja, bent u bereid hierop aan te dringen in uw
internationale contacten met landen en partijen die betrokken zijn in het conflict
in Jemen?
Antwoord 3
Jemen is partij bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende
behandeling of bestraffing en bij het Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten
(BUPO-verdrag). Op basis van beide verdragen dient Jemen zich te onthouden van marteling.
Willekeurige detentie en verdwijning levert eveneens een schending op van het BUPO-verdrag.
Daarnaast is verminking, wrede behandeling en marteling van personen verboden volgens
het humanitair oorlogsrecht. Dit is op dit moment van toepassing in Jemen vanwege
de situatie van gewapend conflict, en alle partijen bij het gewapend conflict dienen
zich hieraan te houden. Het oorlogsrecht voorziet in bepaalde situaties in detentie
om veiligheidsredenen. Detentie mag echter nooit willekeurig zijn. Zodra er geen reden
(meer) is om een persoon vast te houden, dient deze in vrijheid te worden gesteld.
Nederland heeft zorgen t.a.v. de bevindingen in het rapport opgebracht tijdens de
recente zitting van de Mensenrechtenraad, begin juli, en partijen onder meer opgeroepen
mensenrechten te respecteren en aangedrongen op onderzoek en gerechtigheid. Nederland
zal zijn zorgen ten aanzien van mensenrechtenschendingen onder de aandacht blijven
brengen, zowel in bilateraal als multilateraal verband. Nederland zal zich wederom
inzetten voor de Jemen-resolutie in de septemberzitting van de Mensenrechtenraad als
het nieuwe, derde rapport van de Group of Eminent Experts wordt besproken.
Vraag 4
Ziet u mogelijkheden om de druk op de strijdende partijen in Jemen op te voeren opdat
aan deze misdadige praktijken een einde komt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Nederland zal zijn zorgen ten aanzien van mensenrechtenschendingen van alle strijdende
partijen in Jemen onder de aandacht blijven brengen in bilateraal als multilateraal
verband. Nederland zal zich wederom inzetten voor de Jemen-resolutie in de septemberzitting
van de Mensenrechtenraad als het nieuwe, derde rapport van de Group of Eminent Experts
wordt besproken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.