Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Gerven en Ellemeet over het bericht 'Patiënten de dupe van medicijnwisseling'
Vragen van de leden Van Gerven (SP) en Ellemeet (GroenLinks) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Patiënten de dupe van medicijnwisseling» (ingezonden 25 juni 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg) (ontvangen 8 juli 2020).
Vraag 1, 2
Wat is uw reactie op de uitzending van Reporter Radio?1
Wat vindt u ervan dat onderzoek wederom heeft aangetoond dat jaarlijks een miljoen
mensen zonder medische redenen van medicijnen moeten wisselen, met alle gevolgen van
dien?
Antwoord 1, 2
Ik vind het uiteraard niet wenselijk dat mensen hinder ondervinden van het overstappen
naar een ander geneesmiddel. Per patiënt moet op individuele basis gekeken worden
naar de reden voor een wisseling, de gevolgen van de wisseling voor de patiënt en
welke begeleiding geboden dient te worden om de wisseling zo probleemloos mogelijk
te laten verlopen. Daar waar het wisselen van geneesmiddel wel leidt tot gezondheidsrisico’s
dienen de zorgverlener en de patiënt dit te bespreken, zodat de zorgverlener op zoek
kan gaan naar een passend alternatief.
In de discussies over het wisselen van geneesmiddelen wordt vaak voorbijgegaan aan
het grote aantal gevallen waarin patiënten géén problemen ervaren met het wisselen.
Bovendien is wisselen in het belang van de betaalbaarheid van de zorg, zodat alle
patiënten ook in de toekomst toegang blijven houden tot goede en veilige farmaceutische
zorg.
Vraag 3
Wat is de stand van zaken van de lijst met medicijnen die niet gewisseld mogen worden?
Antwoord 3
Ik heb het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) gevraagd een lijst op
te stellen van geneesmiddelen die bij voorkeur niet gewisseld zouden mogen worden.
Het CBG komt dit jaar nog met een dergelijke lijst die op wetenschappelijke gronden
is vastgesteld. Het is de bedoeling dat deze lijst jaarlijks door het CBG wordt geëvalueerd
en geactualiseerd op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten.
Vraag 4
Wat leveren de besparingen dankzij het wisselen van medicijnen precies op? Klopt het
dat het hier om verwaarloosbare bedragen gaat?
Antwoord 4
Het wisselen van medicijnen heeft diverse oorzaken, bijvoorbeeld als een geneesmiddel
uit patent gaat en generieke middelen beschikbaar komen, bij tijdelijke beschikbaarheidsproblemen,
maar ook het inkoopbeleid door zorgverzekeraars of apothekers kan het wisselen in
de hand werken. De afgelopen jaren is de uitgavengroei bij extramurale geneesmiddelen
zeer beperkt gebleven, mede door het inkoopbeleid vanuit verzekeraars. Sinds 2015
is er grofweg een miljard euro op dit financiële kader overgebleven. Welk deel van
de besparing exáct het gevolg is van het inkoopbeleid is moeilijk vast te stellen,
maar het gaat dus wel om aanzienlijke bedragen.
Vraag 5
Zijn partijen, die in februari er niet in slaagden tot een bestuurlijk akkoord te
komen, nog met elkaar in gesprek? Kunt u de ontwikkelingen toelichten?
Antwoord 5
Ik begrijp dat de eerste stappen zijn gezet en er gesprekken zijn gevoerd. Ik kan
me voorstellen dat door de ontwikkelingen van de afgelopen maanden hierin vertraging
is opgelopen. Ik roep partijen op zo snel mogelijk de draad weer op te pakken om tot
werkbare afspraken te komen rondom het wisselen van geneesmiddelen.
Vraag 6
Wat is uw reactie op het bericht «Geneesmiddelentekort is Nederlands probleem en vergt
landelijke aanpak»?2
Antwoord 6
De toename van geneesmiddelentekorten is een mondiaal probleem, en niet alleen een
Nederlands probleem. Daarom zet ik ook in op diverse oplossingsrichtingen. Allereerst
wil ik voor alle geneesmiddelen een ijzeren voorraad van vijf maanden opbouwen, hiermee
kan 85% van de kortdurende tekorten worden opgevangen. Recentelijk heb ik u per Kamerbrief
van 7 juli geïnformeerd over operationalisering van deze ijzeren voorraad. Daarnaast
wordt op dit moment door de Europese Commissie – mede op aandringen van Nederland
– onderzoek gedaan naar de afhankelijkheden van Europa voor de geneesmiddelenproductie
van «derde landen» en de oorzaken van (toenemende) geneesmiddelentekorten. Ik volg
dit onderzoek nauwgezet omdat dit specifieker moet uitwijzen waar kansrijke oplossingsrichtingen
liggen. Voor de lange termijn zet ik mij (samen met mijn Europese collega’s) tevens
in op procedures om het aantrekkelijker te maken om in Europa te produceren. Hierover
heb ik uw Kamer op 30 juni en 7 juli nader geïnformeerd»
In het bericht wordt onder andere de combinatie van te lage prijzen, een onzekere
markt en hoge boetes benoemd als aandachtspunt. Deze elementen zouden fabrikanten
afschrikken om hun product in Nederland te blijven aanbieden. In mijn Kamerbrief van
26 juni 2020 over de aanscherping van de Wgp prijzen per 1 oktober 2020 heb ik aangekondigd
dat ik structureel meer aandacht wil besteden aan de «onderkant van de geneesmiddelenmarkt»
om de geneesmiddelenvoorziening toekomstbestendig te houden. Het gaat hier in het
algemeen om producten met een relatief lage omzet. Ik ga daar op korte termijn samen
met partijen mee aan de slag. Bij het zoeken naar een structurele aanpak zal ik alle
relevante factoren betrekken. Op de andere punten uit het bericht reageer ik in de
beantwoording van de vragen 7 t/m 10.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de transitie van een systeem waar apothekers en groothandels medicijnen
inkochten, naar een systeem waar zorgverzekeraars hiervoor verantwoordelijk zijn?
Welke voor- en nadelen neemt u waar?
Antwoord 7
Het gaat te ver om alle voor- en nadelen van inkoop door zorgverzekeraars en inkoop
door apothekers en groothandels door te nemen. Overigens wordt op dit moment de inkoop
voor een deel nog steeds door apothekers en groothandels zelf gedaan. Maar de zorgverzekeraars
hebben een nadrukkelijkere rol gekregen bij de inkoop, o.a. via het preferentiebeleid,
en dat heeft geleid tot forse besparingen in de uitgaven.
Vraag 8
Deelt u de mening dat ons inkoopbeleid ons kwetsbaar maakt voor geneesmiddelentekorten?
Antwoord 8
Geneesmiddelentekorten bestaan niet alleen in Nederland, ze zijn wereldwijd. En ze
worden vrijwel altijd veroorzaakt door tijdelijke problemen in de productie of distributie.
Voor bepaalde producten aan de «onderkant van de geneesmiddelenmarkt» kan de prijs
die wordt betaald mogelijk wel een rol spelen. Daarom beoog ik beschikbaarheidsproblemen,
waar die eventueel worden veroorzaakt door de maximumprijzen, te mitigeren. Hiervoor
richt ik, zoals aangekondigd in mijn brief van 26 juni jl. over de aanscherping van
de Wgp-maximumprijzen met mitigerende maatregelen, tijdelijk een laagdrempelig piepsysteem
in. Fabrikanten met producten met een lage omzet in Nederland (lager dan € 1 miljoen)
kunnen hierop een beroep doen en dan zal de huidige, hogere, maximumprijs gelden.
Daarnaast zal ik zoals ook toegezegd in dezelfde brief en in mijn antwoord op vraag
6 structureel meer aandacht besteden aan de «onderkant van de geneesmiddelenmarkt»
om de geneesmiddelenvoorziening toekomstbestendig te houden. Ik ga daar op korte termijn
samen met partijen mee aan de slag. Ik zal hierbij alle relevante factoren betrekken.
Vraag 9
Deelt u de mening dat, in lijn met constateringen dat de coronacrisis het belang van
centrale regie aantoont, we toe moeten naar een landelijke inkoop van geneesmiddelen?
Antwoord 9
COVID-19 is een uitzonderlijke en bijzondere situatie. De ervaring laat zien als een
dergelijke situatie zich voordoet partijen bereid zijn waar nodig samen te werken
in het belang van de patiënt. En waar nodig voer ik centrale regie en breng ik partijen
samen. Tekorten voor patiënten specifiek als gevolg van COVID-19 zijn uitgebleven.
Ook zijn inmiddels, in samenwerking met partijen, vrijwillige monitoringsinstrumenten
opgezet voor de beschikbaarheid van COVID-19 gerelateerde geneesmiddelen en andere
middelen die at risk zijn voor mogelijke tekorten. Hiermee kan tijdig worden gesignaleerd of een mogelijk
tekort optreedt en kan door betrokken marktspelers indien nodig gericht actie ondernomen
worden. Het is de vraag of landelijke inkoop beter werkt.
Vraag 10
Wat gaat u doen om de marktprikkels uit het systeem te halen?
Antwoord 10
Ik heb uw Kamer op 26 juni jl. geïnformeerd over de aanscherping van de Wgp-maximumprijzen
per 1 oktober. Gezien de unieke omstandigheden waarin deze aanscherping in het najaar
plaatsvindt, heb ik ook aangekondigd twee tijdelijke mitigerende maatregelen te nemen.
Hiermee verminder ik eventuele risico’s op beschikbaarheidsproblemen voor kwetsbare
producten. Daarnaast zal ik, zoals ook aangegeven bij vraag 6 en 8, structureel meer
aandacht besteden aan risico’s op beschikbaarheidsproblemen voor geneesmiddelen die
zich aan de zogenoemde «onderkant van de geneesmiddelenmarkt» bevinden. Hiermee wil
ik de geneesmiddelenvoorziening toekomstbestendig houden. Daarnaast zal ik voor alle
geneesmiddelen een ijzeren voorraad van vijf maanden opbouwen.
Vraag 11
Kunt u de vragen uit het schriftelijk overleg over de brief «Uitkomst verantwoord
wisselen van geneesmiddelen» beantwoorden voor het komende notaoverleg Cure d.d. 29 juni
2020?3
Antwoord 11
Ja, dit heb ik inmiddels gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.