Schriftelijke vragen : Nalatigheid bij de NVWA bij ingrijpen in slachthuizen waar onvoldoende maatregelen werden genomen tegen de verspreiding van het coronavirus
Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over nalatigheid bij de NVWA bij ingrijpen in slachthuizen waar onvoldoende maatregelen werden genomen tegen de verspreiding van het coronavirus (ingezonden 7 juli 2020).
Vraag 1
Hoe voelde u zich toen u de uitzending zag van Nieuwsuur van afgelopen zondag, waarin
duidelijk werd dat toezichthoudend dierenartsen al vanaf het begin van de uitbraak
van het coronavirus in Nederland tevergeefs binnen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA) aan de bel trokken en op 23 maart aan het management van de NVWA schreven:
«We werken op plaatsen waar zieke mensen aan het werk zijn. Waar onvoldoende beschermingsmiddelen
beschikbaar zijn. Wij voelen ons (op alle mogelijke manieren) in de steek gelaten
door ons management»?1
Vraag 2
Zou u dit willen kwalificeren als falen van de NVWA, van uw ministerie of van allebei?
Vraag 3
Hebben de signalen van de werkvloer over de onveilige werksituatie u ook bereikt?
Zo ja, wanneer en waarom heeft u hiervan geen melding gedaan, bijvoorbeeld in de beantwoording
van de schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren op 24 maart, 6 mei en 8 mei,
waarbij u wel schreef dat de NVWA het toezicht zal staken wanneer de richtlijnen van
het RIVM niet adequaat worden opgevolgd, dat de NVWA dagelijks meldingen en signalen
bespreekt binnen het managementteam en dat er actie wordt ondernomen als daar aanleiding
toe is?2 3
Vraag 4
Als u deze signalen niet kende, hoe is dat mogelijk, na alle keren dat u in de afgelopen
jaren door de Kamer bent gewezen op de signalen en zelfs uit onderzoeksrapporten bleek
dat het management niet ingrijpt bij misstanden, signalen van medewerkers negeert
of haar eigen medewerkers zelfs tegenwerkt? Heeft u een poging gedaan om mensen van
de werkvloer zelf te spreken?
Vraag 5
Hoe is het mogelijk dat u op 20 mei aan de Kamer schreef «uit navraag bij de NVWA
bleek niet dat de RIVM-richtlijnen op grote schaal niet worden nageleefd», terwijl
er op dat moment al 12 dagen een verslag lag met zorgwekkende resultaten van een enquête
die is uitgevoerd onder NVWA-medewerkers naar de naleving van de richtlijnen van het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)?4
Vraag 6
Heeft de NVWA de resultaten van deze enquête gedeeld met uw ministerie? Zo ja, wanneer
en had u hiervan bij het beantwoorden van de vragen op 20 mei al kennisgenomen?
Vraag 7
Erkent u dat deze enquête, waarin bijna de helft van de deelnemers zegt dat ze regelmatig
geen anderhalve meter afstand kunnen houden en dat twee derde stelt dat afstand houden
in de vleessector onmogelijk is, juist wel laat zien dat de RIVM-richtlijnen op grote
schaal niet worden nageleefd?
Vraag 8
Erkent u dat de verhalen van toezichthoudend dierenartsen van de NVWA in de uitzending
van Nieuwsuur van 5 juli 2020 laten zien dat het helemaal niet klopt dat de NVWA handelend
heeft opgetreden daar waar er sprake was van niet naleving van de RIVM-richtlijnen,
zoals u wel beweerde in uw antwoord op Kamervragen op 20 mei?
Vraag 9
Erkent u dat u de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd? Zo ja, welke verklaring heeft
u daarvoor?
Vraag 10
Deelt u de mening dat u de situatie in de slachthuizen uit de hand heeft laten lopen?
Zou u dit willen kwalificeren als falen van de NVWA, van uw ministerie of van allebei?
Vraag 11
Voelt u zich verantwoordelijk voor de mensen die ziek zijn geworden? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, waaruit blijkt dat?
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat uit een arbeidshygiënisch onderzoek dat in mei is uitgevoerd
op een aantal slachthuizen, bleek dat in slechts twee van de zeven onderzochte slachterijen
de maatregelen goed op orde waren en dat bij de overige vijf slachterijen verbeteringen
«mogelijk of noodzakelijk» zijn?5
Vraag 13
Hoe is het mogelijk dat u op 4 juni opnieuw schreef dat de NVWA de mogelijkheid heeft
om het slachtproces per direct te stoppen als geconstateerd wordt dat niet kan worden
gewerkt volgens de RIVM-richtlijnen, zonder hierbij te noemen dat zowel uit de enquête
onder NVWA-medewerkers als uit het arbeidshygiënisch onderzoek bleek dat er zeer regelmatig
en in een aantal slachthuizen stelselmatig niet volgens de richtlijnen werd gewerkt,
ook niet door NVWA-medewerkers?6
Vraag 14
Erkent u dat u de Kamer deze informatie heeft onthouden?
Vraag 15
Klopt het dat de GGD Hart voor Brabant geen steekproeven meer uitvoert bij medewerkers
van Vion Boxtel, omdat «Een positieve testuitslag bij iemand zonder klachten [niet]
wil zeggen dat iemand recent besmet is geraakt en ook niet dat hij/zij op dat moment
besmettelijk is», een stelling die het RIVM verwerpt?7 8
Vraag 16
Heeft u gezien dat bij Vion Boxtel, waar bij de meest recente steekproef een op de
drie medewerkers besmet bleek, nu slechts bij de ingang wordt gecontroleerd of medewerkers
klachten hebben of symptomen vertonen van het coronavirus?
Vraag 17
Kunt u bevestigen dat dit strijdig is met uw eerdere verzoek aan de GGD om alle medewerkers
in slachthuizen te testen, al dan niet met steekproeven?9
Vraag 18
Heeft u gezien dat de 43 medewerkers van een visverwerkingsbedrijf in Twello die besmet
zijn of waren, allemaal geen of lichte klachten hadden?10
Vraag 19
Heeft u gelezen dat wetenschappers stellen dat besmettingen door mensen zonder ziektesymptomen
een belangrijke rol kunnen spelen bij de verspreiding van het coronavirus en dat hun
onderzoek laat zien hoe belangrijk het is op grote schaal te testen en geïnfecteerde
personen te isoleren?11
Vraag 20
Worden er bij andere bedrijven in de vleessector nog steekproeven uitgevoerd? Zo ja,
hoe vaak, bij welke slachthuizen en wat waren per steekproef de uitkomsten? Zo nee,
erkent u dat u hiermee welbewust de situatie laat voortbestaan dat bedrijven in de
vleessector grote brandhaarden blijven voor het coronavirus?
Vraag 21
Wanneer gaat u afdwingen dat de RIVM-richtlijnen wel worden nageleefd, waar de Kamer
u al op 7 mei toe opriep middels de aangenomen motie van de leden Van Esch en Ouwehand
(Kamerstuk 25 295, nr. 345)?
Vraag 22
Wanneer kan de Kamer het nationale plan van aanpak om de uitbraak van het coronavirus
in en rond slachthuizen tegen te gaan verwachten, zoals u heeft aangekondigd naar
aanleiding van de aangenomen motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 28 286, nr. 1109), die opriep om landelijk de regie te nemen bij het tegengaan van de verdere verspreiding
van het coronavirus in de vleesindustrie?
Vraag 23
Waarom weigert u zo halsstarrig om de bandsnelheid in slachthuizen te verlagen en
negeert u hiermee een uitdrukkelijke oproep van de Kamer middels de aangenomen motie
van het Ouwehand (Kamerstuk 28 286, nr. 1118), terwijl u voor de coronacrisis al toegaf dat dierenwelzijn en voedselveiligheid
bij de hoge druk op het slachtproces onvoldoende konden worden geborgd, en de situatie
sinds de uitbraak van corona alleen nog maar nijpender is geworden?12
Vraag 24
Waarom plaatst u de belangen van de vleesindustrie boven het belang van de volksgezondheid?
Is het u bekend dat vlees geen noodzakelijke levensbehoefte is? Zo nee, onder welke
steen heeft u geleefd?
Vraag 25
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de gebruikelijke termijn beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Esther Ouwehand, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.